GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het nederlandsch Bijbelgenootschap en de Nederlandsche taal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nederlandsch Bijbelgenootschap en de Nederlandsche taal

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met groote belangstelling las ik weer het laatste Maandbericlit van het Ned. Bijbelgenootschap.

De daarin opgenomen foto's toonen wel, dat zijn arbeid - ; — en dat is gelukkig! — hoe langer, hoe meer krachten vergt.

Maar ach, die papierschaarsehte!

Diende die niet, terwille van dit immers hoogste cultureel belang, zóó te worden geregeld, dat vóór alle dingen aan de duidelijk gebleken behoefte aan Bijbels kon worden voldaan?

En zie nu eens den overvloed van de stations-boekenuitstallingen! Wordt er niet, onder het voorgeven van „cultureele belangen", heel veel papier toegewezen voor drukwerken, die beter voor pakpapier en nog beter voor brandstof waren te gebruiken?

Welk man van invloed pakt hier de koe bij de horens?

Het werk der Bijbel v e r t a l i n g vormt een belangrijk deel van de zorgen van het Bijbelgenootschap.

Interessant is de proeve der nieuwe vertaling van Job, die in dit Maandbericht gegeven wordt.

Van Job 28 wordt èn de Statenvertaling èn de nieuwe vertaling gegeven.

Over de juistheid van deze vertaling kan ik niet oordeelen, maar voor het verstaan van de vaak duistere bewoordingen van Job is ze een groote vooruitgang.

Afgezien dan van de ter kwader ure ook hier ingevoerde „nieuwe spelling". Ik stuitte al dadelijk op het wegnemen van het verschil tusschen wassen (met was bewerken en groeien) en wassehen, zooals hier van goud. Een niet alleen staand voorbeeld van verarming.

Driemaal is voor verstand inzicht gebruikt. Ook dit acht ik, schoon in anderen zin, verarming: het begrip inzicht beperkt zich tot een bepaalde zaak, terwijl verstand juist de beteekenis heeft van, ik zou willen zeggen: algemeen inzicht. Daarom zou verstand, dunkt mij, hier de voorkeur verdienen.

Voor paarlemoer zou ik, in overeenstemming met de algemeene uitspraak, parelmoer willen schrijven.

In het slot van het Jaarverslag 1947—'48 (bl. 27) zag ik driemaal den vorm God 's. Bedoelt dat nu oude of nieuwe spelling te zijn? Welken dienst doet hier toch dat weglatingsteeken ?

Over het algemeen schijnt het mij ook een verarming, een vrijwillige armoede dan, dat bij de beantwoording van de vraag: oude of nieuwe spelling? ook het Nederlandsch Bijbelgenootschap overstag is gegaan.

Waarom toch eigenlijk?

Omdat de Overheid het zou voorschrijven?

Had men zich dan toch eerst beter op de hoogte gesteld!

Of misschien, omdat „iedereen" het doet? dus om den waan der eenvormigheid, die, naar het zeggen van Dr A. Kuyper, de vloek van het moderne leven is?

Hoe zou hij toornen tegen dat plat gepruts!

Wie kon de taal, en dan in de thans achteruitgezette De-Vries-en-Te-Winkel-spelling, beter smeden dan hij?

En wie heeft door geschreven taal meer invloed geoefend?

Gaf niet de onderscheiding van velerlei taalvorm, dien men thans in zijn vrijwillige verarming meent te kunnen missen, hem juist de gelegenheid, den rijkdom van zijn gedachten op de meest genuanceerde en nauwkeurige wijze uit te drukken?

En Wïj allen deelden naar onze mate in datzelfde voorrecht.

En wij verstonden elkaar.

Waar het tenslotte om ging!

En de tijdwinst en de gemoedsrust voeren er wèl bij!

Laat men nu niet aankomen met het argument, dat bij het spreken toch ook niet te hooren is, of wassen, dan wel' wassehen bedoeld is. Men vergeet daarbij, dat de natuurlijke, bij het spreken te maken g e b a - zen ook taal zijn, een hulptaai, die het geschreven woord missen moet.

Ons belijden, dat de menschelgke taal een schepping Gods is, brengt voor het gebruik daarvan zijn consequenties mee.

Wat is die taal eigenlijk?

