GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De eenheid der Kerk, gezocht in den weg van de reformatie der Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eenheid der Kerk, gezocht in den weg van de reformatie der Kerk

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II Kron. 30 : 1—12.

Wij gelooven van Jezus Christus, en daarom belijden wij het ook, dat Hij van het begin der wereld tot aan het einde Zich, door Zijn Geest en Woord, een gemeente vergadert, die Hij ook beschermt en onderhoudt.

Dat beschermen beteekent ook, dat Christus Zijn gemeente behoedt voor de ontbinding en voor den ondergang waarin zij menigmaal dreigt te verzinken door haar eigen ongeloof en afvalligheid.

En dat onderhouden dat beteekent ook, dat Christus Zijn gemeente van den weg des verderfs, waarlangs zij door haar eigen deformatie dreigt om te komen, terugroept naar en terugzet op den weg des levens, waarlangs zij haren hals weer buigt onder het juk van Zijn Woord.

Over die zorg van den Zoon Gods voor Zijn gemeente lezen we nu wel heel mooie dingen in n Kron. 30.

Immers we lezen daar hoe de Zoon Gods in Zijn Geest door de bediening van het theocratisch koningsambt van Hizkia geworsteld heeft voor den wederopbloei van het waarachtige leven der kerk. Voor de waarachtige reformatie der kerk. En voor haar waarachtige eenheid.

En waar de Zoon Gods dit wil doen, daar kan Hizkia in zijn regeering tot een grooten zegen worden voor het leven van het volk Gods in de wereld. Tot een dienaar der kerk.

Immers, Wanneer Hizkia aan de regeering komt, dan betoont hij het, dat hij het wil verstaan hoe de behoudenis van het waarachtige leven der kerk gelegen is in de onderhouding van de inzettingen des HEEREN.

In het vragen naar den wil Gods, ook al brengt dit mee een radicale breuk met alles waardoor het leven naar het Woord en het buigen voor den wil des HEE­ REN was vervreemd.

Aan die vervreemding, die tot een kenmerk van het leven geworden was, wil Hizkia zijn volk ontdekken.

En dan begint hij waar hij beginnen moet, hij begint met het herstel van den tempeldienst. Opdat vanuit dit centrum zijn volk in heel zijn leven weer tot den HEERE terug zal keeren.

En in aansluiting aan dit herstel van den tempeldienst roept Hizkia dan ook de rijksgrooten en de vertegenwoordigers van het volk bijeen terwille van de voorbereiding voor een viering van het Paaschfeest naar de inzettingen des HEEREN. Hizkia gaat ook weer ernst maken met de reine bediening der Sacramenten, naar de instelling Gods.

Maar daarom zal deze viering van het Pascha de waarachtige reformatie der kerk dan ook moeten dienen. En dat niet alleen, maar zij zal ook de waarachtige eenheid der kerk moeten dienen. Bij Hizkia blijkt het, dat wie het ééne zoekt, ook het andere zal bégeeren. En bij hem blijkt het ook, dat in den dienst Gods, het ééne van hec andere niet is te scheiden. Dat de roep om reformatie niet te scheiden is van de vraag naar waarachtige eenheid. Maar dat de vraag naar eenheid ook niet los te maken is van den roep tot reformatie.

Hizkia zocHt met de vernieuwde viering van het Pascha de reformatie der kerk te dienen.

Dat hij dit wil doen, blijkt wel uit den inhoud der brieven, waarmede hij zijn volk tot de viering van het Pascha in Jeruzalem oproept. De inhoud van die brieven is bepaald door één thema: „Gij kinderen Israels, bekeert u tot den HEERE, den God van Abraham, Izak en Israël".

Hizkia zegt maar niet zonder meer: wij gaan weer Pascha vieren, wij gaan ons weer houden aan kerkelijke inzettingen. Doch Hizkia zegt: Kom Pascha vieren, maar bewijst daarmede, dat gij gebroken hebt met een leven waarin gij den HEERE niet zocht. Bewijst daarmede, dat gij in uw hart tot den HEERE teruggekeerd zijt en dat gij het daarom in alles weer nauw gaat nemen met Zijn inzettingen.

