GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uneven h

Amice frater. Ik weet niet of de Amerikaan Reinheid Niebuhr een afstammeling is van den Duitschen professordiplomaat van dien naam uit de vorige eeuw. Geestelijke verwantschap is er wel, inzooverre dat beiden verliefd zijn op het begrip mythe, en daarmee de een de geschiedenis van het Romeinsohe rijk, de ander den Bijbel te lijf gaat. Ik houd het dan maar liever met

den mogelijken voorvader. De bedoeling van den Amerikaanschen theoloog, hier te lande zelfs als 'brillant' begroet, is, om het ChristeUjk geloof te i'erzoenen met het moderne ongeloof, de moderne natuur-en historiebeschouwing. De laatste heeft dan veel bij hem voor, want haar feiten missen de aanhalingsteekens, die telkens voor

en na de feiten der Schrift worden geplaatst. Het pogen is allerminst nieuw. Ik denk nu aan den Joodschen wijsgeer Philo, die leefde in de dagen van Christus' komst hier op aarde.

Christus' komst hier op aarde. De geleerde Lagrange zegt van dien wijze — in sijn groote werk „Le Judaïsme" —, dat men wel meent, dat het hem te doen was om de heidenen te winnen voor het jodendom, Mozes verzoenende met Plato. Is hij, dus Lagrange, van die meening geweest, dan heeft hij zichzelf vergist. Maar hij denkt, dat Philo meer bedoelde de afvallige Joden voor het Oude Testament terug te winnen, waarom hij van alle feiten der Schrift sjrmbolen maakte.

Een „waarheid achter de waarheid".

Zou Niebuhr meer succes hebben bij de moderne natuurkundigen en historici?

Hij verwijt hun 'hybris', wat, naar ik meen, zooiets als overmoed beteekent, wijl zij de historie zien als de verlosser der menschheid. De mensch zal allengs toch den weg van den vooruitgang gaan, en in dit opzicht lijken de moderne geleerden op hun overgrootvaders in de vorige eeuw. De eeuw van het „progrès". Hoe ellendig de tijden van thans ook mogen wezen, zij zeggen, dat wij bedenken mogen, hoe lang het heeft geduurd eer verschijningen als zij zelve mogelijk werden. En zij roepen de beangste tijdgenooten toe: wacht maar een half millioen jaren en alles komt terecht.

Niebuhr vindt dit niet ten onrechte een schraile troost.

De hoogmoed van tegenwoordig vindt toch zijn „nemesis", zijn wraak in het gebeuren van onzen tijd.

Maar de mensch van onze dagen behoeft niet te wanhopen, als hij maar de moderne illusies ziet als de schering, waardoor Niebuhrs vaardige hand den inslag werpt. De toekomst wordt dan, wel een schoon tapijt van hoop en geloof.

Veel meer echter wendt de Amerikaansche professor zich tot de geloovige christenen, met zijn verachting als zij vast blijven houden aan de feiten der Schrift, met zijn lof, als zij even rijk willen zijn aan aanhalingsteekens als hij, en alle feit OTllen omzetten in een mythe, die iets grootsch symboliseert. Hij doet hier denken aan Renan, die ergens opmerkt, dat wie de geschiedenis eener religie wil schrijven, natuurhjk moet gelooven — want hoe zou anders een religie zoo jgrooten invloed kunnen oefenen — maar hij moet er niet in gelooven, 'd' iine maniere absolue', want een absoluut geloof is niet in overeenstemming met de wezenlijke historie.

Het valt mij op, dat in den laatsten tijd er onder de gereformeerden lieden zijn, die ongeveer op dezelfde wijze spreken over hun belijdenis. Men moet bijv. aanvaarden, wat zij zegt van de kerk. Maar niet 'd' une maniere absolue'. Dat schijnt ook niet te passen bü nzen tijd. En wij vrijgemaakten worden beschuldigd an „verabsoluteering" der kerk en voorts nog van „isolatisme". Alsof er geen Groen van Prinsterer is eweest, die zei: in mijn Isolement ligt mijn kracht; n toen doelde hij op beginselvastheid.

De scherpste verwijten richt Niebuhr tegen die christenen, die het Woord Gods letterHjk hebben opevat. Daardoor hebben zij zich schuldig gemaakt aan en theologisch obscurantisme, zij hebben de waareden van het Christelijk geloof verduisterd, en de euwige diepte van de christelijke symbolen vereenelvigd met de voorhistorische vormen, waarin zij erden uitgedrukt.

Zoo hebben zij de eschatologische symbolen van het Christelijk geloof bedorven. Corrupt gemaakt.

Hij zal het nu eens anders laten zien. En het is erkwaardig, hoe deze geleerde man allerlei versleten argumenten, en domheden zelfs, als onomstootbare aarheden aan den man tracht te brengen.

Hij spreekt dan van de mythe der schepping en ertelt, dat het Bijbelverhaal in zoo ongeveer alle eidensche religies wordt gevonden.

Hij verhaalt van de mythe van den val en van het erbond, het eerste den Joden, het tweede de menscheid rakende.

De Joden verbonden het heil aan een particulier olk en wachtten op een particulieren held, zooals de merikanen roemen van Washington en de Tsechen an Mazarijk.

De profeten hadden een vaag vermoeden, dat de erkelijkheid wel wat anders zou zijn, maar zij veristen zich toch ook deerlijk.

