GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER  Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uneven

Amice frater. Vergun mij nu, zoo ter verpoozing, een eenvoudig

verhaaltje, allicht een beetje allegorie. Daar was ergens eens een groote familie met een rijk familiebezit en een kostbare traditie.

En daar was uit dat groot geheel, te groot om allen aan de leiding der zaken dagelijks deel te doen nemen, «en kleine familieraad, die alles in aller naam be­

heerde. Het ging langen tijd goed, maar die raad neigde, zooals het in zulke gevallen meer gaat, tot overheersching, die deftig wel hiërarchie wordt genoemd. Het groote goed werd niet naar oude wijsheid geregeerd en de veelgeliefde traditie , in menig opzicht geschonden.

den. Toen rees er verzet, en daar was er één in het bijzonder, die ernstig vermaande tot terugkeer tot den goeden, ouden'regel, en om van de wijsheid der vaderen niet af te wijken.

Die man had het recht aan zijn zijde en was daarom lastig.

Hij verwekte niets dan onrust naar de meening der leiding. En er moest toch rust zijn. Rust en eenheid, was dat niet een waardig parool?

Men week immers niet van de vaderen af, men noemde zichzelf hyper-getrouw.

Dus werden dien onruststoker eischen gesteld: zwijgen en buigen. En toen dit geweigerd werd, wierp men met algemeene stemmen dien lastigen man uit. En — de rust zou zijn hersteld.

Maar zichtbaar onrecht bevredigt niet allen menschen.

En heelemaal rustig bleef het niet in den breeden familiekring.

Daar was in elk geval één gezin, welks hoofd bleef pleiten voor herstel, waar onrecht aanwezig was; voor verzoening en hereeniging. Hij was voor de eenheid, voorzeker, maar gevoelde ook veel voor de waarheid. En hield dus niet op met gedurig brieven te richten tot den regeerénden familieraad met dit succes, dat deze besliste, zich nogmaals over het geval ernstig te bezinnen.

En nu wachtte men in het gezin van dien man der hereeniging in spanning op het antwoord, dat komen zou.

Eindelijk, op een goeden dag, kwam dat. En welk een antwoord!

Geen eenvoudige brief, maar een groot postpakket. Dat is toch wel wat vreemd, dacht moeder.

En een der kinderen zei: het lijkt wel een sinterklaasverrassing.

Stil kinderen, riep vader, de zaak is hoogst ernstig, en wij maken geen grapjes. Het antwoord moet goed zijn, want waarom anders zulk groot pakket. Waarom zooveel moeite gedaan na zulk lang beraad?

Ja, ja; vol verwachting klopt ons hart.

Maak ruimte, moeder, op de groote tafel, wij gaan het pakket openen.

Heel het gezin schaarde zich nu om de tafel heen, waarop in het midden het groot geschenk stond uitgestald.

'Vader greep zijn zakmesje, om het touw los te snijden.

Wacht even, zei de zorgzame, zuinige huismoeder; voorzichtig losmaken, want dat touw kan ik goed gebruiken.

Zoo geschiedde het dan. Met eenige moeite, waarbij een der nagels van vader, die ietwat te driftig bezig was, zelfs ging scheuren. Maar — eindelijk was het touw los en het zware pakpapier werd afgewikkeld. Ziedaar — een nieuwen omslag met het opschrift: eerste conclusie.

Nu de fijnere band, daarom heen, losgemaakt, het omslag afgewikkeld.

Tot groote verbazing van allen: weer een omslag, en daarop met fraaie letters: tweede conclusie. Dat is al eerst niets, zei een der jongelieden.

Niet zoo haastig oordeelen, vermaande vader. De zaak, lieve kinderen, is buitengemeen ernstig en ingewikkeld en moeihjk ook.

Wij gaan verder. En nadat het papier verwijderd was, weer een omslag. Derde conclusie.

Vader rustte even, heel verwonderd. Hij wischte zich het zweet van het voorhoofd. De spanning was gestegen. Wat zou dat worden?

Opnieuw aan het werk: ontbinden van knoopen en losmaken en afwikkelen, met 'het resultaat: vierde conclusie. Weer niets

Wat zat er anders op, dan met frisschen moed weer aan het werk te gaan?

Resultaat, een telkens kleiner wordend pakket, maar weer een nieuwen omslag: vijfde conclusie.

Dat is toch wel heel vreemd, riep er een. Wat wil men toch?

Geduldig verder, zei vader, wiens handen begonnen te beven. Geduldig verder, want waar zooveel moeite is gedaan moet het slot wel kostelijk zijn.

Maar moeder zei zorgvol: wat wordt dat toch een rommel met al dat papier en touw. De tafel vol, de vloer bedekt — dat geeft mij maar weer werk en ik had pas alles zoo mooi in orde.

En een der zonen declameerde: geduld is zulk een schoone zaak, om in een moeielijke taak

Stil toch! riep vader; ik ga verder. Touw los, papier afgewikkeld: zesde conclusie.

Het wordt vervelend, mijn verhaaltje, vindt U niet? In het gezin vond men het ook wel zoo. Maar — wat zou men anders doen dan voortgaan?

Moeder was intusschen even naar de keuken gewipt. De melk overgekookt, zei ze zuchtend, toen zij terugkwam. En hoe ver is het nu?