In eerster instantie is het de openbaring van de gedachten Gods aan den mensch. Niet het middel tot die openbaring, neen, maar de openbaring zelf was Gods taal. Gods taal was dus God zelf, _ zooals Hij Zich aan den mensch openbaarde. „Uw Naam", d.i. Uw openbaring, „ziet het Wezen", d.i. God zelf.

Eén der namen van den Zoon Gods is: het Woord. „Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt". De Apostel Johannes opent zijn Evangelie met de verheven en schoone inleiding: „In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”.

God schiep den mensch naar Zijn beeld, en zoo gaf Hij den mensch eerst het vermogen, om Gods taal te verstaan (wat een prachtwoord is dat!), maar daaraan verbonden ook het vermogen, om eigen innerlijk te openbaren, te uiten, aan medeschepselen te doen kennen.

Zoo is de menschelijke taal met haar klanken en baar gebaren een stuk van den naar Gods beeld geformeerden mensch; of, beter nog: de mensch zelf, zooals hij zich innerlijk doet zien.

En zoo wordt het zeggen: „Toon mij uw gedaante, doe mij Uw stem hooren!" volkomen duidelijk.

De geschiedenis van de taal, in haar ontwikkeling en vervorming, met haar klanken en teekens, in haar val en haar herstel, is de geschiedenis van den mensch

’t Zou interessant zijn, na te gaan, of er ook wisselwerking te constateeren is tusschen de worsteling om onze schrijftaal, b.v. gedurende de laatste driekwart eeuw en de geestesstrooming in ons volksleven. zelf.

Uit welken hoek kwam de roep om een z.g. vereenvoudigde spelling?

Waar vond die roep telkens weerklank?

Hield hij ook verband met de door en door revolutionnaire bewering, dat men elk ding op zichzelf beschouwen moet? en met de meening, dat de mensch ook hier autonoom zou zijn?

Maar waar was men, ook in zijn schrijfvormen, meer conservatief? - En was dit een uiting van eerbied voor het: „Er is geschreven" en: „Er is geschied"?

Stof voor een dissertatie?

Wat men ook tegen het werk van De Vries en Te Winkel meent te kunnen inbrengen, zq hebben op lo­ gische gronden en met volle erkenning van het historisch gewordene, in de spelvormen van onze Nederlandsche taal een eenheid gebracht, die haar bevestiging vond in den duur van haar bestaan.

Waar de vormen al te formalistisch bleken en afweken van de gedragen spreektaal, wees de practijk vanzelf den weg ter correctie: langs en niet meer gesproken buigingsvormen als eenen en zijnen werden ook in de geschreven taal bekort.

We leerden, een ieder naar zijn vermogen, door de onderscheiding van de „geslachten" der naamwoorden, van de „personen", „tijden" en „wijzen" der werkwoorden en dergelijke, onze gedachten behoor-, lijk in door anderen begrepen vorm schriftelijk uit te drukken en vonden daarbij altoos weer steun in den stabielen vorm van onze leesstof.

Maar nu zullen we, ons aanpassende bij wat ze allemaal toch doen, bij de verwaarloozing van eenvoudige onderscheidingen, zoodat soms gevraagd moet worden, wat nu eigenlijk het onderwerp en wat het voorwerp is, feitelijk een nieuwe taal moeten leeren.

En intusschen zullen vooral goed „schrijvende" menschen van middelbaren leeftijd zich doorloopend ergeren aan wat ze krijgen te verwerken. Worden niet onze prachtige „staande uitdrukkingen" door ondeskundigheid over de heele linie, soms erbarmelijk misvormd? En dat door menschen, die dan „afgestudeerd” heeten?

De slordigheid, tot onbeholpenheid toe, in het gebruik der taalvormen, zooals die zelfs bij geletterden en gediplomeerden gevonden wordt, is ontegenzeggelijk in de hand gewerkt doordat hun niet te rechter tijd en op de juiste wijze inzicht in en eerbied voor de beteekenis van de schrijftaalvormen ingeprent is.

Sterven dan de „fijne" taalleeraars wezenlijk uit? 't Zou geen wonder zijn: elke decadentie baart weer een andere.

Ik heb altoos betreurd, dat onder degenen, die deze inférieure spelling hebben voorbereid, ook Mr Terpstra gevonden wordt.

Ik had hem wat beters gegund, dan taaiverarming in de hand te werken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Het nederlandsch Bijbelgenootschap en de Nederlandsche taal

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's