GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Christus' oproep tot de juiste beproeving van den tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus' oproep tot de juiste beproeving van den tijd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij zeide deze gelijkenis: en zeker man had een - vijgeboom, geplant in zijn •wijngaard; en hij kwam en zocht vi-uoht ' daarop, en vond ze niet. En hij zeide tot den - wijngaardenier: ie, ik kom nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgeboom, en vind ze niet; houw hem uit; waartoe beslaat hij ook onnuttelijk de aarde? En hij, antwoordende, zeide tot hem : Heer, laat hem ook nog dit jaar, totdat ik orn hem gegraven en mest gelegd zal hebben; en indien hij vrucht zal voortbrengen, laat hem staan; maar indien : niet, zoo zult gij hem namaals uithouwen. Lucas 13 : 6—9.

II

(slot)

Christus dringt nu zijn vermaan om den tijd te beproeven aan met een gelijkenis. Die spreekt voor zichzelf, in haar strakken ernst.

Maar het spreekt niét van zelf, dat er een gelegenheidswoord van wordt gemaakt voor het beproeven van den tijd der jaarwisseling: vaak wordt immera over dit woord gemediteerd op Nieuwjaarsmorgen. En waarschijnlijk knap-exemplarisch

Wij moeten 't heel concreet zien: Christus stelt aan Zijn Kerk van den Ouden Dag hiermee een ultimatum tot bekeering. Of eigenlijk is het adres nog scherper bepaald, geloof ik: Jeruzalem, de Kerkstad van , de Bedeeling der schaduwen.

Want in de Schrift wordt het volk Israël vaak aangeduid met het bee'.d van een wijngaard. (Ps. 80 b.v.; Jes. 5; Jerem. 12; vele andere gelijkenissen van den Heiland.)

En nu treft u hier het eigenaardige, dat de eigenaar in den wijngaard een vijgeboom heeft geplant. Dat was in Israël iets heel bizonders, omdat de HEERE verboden had, de wijngaarden met tweeërlei gewas te beplanten, tenzij de opbrengst geheel voor Hem was, zoowel van het eène, als van het andere gewas ^). Is nu de wijngaard beeld van Israël, eigendom des HEE-REN, dan beeldt de - vijgeboom Jeruzalem af, eveneens eigendom des HEEREN.

Zoo wordt deze gelijkenis van ontroerenden ernst: de vijgeboom (waarvan de vruchten verscholen zitten onder de bladeren) blijkt bij inspectie van den eigenaar onvruchtbaar, drie jaar achtereen. D.w.z.: Jeruzalem is geestelijk-dood; er is voor het Koninkrijk der hemelen geen vrucht van te wachten. Reeds wil de Eigenaar (de HEERE) dien boom maar laten omhakken. Maar de Wijngaardenier (met wien Jezus Zichzelf bedoelt) pleit nog voor den vijgeboom: geef hem nog een kans — Ik zal aan hem doen, wat Ik kan!

Waren die boodschappers over Pilatus en de Galileeërs Jeruzalemmers ? Misschien wel. Maar in ieder geval stelt Christus hier Zijn ultimatum aan de Kerkstad-bij-uitnemendheid. Want Hij gaat vuur werpen op de aarde, 't Moet komen tot een be-wust j a of een bewust neen — daar in Jeruzalem! Daar valt de uiteindelijke beslissing, welke gansch de stad en heel het Bondsvolk raakt: vóór of tégen Christus. Daar zal Judas als , , neenzegger", Nicodemus als „jazegger" openbaar komen; Kajafas als „vuile", Simon Petrus als „heilige" 2).

En als Christus dezen ultimatieven oproep om den tijd te beproeven gesteld heeft dan trekt Hij verder naar Jeruzalem. Nog spaart Hij den vijgeboom, Hij spit om hem, legt mest aan zijn wortelen: Hij predikt er het Evangelie. Hij geneest er zieken. Hij wekt er dooden op. Want , , de vijgeboom" moet klaar blijken óf vruchtbaar óf onvruchtbaar. Het moet in Jeruzalem komen tot een consequent „neen", en een consequent „ja". Zet het laatste liever voorop, want dat is het eerste doel der verkondiging van het Evangelie.