Hizkia zocht maar niet een volk, dat zeggen zal: ja we zijn het met den koning eens. Zooals hij het zegt, zoo is het toch. We moeten zijn meening maar overnemen. Reformatie beteekent maar niet, dat men in de kerk van meening verandert, zonder meer. Maar dat men in de kerk wil bewijzen, dat men in zijn hart veranderd wil zijn voor den HEERE. In dat hart, van waaruit de uitgangen des levens zijn.

Daarom schrijft Hizkia ook in zijn brieven: „Zijt niet als uw vaders " Die vaders waren eerst in het ééne en daarna in het andere van den HEERE afgeweken. De dynamiek der reformatie had zich in hun leven uitgewerkt, toen zij in hun hart niet meer verkleefd waren aan de inzettingen des HEEREN.

„Weest niet als die vaders", zegt Hizkia. Maar bekeert u. Dat is: doe het omgekeerde van wat uw vaders deden. Kom in het ééne terug, maar in het andere ook. En bewaar u zelf ervoor, om achter uw reformatie een punt te zetten, daar, waar ge uw eigen begeeren nog wilt laten uitgaan boven den wil Gods over u.

Zoo roept Hizkia tot bekeering, waar hij zijn volk oproept tot het Pascha. Want hij zocht de reformatie der kerk. Die een reformatie des levens is.

Hizkia mag als koning de knecht des HEEREN zijn, Die door Zijn Zoon het volk wil behouden. En dat ook doet, door het terug te roepen van de wegen van den afval, die wegen des verderfs zijn.

Maar wanneer Hizkia zoo den Zoon Gods dienen mag in de reformatie der kerk, dan kan hij ook den Zoon Gods dienen in het zoeken naar de waarachtige eenheid der kerk.

Dat Hizkia dat doen wil, blijkt, hieruit, dat hij den oproep tot de viering van het Pascha te Jeruzalem doet uitgaan van Berseba tot Dan, door gansch Juda, Dan en Israël. De inwoners van het rijk der twee stammen worden genoodigd, maar de overgebleven inwoners van het rijk der tien stammen ook.

Hizkia begeert een Pascha-viering, zooals die „in lange" niet gehouden was, naar de inzettingen des HEEREN (vs 5). „In lange" dat beteekent hier „in getale". '^) Sedert de scheuring des rijks was er een gedeelte van de Pascha-vierders weggebleven. In het rijk der tien stammen had men van de staatkundige scheuring een kerkelijke breuk gemaakt. Men was daar zijn eigen kerkdijken weg gegaan. Een weg, waarlangs de inzettingen des HEEREN verlaten waren. De dienst des HEEREN had men ingericht voor den dienst van vreemde goden.

Jerobeam en de koningen die na hem gekomen waren hadden hun volk van Jeruzalem en van het Pascha in Jeruzalem afgeleid en teruggehouden. Ook daarin was de verlating van het Woord des HEEREN in het tien-stammen-rijk uitgekomen.

Maar wanneer Hizkia nu knecht des HEEREN mag zijn in de reformatie der kerk, wanneer hij weer terug mag roepen naar den HEERE en naar Zijn Woord, dan wil hij ook in dezen de gehoorzaamheid aan dat Woord weer leeren, dat hij allen, die de HEERE geroepen had, tot het Pascha in Jeruzalem samenroept.

En hoe doet Hizkia dat dan? Wel, hij doet het met dezelfde brieven, die hij ook door zijn eigen rijk heeft laten zenden. De boden dragen eenerlei boodschap uit van Berseba tot Dan. Wat Hizkia naar binnen zegt, dat zegt hij ook naar buiten: „Gij kinderen Israels, bekeert u tot den HEERE, den God van Abraham, Izaak en Israël En zijt niet als uwe vaders ".