Wij zijn bij de twaalfde conclusie, zei er een, en nog is er niets.

Moedig voorwaarts, zei vader; niet versagen, dat zeiden de ouden, en die waren vidjs. Het wordt goed, want ik herhaal: waarom anders zoo'n drukte? Die wijze leiding werkt toch ook niet voor niets?

En zie — ten slotte ging er een juichtoon op.

Een mooi verpakt doosje met een fraai zijden lintje er om.

Mag ik het lint? riep kleine zus. Het staat goed in mijn haar.

Stil hu, vermaande vader, en hij hief juichend het doosje omhoog.

Eindelijk, eindelijk, riep hij, vol vreugd. Dat is alle gegeven moeite dubbel waard. Want zie het opschrift: schuldbelijdenis.

En hij drukte het doosje aan zijn hart.

Daar is nu, wat ik altijd heb gewenscht. Schuldbelijden, maar van beide kanten natuurlijk, want wij zijn toch allemaal zondige mensehen?

Ook hij, die heenging uit onzen kring.

Ging? dus een der jongens. Ging? Ik dacht: uitgestooten.

Nu ja, zei vader, in elk geval liep hij er uit, maar dat was niet noodig geweest. Bleef ik ook niet, hoezeer bezwaard ik was?

Hij ging — Hij lijdt aan absolutisme en aan isolatisme.

Dat is geen kleinigheid, merkte een van het gezin op.

Maar bij ons is het ook niet in orde, dus vader weer. Wij missen de blijdschap in onzen familiekring. De vreugd is er uit, en daar moet hereeniging komen. Alles weer één in waarheid. En dus schuldbelijden, zooals ik het heb gewild. En dat is het nu, wat ik in het hart van het pakket vind. Het wordt goed, het wordt alles goed.

Maar maak nu die doos eens open! riep Moeder.

Welja De spanning was tot het toppunt gestegen en diepe stilte heerschte in het gezin, toen het deksel er af ging.

Allen keken met groot begeeren naar den inhoud, om het kostelijk juweel te bewonderen, 'dat zij zouden zien schitteren.

Helaas — Wie teekent de teleurstelling? doos was ledig. De

Met open mond staarde men elkander aan.

Leeg verzuchtte vader eindelijk, en daar was eenige wanhoop in zijn stem. Leeg zei moeder. Leeg de kinderen.

En toen kwam de klassieke vraag: en wat nu?

Vader! riep een der jongens, wiens gezicht hoogrood was van verontwaardiging: vader, en laat U er zich nu zóó tusschen nemen?

Wij blijven toch? vroeg moeder.

Toen was het alsof vader uit hangen droom wakker werd.

Er tusschen laten nemen? riep hij. Zie eens, mijn jongen, dat woord past hier niet. Laten wij ons rustig bezinnen.

Niet zoo overhaast onze conclusies trekken.

Wat is er wezenlijk gebeurd? En hij stond op,

Dat weet ik al wel, zei de jongen, en ik dacht het ook wel. Ik hoorde het al, en men zegt het van allen kant: er is niets veranderd.

Niets veranderd! riep nu vader; niets veranderd?

Maar Idjk dan eens naar dien grooten hoop papier. Wijst dat niet ondubbelzinnig op een verandering ten goede ?

Is er niet een gansch andere stemming gekomen? Was dit niet zoo, waarom al die inspanning aan dat pakket besteed? Neen — jullie moet niet luisteren naar het spreken van onbekeerlijke menschen. Daar mogen geen feiten zijn, daar is ook een sfeer, een milieu, een atmosfeer, een beroering, een zoeken, een vragen, een uitnoodiging tot praten.

En daarop moeten wij zien.

Daar waren er, die vroegen: wat zult gij doen, als er niets verandert, niets gebeurt?

Die vraag was overbodig. Want wij scheiden ons niet af. Dat staat vast. Maar wij wachten en werken. Er komt nu hoop. Er is meer dan een wolkje als eens mans hand.

Ja — zei er een: daar is in elk geval veel pakpapier. Neen, dus vader, daar is een veranderde stemming. En hoe langer hij nadacht, hoe meer hij kwam in vervoering.

Een veranderde, een verbeterde stemming. Een doorbraak, doorbraak zeg ik.

Er kan nu worden gepraat, worden saamgesproken, onderhandeld.

De eene partij wil dat, en als de andere onwillig is, verstokt in absolutisme en isolement, dan ligt de schuld daar. Dan is daar geen verootmoediging.

De opstandige jongen mompelde nog: in elk geval niet zoo'n postpakket.

Maar vader zei: zwijg; de stemming is veranderd en daarop komt het nu aan.

Toen verklaarde moeder: en laten wij nu het zaakje opruimen, want kwam er eens een — het is geen gezicht!

Maar vader zei: dè papiertjes netjes opvouwen meisjes, want die hebben toch ook waarde.

En het doosje, zei een van de meisjes, is voor mij; net. geschikt om oude knoopen op te bergen

Ziezoo — amice, nu is er de olifant met zijn langen snuit en mijn vertelseltje is uit.

Allicht zegt gij: een vreemd verhaal.

Gij hebt groot gelijk, maar het werkelijke leven is menigmaal vreemder dan de wonderlijkste roman.

Met hartehjke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER  Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's