Zoo sprak Jesaja valsche profetie, toen hij tot de oden zeide, dat zij ten aanzien van het dreigend geaar van uit Babel niet moesten vertrouwen op gypte, maar op den Heere hun God. Nu, zegt Nieuhr, die hulp kwam immers niet. De valsche profeten adden dus volgens hem eigenlijk groot gelijk. Het iplomatiek vertrouwen was verstandiger. Daar had en wat aan.

Maar vele christenen vielen, zegt hij, in gelijke fout als Jesaja, meenende, dat God helpen zal een volk, dat rechtvaardig wandelt. Het „messianisme" van het Oude Testament staat volgens hem lijnrecht tegenover dat van het Nieuwe Testament.

En als hij dan van de feiten^ van het Nieuwe Testaent gaat spreken, wordt alles ook weer sjrmbool.

De „historische Jezus" wordt onderscheiden van den „Christus", het symbool der verlossing. Zijn geboorte, lijden, sterven en opstanding — het is alles mythe en symbool.

En nu zijn er van die dwaze geloovigen, die de feiten, in de . Schrift genoemd, als werkelijk gebeurde dingen willen zien. Zij hebben behoefte aan mirakelen. Maar dat is twijfel en ongeloof.

Veel hooger staat het geloof, dat die feiten verwerpt, maar die ziet aJs een symbool der waarheid, dat de historie alleen geen uitkomst brengt, maar dat God souverein is over de geschiedenis, de zonde en het kwaad op zich neemt, en zoo de hoop biedt op een heerlijke toekomst.

Wij moeten de genoemde feiten aanvaarden in geloof en berouw, met onze gansche persoonlijkheid, en dan verstaan wij eerst wat de Schrift ons wezenUjk wil zeggen.

, Het IS ontstellend te zien, welk een misbruik er telkens wordt gemaakt van allerlei Bijbelteksten. Hoe de apostel Paulus, die nog wel St. Paulus heet, omgewerkt wordt tot een soort godsdienstigen wijsgeer, die een stelsel ontwerpt, waarna dan de geschiedenissen van het Nieuwe Testament werden geschreven.

Nu heeft de christeUjke kerk echter veel bedorven, omdat zij geen Niebuhrs in haar midden en tot geloofwaardig prediker had. Daar was het bederf der Roomsch katholieke kerk, die de kerk verabsoluteerde. Ik las helaas zulke opmerking ook reeds bij menschen, die zich gereformeerd noemen en dan wel echt.

Want de wezenlijke fout der Roomsche kerk is, dat zij valsche kerk is, het Woord Gods loslaat en menschehjke inzettingen verheft tot absoljite waarheden.

De Reformatie zou dan met die roomsche verabsoiuteering der kerk wel hebben gebroken maar zij ging weer fout door de feiten der Schrift a; s feiten te aanvaarden en de symbolieke beteekenis er niet van te doorzien. De „eschatologische" beieekenis.

En dan het Calvinisme. Dat was wel heelemaal mis.

Want dat meende het leven in staat en maatschappij te kunnen redden door de regeering te geven in handen van „heilige menschen", de geredden, de menschen, die de zonde zouden kunnen bannen uit het leven.

Maar daar is een kerk van waarlijk geloovigen, en die is wel anders dan Toynbee meent, maar er is toch komende een universeele kerk, onzichtbare kerk, die al de fragmenten in zich zal kunnen verwerken. Elen kerk, die zegt, dat zij de waarheid heeft en dat zij die niet heeft.

Geloovigen, die de dubbelzinnigheid van het menschelijk bestaan, zooals die mensch is ingewikkeld in de historie, erkennen, niet zoozeer op de Schrift vertrouwen — alleen als vol van symbolen — doch inzonderheid hun rijkdom vinden in het sacrament, vooral het sacrament van het avondmaal.

Die kerk met haar geloovigen, bekend en onbekend, mogen waarlijk leven uit geloof en berouw. Daar komt verootmoediging over de begane fouten in het verleden en heden. Maar die kerk mag wel weten, dal zij altijd weer antichrist kan worden, als zij aan de feiten der Schrift blijft vasthouden.

En dan komen al de christelijke termen terug. Zij zijn met Christus begraven in den doop en zullen met Hem opstaan en wandelen in nieuwigheid des levens. Romeinen 6:4. Voor hen zal gelden: dat dan de zonde niet heersche in uw sterfelijk lichaam om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden van dat lichaam". Rom. 6 : 12. En deze evangelische waarheid moet nu gepredikt worden tot de moderne wereld, die de historie zelve ziet als de verlossing. Het evangelie moec die illusie doordringen en de menschen redden van die valsche eilanden der zekerheid, die zij hebben opgeworpen. God is machtig, om al die sterkten neer te werpen en de menschheid te leiden uit de gevangenschap tot de gehoorzaamheid aan Christus. Want is het dwaze Gods niet wijzer dan de menschen? 1 Cor. 1 : 25.

En nu komt ten slotte de klap op 'de vuurpijl. God zal waarlijk niet excuseeren priester op profeet of gemeenschap van geredden.

Wij zien hier, hoe het beest uit den afgrond, de valsche profetie, in bond gaat met den grooten draak, vervolgende de kerk des Heeren.

Geve de Koning der kerk ons de kracht om de teekenen van. onzen tijd te verstaan.

Met harteUjke groeten en heilbede uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's