GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Laat men eerlijk zijn !

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laat men eerlijk zijn !

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de „Prov. Kb." voor de prov. Utrecht schrijft (Ds) A. B(rouwer) van Soestdijk over hulp aan zusterkerken, die door de „scheuring" in flnanciëele moeilijkheden geraakt zijn. Hij zegt o.a. het volgende:

„Die toch al zo geslonken gemeenten hebben heel zware lasten te dragen; allereerst het dagelijks verdriet er over, dat de eenheid niet bewaard kon blijven. Want zij die de kerk des Heeren waarachtig liefhebben Voelen dit als een diepe smart”.

Waarbij hij dan ook nog tokkelt de gevoelige snaar, dat vader en zeKs grootvader aan die nu gescheurde kerk hun krachten hadden gewijd.

Zou Ds B. de waarheid met beter hebben gediend, als hij er bijget^oegd had, hoe het zoo kwam, dat dë eenheid niet bewaard kon blijven? Hij zal toch toestemmen, dat waarheid vóór eenheid behoort te gaan. Eenheid zonder den grondslag van het ware geloof maakt een huls tegen zichzelf verdeeld.

Zou Ds B. tegenover zijn gemeente niet trouwer zijn geweest, als hij haar eerlijk verteld had, dat de binding van 1942, de bron van alle ellende, geen grond vond in het Woord des Heeren en dus niet uit de waarheid was?

Heeft niet Ds Wouters, de ambtsvoorganger van Ds B. in Soestdijk, meegewerkt aan de schorsing en afzetting van ambtsdragers, die aan het Woord en de Beiydenis trouw wenschten te blijven en die voor hun geweten niet konden aanvaarden, wat daar boven uit ging? Nochtans zijn ze als onwaardigen uitgeworpen.

Laat men toch eerlijk als waarheid voelen en eerlijk durven uitspreken ook, dat die binding en die uitwerping van getrouwe dienstknechten des Heeren de geheele oorzaak zijn van de verbreking der eenheid.

En dat biyft óók waar voor al degenen, die zich om des gewetens wiUe stelden aan de zijde van hun uitgeworpen voorgangers.

Toen Ds Wouters aan die uitwerping metterdaad meewerkte, deed hij dat als deputaat van den kerkeraad van Soestdijk. Ook die kerkeraad wierp dus mede de Baarnsche ambtsdragers uit. En toen de gemeente van Soestdijk uit kracht van het ambt der geloovigen niet tegen de waarheidsbestrijding en rechtsverkrachting van de uitwerping van Woordgetrouwe dienstknechten opkwam, vergreep ook die gemeente zich aan het recht Gods. Ds B. gaat voort:

„En ik ben alleen maar dankbaar geweest er voor, dat in onze gemeente de eenheid door Gods genade werd bewaard. Dat bij verschil van inzicht soms het kerkelijk besef groot genoeg was, elkaar vast te houden en elkaar te dragen waar de Heere dat vraagt”.

Maar de gemeente van Soestdijk is daarin met haar kerkeraad en haar leeraar toch ernstig in verzuim gebleven, toen zij niet droeg, maar uitwierp degenen, die aan het Woord en de BeUjdenis getrouw wenschten te blijven in de overtuiging, dat wij Gode meer gehoorzaam hebben te zijn dan den menschen.

Toch neemt Ds B. de vrijmoedigheid, om onmiddellijk op het voorgaande dit te laten volgen:

„Dat is een zegen, voor welke we nooit dankbaar genoeg kunnen zijn. En het tegendeel van „de dood in de pot", zoals een vrijgemaakte Broeder het tegenover mij eens noemde. Want de dood In de pot wordt daar gevonden (2 Kon. 4 : 38—41) waar de zaak vergiftigd is”.

Met dien laatsten volzin van Ds B. zijn we het volkomen eens.

Het is alleen maar de vraag, of we voor die vergiftiging, die een geestelijke vergiftiging is, oog hebben.

Die geestelijke vergiftiging was er. toen de voorgangers hun gemeente niet volledig inlichtten over hetgeen er in de kerken gebeurd was en nog gebeurt; —•

toen verzwegen werd of verkeerd werd voorgesteld, wat de „bezwaarden" (later „vrijgemaakten") naar de Schrift gelooven en voorstaan; —

toen men niet eerlijkweg de „binding" van 1942 aanwees cils de oorzaak van de scheiding; —

toen men de gemeente niet volledig inlichtte over den diepen ernst van den kerkelijken strijd; —

toen de beteekenis en de bedoeling van de kerkelijke vonnissen nooit werd aangetoond met de woorden van die vonnissen zelf; —•

toen den gemeenten niet werd duidelijk gemaakt, hoe de synoden grijpen naar en metterdaad beoefenen een bestuursmacht, die in 's Heeren kerken niet bestaan mag; —

toen voor dé gemeenten werd verzwegen het zigzagen der synoden in woorden en handelingen, waardoor heden on-„gestraft" blijft, wat eertijds als scheurmakerij met uitwerping vergolden werd; —•

toen van de wijze, waarop het aanbod tot een samenspreklng door de „vrijgemaakte" synode beantwoord werd, steeds een onvolledige en daardoor valsche voorstelUng gegeven werd.

Ds g. heeft, zonder het te bedoelen, inderdaad met het woord (geestelijke) vergiftiging een juiste teekening gegeven van den toestand, waarin vele gebonden gemeenten verkeeren.

En de „vrijgemaakte broeder" had wel gelijk, toen hij oordeelde, dat het bij de gemeenten, die daarvan de dupe werden, „de dood in den pot" was.

Kan men zich aan de overzijde nooit verheffen tot de erkenning van den geweten^drang, die dreef tot vrijmaking van onschriftuurlijke kerkelijke banden?

Laat men eerlijk zijn!

Dat zou de ware eenheid dienen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Laat men eerlijk zijn !

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 september 1948

De Reformatie | 8 Pagina's