Dit ultimatum, deze oproep — ze lijken hard, maar nergens is het lokkend roepen van den Heiland zóó sterk als juist in dit optrekken van de crisis, in Israël, in Jeruzalem, in de Kerkstad. „Och, of g ij b ekendet, wat tot uw vrede dient!"*) „Keert weder, gij afkeerige kinderen, en Ik zal uw afkeeringen genezen !4)

Eerst leefden de Schriftgeleerden en overpriesters met die kleine groep van godvruchtigen, die te Jeruzalem de verlossing verwachtten^), „-vredig" naast elkaar. Doch die „vrede" moet verstoord, zal de waarachtige vrede genoten worden. Vuur op aarde! Het Woord, dat scheiding maakt, wijl het genadekracht én oordeelswerking bevat.

En sindsdien kan niemand meer er onder uit, als hij met Christus, met het Woord geconfronteerd wordt.

Let b.v. op de eerste Pinksterprediking: nóg werpt Christus vuur in de Kerkstad. Petrus hanteert het zwaard des Geestes: „Bekeert u en wordt behouden van dit v e r k e e r d gesla c h t." Maar dan is er voor de luisterende bondelingen maar tweeërlei mogelijkheid: ja zeggen, wat de erkenning beteekent, dat die Jezus van Nazareth de Gekroonde Messias is — óf neen zeggen, wat - wil zeggen, dat Golgotha goed is geweest, en dus Jezus opnieuw kruisigen.

Nu, dat ziet u ook in de Kerkstad gebeuren:3000 straks 5000 worden gedoopt, ze zeggen tot Christus j a. Maar de massa, de autoriteiten voorop, zeggen zeer bewust: e e n, en 't komt al spoedig tot bittere vervolging der Kerk.

Zoo Verandert Christus het gelaat des aardrijks: van uit den hemel jaagt Hij, sinds dat eerste Pinksteren, wereld en Kerk naar het volgroeide einde toe, wanneer neutraliteit niet meer gevonden wordt, maar het is óf beslist en beproefd j a óf belijnd en gerijpt neen.

Vuur op de aarde......

Hoe beproeft gij uw tijd niet?

Daar komen wij niet onder uit, onder dien ultimatieven oproep van den Zoon des menschen, onzen Heer in de hemelen.

Nog staat de „vijgeboom" Het is maar de vraag, of hij - vruchten draagt De Groote Wijngaardenier spaart nog, spit nog, legt pog mest — maar is het niet naar Zijn Eigen profetie, dat de boom ieder jaar der Pinksterbedeeling al meer teleurstelt? : „de Zoon des menschen, als Hij wederkomt, zal Hij ook geloof vinden op deze aarde ? "

En „geloof" — dat is naar de Schrift niet maar een vage, religieuze band aan een Christus van eigen maaksel, noch een onbelijnd belijden, dat Hij „de Goede Vriend" is dergenen, die „van goeden - wille" zijn. Neen, geloof is het vasthouden aan de gezonde leer, en dus Jezus Christus belijden als Zaligmaker, en als Heer, in alle levensverband, centraal van het eigen hart uit.

De vraag is vandaag nog precies op haar plaats: „hoe beproeft gij dezen tijd niet? "

Maar de verantwoordelijkheid om te antwoorden daarop is nog meer gespannen, geladen geworden, want het karakter van onzen tijd is: de verscherpte crisis. Omdat onze Heiland in de hemelen zeer verlangt, haar voleinding tot stand te brengen, in de volstrekte scheiding tusschen rechtvaardigen en goddeloozen:

„Wie onrecht doet, doe nog vérder onrecht; -

wie vuil is, worde nog méér vuil; —

wie gerechtvaardigd is, doe nog méér rechtvaardigheid; —

wie heilig is, worde nog méér geheiligd". —•

Elke preek, elke Schriftlezing, elke „meditatie" is vandaag ultimatief geladen: Christus spit, legt mest en wacht af: wat doen u en ik? Zal de vijgeboom bloeien, vruchtdragen — of blijft er niets anders over dan „neimaals afbouwen" —?

Christus' oproep in dit Schriftwoord doet het - vuur aan ónze voeten branden. En hij beteekent vandaag nog een zegen, opdat we den eeuwigen zegen deelachtig mogen zijn: bloeien en veel vrucht dragen, In Zijn gemeenschap.

J. SMELIK.


1) Vgl. Deut. 22 : 9.

2) Vgl. Openb. 22 : 11.

3) Vgl. Luc. 19 : 43.

4) Vgl. Jerem. 3 : 22.

5) Vgl. Luc. 2 : 38.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 november 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Christus' oproep tot de juiste beproeving van den tijd

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 november 1950

De Reformatie | 8 Pagina's