GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Groningen-Oosterbeek-Den Haag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groningen-Oosterbeek-Den Haag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Haagsche Synode is weer bijeen geweest. Ditmaal zelfs vervroegd; zulks in verband met een o.a. door Ds B. A. Bos, Dr F. L. Bos en Ds M. de Goede aan haar deputaten van samenspreking voorgelegde „samenvatting van gevoelen".

Die term roept herinneringen op aan het jaar 1943. Toen werd immers een „Verklaring vem Gevoelen" ingediend door hen, die zich met bezwaarschriften tegen de leeruitspraken van '42 tot de sjmode hadden gewend. Eén „Verklaring van Gevoelen", waarmee ze bedoelden het dreigende gevaar van kerkscheuring te bezweren. De toenmalige synode heeft echter die „Verklaring van Gevoelen" genegeerd en tot op den hul­ digen dag rust dit stuk in haar archief.

Men verachtte een verklaring van gevoelen, toen de breuk nog voorkomen kon worden. Men, maakt ophef van een samenvatting van gevoelen, als de breuk een feit geworden is.

Een vooruitgang sinds '43? Ik geloof het niet. Ja, als de Haagsche SjTiode nu eens op die eerste „verklaring van gevoelen" was ingegaan; als ze eens had uitgesproken dat die leer volkomen ciereformeerd was, en dat die broeders in hun ambtelijken dienst nimmer hadden mogen zijn geschorst! Ja, dan...

Maar men handhaaft nog zijn vonnissen; men neemt de oorzaken der breuk niet weg; men poogt alleen maar de gevolg en van eigen zonde minder groot te maken. Evenwel zonder zich te bekeeren. Neen, dit optreden der Haagsche Synode is niet naar Zondag 33.

Toch weegt iets anders me deze weken zwaarder. Dat is het doen der drie predikanten, in den aanhef genoemd. Ik lees daar de namen van B. A. Bos en M. de Goede. Twee mannen, die lid waren van de Synode van Groningen in '46; die een poosje later, in '48, confereerden in Oosterbeek; en die nog geen twee jaar later zich aan Den Haag presenteeren met een nieuwe formule.

Wie scherp vsal zien, wat er zich bezig is af te spelen, mag het jongste stuk kerkgeschiedenis niet vergeten: ook niet voorzoover ds B. A. Bos en ds M. de Goede daarin een rol hebben gespeeld. Van hun kant is tot voor kort met nadruk verzekerd, dat zij de lijn van Groningen handhaafden; dat zij binding en schorsing opgeheven wilden zien. En toen na Oosterbeek II ondergeteekende schreef, dat men daar dogmatisch en kerkrechtelijk de broeders al had losgelaten en de vrijmaking in feite verloochend, volgde een fel protest hunnerzijds.

Laten we kort de feiten noemen.

Te Groningen was een stuk ter tafel van de Synode-Duursema, behelzende een voorstel tot samenspreking. Inzake de w ij z e van ontmoeting werd voorgesteld: mondeling contact tusschen depuitaten van beide kanten. En als thema der samensprekingen wees men aan: het gezamenlijk ontwerpen van voorstellen, welke zouden kunnen leiden tot overeenstemming inzake leerpunten, welke ons tot nu toe scheiden.

Groningen antwoordde op beide punten met een zeer beslist „neen". Ze zeiden van het synodale voorstel daar, dat het was zondig (omdat men den bodem der feiten verliet en daarmee Gods gebod inzake een waarachtig herstel van een geslagen breuk ongehoorzaam was); dat het was schadelijk (omdat geen leer pi u n t e n, doch de concrete leer uitspraken van '42 ons scheidden); dat het was gevaar-1 ij k (omdat op die wijze de eenheid van handelen binnen onze kerken zou worden verbroken); en dat het was zinloos (omdat de uitnoodigende partij alles handhaafde, en de vrijmaking als dwaling en revolutie bleef veroordeelen).

Groningen wees dus het synodale thema op de aangegeven gronden af. En Groningen vyilde ook niets weten van de voorgeslagen w ij z e van ontmoeting, doch stelde daartegenover als eisch: voorshands schriftelijk en publiek; omdat alleen zoo de dreigende gevaren konden worden afgewend, en alleen zoo 't medeleven en gebed van alle geloovigen kon worden verkregen.

Zoo spraken toen ookdsB. A. BosendsM. d e G o e d e! '

Enkele jaren later gingen deze broeders met o.a. Toomvliet en Volten confereeren te Gosterbeek. Toen zetten ze de eerste stappen op het hellend vlak, waarvan ze het dieptepunt bereikten deze week in Den Haag.

Ik kan me best begrijpen, dat sommigen wel iets voor Oosterbeek voelden. Temeer, omdat verzekerd werd, dat men daar als particulieren elkaar had willen ontmoeten. Als op dezen weg nu eens iets goeds kon worden bereikt, waarom dan niet?

Toch ging 't daar in Oosterbeek mis. Omdat men toen begon te handelen, lijnrecht in strijd met wat men zelf te Groningen had helpen besluiten. En omdat men toen den kerkelijken weg verliet.

