GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geloof en kindwording

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en kindwording

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven, kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn naam gelooven. Joh. 1 : 12.

Gaarne nemen wij over deze beteekenisvolle plaats een nog niet gepubliceerde parafrase van wijlen prof. Greijdanus hier op. Hij neemt u als het ware bij de hand, en vraagt: wat staat daar nu? En dan komen de uitleggende bizonderheden.

Er staat: oovelen Hem aannamen, hun gaf Hij de bevoegdheid als kinderen Gods voor den dag te komen, dengenen nl. die gelooven in zijn naam. „Zooyelen als" Hem aannamen; er waren dus anderen. „Maar dit" 'zoovelen als' „geeft aan, dat het in vergelijking met de anderen maar weinigen waren, die schier niet meegeteld kunnen worden. • Het waren uitzonderingen. Hoe velen op zichzelven ook, in vergelijking met de anderen waren het een schier verdwijnend klein aantal. Dat zijn dan al de ware vromen bij het Israël van de eeuwen". Dit „Hem aannamen" „is, gelijk uit het vervolg ook duidelijk blijkt, zakelijk gelijk met geloovig aa.nnemen, geloovig erkennen, geloovig zich aan Hem geven (Het) komt niet door henzelf maar door Gods genadige verkiezing en genadige Geesteswerking vs 13 Zie ook Joh. 3 : 3 en 5 en 6b; 6:44^-45 Welke waren de zegenrijke vruchten van dit geloovig aannemen? " , Hij gaf hun". „Het was een gave. Zij hadden er geen aanspraak, geen recht op Bevoegdheid, recht, verlof Kinderen Gods, uit God geboren („tekna" ziet juist op geboorte uit; „huios" kan men ook door adoptie worden). „Te worden", „d.i. zich te openbaren, uit te komen als. Hier niet: worden hetgeen men van te voren niet reeds was, 'doch: ichtbaar worden, uitwendig blijken, een zich toonen van hetgeen men innerlijk reeds was". Aldus Greijdanus. 1)

Het woord „exo.usia", hierboven vertaald door „b e V o e g d h e i d", wordt volgens Bultmann door Johannes steeds gebruikt in den zin van „recht, volmacht" (verwijzing naar Joh. 5:27; 10:18; 17:2:19:10 V.). Greijdanus merkt daarbij op: Het kan echter de vraag zijn, of hier, en in de andere genoemde plaatsen, het element van vermogen, kracht, wel geheel uitgesloten is. Maar dat van recht, bevoegdheid treedt in elk geval op den voorgrond al behoeven we (de quaestie) van kracht, bekwaamheid, vermogen, niet geheel uit te sluiten" (ib. 46). En als Bultmann meent, dat „kinderen Gods te worden" eschatologisch zal bedoeld zijn, dan kan Greijdanus dat niet toestemmen. „Hier wordt niet maar gesproken van hetgeen eerst straks wezen zal na dezen tijd, maar ook van hetgeen reeds nu, reeds toen, in den tijd der oude bedeeling, ontvangen werd en geschieden mocht". En wat dat „in z ij n n 'a a m gelooven" aangaat: dit is maar geen bloot voor waar houden Het wijst op een zich bewegen naar en overgeven aan, nl. van den geest, het innerlijke, den ganschen mensch ". Het grieksche deelwoord (part. pr.) „geeft te kennen, dat hier gesproken wordt van iets duurzaams, blijvends, doorgaands" (46).

Deze plaats bevat dus een duidelijke openbaring van de waarheid: niet aan allen wordt de zaligheid, het heil, teruggegeven. Op Gods doen valt hier de nadruk. God wijkt niet van den regel af; Hij handhaaft: zaligheid is aan geloof annex.

In VS 13 wordt van die geloovenden gezegd, dat ze uit God geboren zijn; dit gaf Bultmann aanleiding voor de bewering, dat die g'eboorte uit God niet de wortel en. de vóóronderstelling van het geloof is. Greijdanus wijst deze meening af. Niet uit de „kracht" vaii hun geloof, zooals Bultmann wil, zijn ze van God voortgebrachten7 uit God geborenen. Want, aldus Greijdanus, „indien het geloof de kracht was, die het kindschap (van God) zou bewerken, dan waire het geloof menschenwerk. Dan hadden de geloovenden zichzelf tot kinderen Gods gemaakt Vs 12 spreekt niet van een innerlijk worden van hetgeen men innerlijk niet was, doch van 'nuitwendigzich zichtbaar openbaren, van een zich weten, zich betoonen" (46). Vandaar dan ook, dat vs 13 te kennen geeft: dat dit geloof rust op goddelijke wonderwerking. Het is dus niet zoo: uit kracht van het geloof geboren uit God, maar andersom: uit God geboren en uit kracht daarvan (als van zijn wonderwerk) geloof.

Tot zoover Greijdanus. Hij wil dus zeggen: God „geeft de zaligheid terug", daarin, dat Hij geloof teruggeeft. Geloof in Hém, dat na den val gedateerd is als geloof-in-Christus. Dat is belijdenis-inhoud met deze uitspraak ^) als achtergrond. Krijgen alle menschen, ook de niet-geloovenden, de zaligheid terug? Weineen: God geeft haar terug aan wie Hij haar teruggeeft, en die ge kunt kennen aan hun geloof; Hij geeft geloof aan hen, wien Hij geloof geeft; Hij verbindt aan zich wie Hij aan zich verbindt; A is A.


1) In een niet gepubliceerd collegeverslag, samengesteld buiten verantwoordelijkheid van prof. Gr., uitgave studentencorps F.Q.I. (dogm. en exeget. verh. in verb, m. d. proloog van Joh.), bl. 45.

2) De lezing, die sommigen voorslaan, alsof in vs 13 enkelvoud zou gestaan hebben (waarmee met „uit God geboren" op Christus zou gedoeld zijn, niet uit mans-Initiatief geboren) wordt ook dóór Greijdanus verworpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Geloof en kindwording

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's