Op deze wijze zocht Hizkia de waarachtige eenheid der kerk te dienen. Doordat hij allen die er bij betrokken zijn herinnert aan de gehoorzaamheid aan de ééne kerkwet die voor allen geldt. Wanneer het naar binnen waar is, dat, het waarachtige leven der kerk alleen maar opbloeien kan vanuit de bekeering des harten tot den HEERE, dan is dit naar buiten ook waar. En wanneer het voor hen, die aan den éénen kant van de scheur staan waar is, dat men leven moet vanuit de vrijmaking van zondige banden, dan is dat voor hen, die aan den anderen kant van de scheur staan ook waar. De regelen, waarnaar de Zoon Gods Zich een gemeente vergadert, beschermt en onderhoudt zijn regelen voor allen.

En daarom kan Hizkia hen allen naar het ééne Pascha roepen met dezelfde boodschap. Komt allen op één weg, komt allen tot de ééne offerplaats en komt allen tot de ééne tafel des HEEREN, maar komt daar allen langs den weg der bekeering, langs den weg der reformatie, langs den weg waarop gij eerbied toont voor de rechten die gelden in het verbond en in het huis des HEEREN.

Toen Hizkia getrouw wilde zijn om naar binnen het leven der kerk te dienen in den oproep tot terugkeer naar de gehoorzaamheid aan het Woord des HEEREN, toen kon hij ook het goede woord spreken waarmede hij naar buiten tot de openbaring der. kerkelijke eenheid oproepen mocht.

Een eenheid, die in de gezamenlijke onderwerping aan de tucht van de inzettingen des HEEREN niet maar om des lieven vredes wille door de menschen gemaakt, maar door den HEERE Zelf geschonken zou zijn, terwille van den vrede dien Hij wil laten smaken door de worsteling tegen de deformatie heen.

En nu waren er, die de boodschappers van Hizkia „belachten en bespotten" (vs 10). Zij spotten er mee, dat ook zij tot bekeering geroepen werden. Dat de weg der reformatie ook hun bekend gemaakt werd als de weg des HEEREN. Zij lachten er om.

De HEERE verhardt dien Hij wil.

„Evenwel verootmoedigden zich sommigen van Aser en Manasse en van Zebulon, en kwamen te Jeruzalem".

Waar de bekeering er kwam naar den oproep des HEEREN, daar was de kerkelijke eenheid er. Die kwam er uit den HEERE, toen er een kerkvolk was, dat den hals weer buigen wilde onder Zijn juk.

En wie nu van den Zoon Gods gelooft en daarom belijdt, dat Hij Zich een gemeente vergadert, beschermt en onderhoudt, — en wie daarmede ook gelooft, dat Hij dit doet door Zijn kerk al reformeerend vrij te maken en te redden uit de boeien van het verval van Zijn Woord, die geloove ook het Woord uit n Kron. 30. Dat is: die versmade den roep Gods tot waarachtige reformatie niet. En die zoeke de eenheid der kerk die Christus vergaderen wil, door steeds en van iedereen eerbied te blijven vragen voor de wetten waaronder de kerk alleen maar het leven vinden kan en tot het leven in zal kunnen gaan. Die vrage ook van den ander de bekeering, waarvan hij weet, dat Christus hem en den ander daartoe geroepen had.

In de concrete situatie van vandaag beteekent dit, dat wie het Woord gelooft en naar het Woord wil belijden, de kerkelijke eenheid zoeken zal door te erkennen dat het gebod tot vrijmaking voor den één, ook tot een gebod is voor den ander. Want Christus heeft maar één kerkwet, waaronder Hij allen vergaderen wil.


1) Vgl. Noordtzij tn „Korte Verklaring" bij dezen tekst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

De eenheid der Kerk, gezocht in den weg van de reformatie der Kerk

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 maart 1949

De Reformatie | 8 Pagina's