Oosterbeek deed wat Groningen wilde voorkomen: praten over leer punten inplaats van spreken over concrete leeruitspraken. Men ging daar in zijn conclusies praten over 't verbond, dat niet zuiver voorwaardelijk was, en ook niet zonder meer onvoorwaardeUjk. En men leidde in de conclusies de aandacht af van de eigenlijke oorzaken der breuk: de leer-. uitspraken van '42.

Men ging daar onderhandelen over een procedure naar art. 31, terwijl in geding was de brutale verkrachting van art. 31 door de Synode. Oosterbeek bracht de heele zaak op een totaal ander plan. Men zei, dat men het ambt der geloovigen wilde activeeren.

Maar Groningen had dat al gedaan! Juist daarom had men den eisch van „voorshands schriftelijk en publiek" gesteld, om de geloovigen binnen onze kerken actief te houden, en die buiten onze kerken actief te maken, in het bewaren en herstellen van de eenigheid des geloofs. Groningen zei, dat wie zich hadden vrijgemaakt in dat goede werk moesten volharden door trouw te b 1 ij V e n, en dat wie het nog niet hadden gedaan de eenigheid der kerk moesten gaan betrachten door weer trouw te wórden, en zich op staanden voet

vnj te maken. Vandaar dat Groningen een getuigenis deed uitgaan in dien geest, met als eerste liandteekening die van ds B. A. Bos.

Oosterbeek ecliter deed iets anders. Men zei daar: rechts en links van de scheur zijn de geloovigen niet of onvoldoende actief geweest met betrekking tot de eenheid. En Bos en De Goede wilden, in bond met Volten en Toomvliet, die trage massa aan beide kanten tot activiteit te brengen.

Het goede werk der vrijmaking (actief de eenigheid des geloofs handhaven) veroor'deelden ze als gebrek aan eenheidsactiviteit. En het kwade werk van binding en schorsing v e r - goelijkten ze: het was niet het verbreken der eenheid actief, doch een tekort aan eenheidsactiviteit. Kortom, men wierp' synodalen en vrijgemaakten op één hoop, en veroordeelde aUen gelijkelijk.

Daarmee was men overgestapt op het thema dat Groningen had afgewezen. En men had ook een w ij z e van ontmoeting aanvaard, die men zélf te Groningen in de sterkste termen had. veroordeeld.

Memand mag er boos om zijn, als Bos en de Goede sinds Grroningen veranderd zijn van opinie. Als ze meenden achteraf dat 't besluit van Groningen onjuist was, wie zal dan hun het recht betwisten om te pogen dat besluit teruggenomen te krijgen? Als ze dat maar o p e n 1 ij k hadden gezegd! En als ze daarmee maar in den kerkelijken weg waren gebleven!

Doch dat is juist de ellende: men heeft er altijd omheen gepraat. Men probeerde de menschen wijs te maken, dat Oosterbeek precies in de lijn van Groningen lag. En men negeerde den kerkeUjken weg volkomen. Men richtte zich niet met zijn bezwaren tot de kerkelijke vergaderingen, maar ging over het hoofd van alle kerkeraden heen zich richten tot de individueele geloovigen. Men deed dat samen met Toomvliet en Volten, die onze kerken fel bestreden. En men deed juist wat Groningen had willen voorkomen: men brak de eenheid van h a n d e l e n binnen onze kerken. Sinds dat moment begon de verwarring binnen onze kerken toe te nemen.

Men beweerde wel, dat 't daar in Oosterbeek een particuliere ontmoeting was. Maar in feite ging men daar de kerkelijke zaak van een mogelijke hereeniging aan de orde stellen en propageeren, volkomen in strijd met kerkelijke besluiten en buiten alle kerkelijke vergaderingen om.

En die ellende begint zich nu duidelijk te openbasen.

Onder de bewering dat 't particulier was, ging men zaken der kerken behandelen. Toen Ds Bos zich voor 't eerst met de Haagsche Synode in verbinding stelde, schreef De Roeper: dat doet hij particulier. Maar toen men resultaten meende bereikt te hebben, werd onmiddellijk door datzelfde blad de trom geroerd: nu moet onze 'Synode bijeenkomen!

Dat men de dwaasheid zelf niet zag: als 't p a r t i-c u 1 i e r e zaakjes zijn, dan schrijf je daarover niet in de krant en dan probeer je niet de menschen daarvoor warm te maken. Zijn 't daarentegen k e r k e 1 ijk e aangelegenheden, wie heeft Ds Bos en Ds de Goede opdracht gegeven en gemachtigd om met Den Haag te gaan onderhandelen?

Daarom als eerste conclusie dit: onze kerken moeten deze dingen onontvankelijk verklaren. Ze hebben niets te maken met de particuliere aangelegenheden van enkele menschen. En als men zegt: »'t is voor onze kerken van groot belang, dan moeten die kerken.zeggen: wij laten onze zaken niet e i g e n m a c h t i g behandelen door enkele menschen, die de kerkeraden en 't kerkverband totaal negeerden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 maart 1950

De Reformatie | 12 Pagina's

Groningen-Oosterbeek-Den Haag

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 maart 1950

De Reformatie | 12 Pagina's