GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoe de Heilige Geest ons en onzen kinderen Christelijk onderwijs geeft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe de Heilige Geest ons en onzen kinderen Christelijk onderwijs geeft

(Bij den Hemelvaartsdag en het Pinksterfeest)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(iii, slot)

4. BEDOELING.

Want laat ons nu tenslotte óók nog letten op de gena.dige bedoeling, waarmee de Heilige Geest Zijn christelijk onderwijs aan ons wil geven en aan onze kinderen wil laten geven. Wat heeft Hij ermee vóór, aldus ons en ons zaad in Zijn dagschool de verborgenheden van het hemelsch koninkrijk te openbaren?

Wij hebben nu gezien, dat dit onderricht des Geestes tweeërlei werking oefent; dat het aan den dag brengt zoowel den onwil als den wil, om naar dat Woord te leven. Het maakt openbaar zoowel den wil, om de loffelijkheden des HEEREN te neutraliseeren en Zijn sterkte en wonderdaden te steriliseeren, alsook den wil, om den lof des HEEREN te bezingen en om, door Goddelijk licht geleid, aan het nakroost, dat den HEERE wordt toebereid, te melden het heil van Zijn gerechtigheid en groote daden.

Maar nu heeft de Geest der profetie bij ons en onze kinderen speciaal de bedoeling met Zijn onderricht, om dat laatste te bereiken. Daarom beveiligt en beschermt Hij ons en onze kinderen tegen de eerstgenoemde werking. Want de bedoeling van dit onderwijs en van zijn ongerepte handhaving en van zijn voortplanting van geslacht tot geslacht bestaat in deze drie punten:

Ten eerste, opdat wij en onze kinderen en kindskinderen altijd in de geschiedenis een geslacht zullen zijn, dat zijn vaste hoop en welgefundeerde verwachting zal bouwen op dien God, die de Schepper en Onderhouder en Vernieuwer is van hemel en aarde, — die door de geschiedenis heen via zondeval en verlossing en heiliging voortjaagt van het Paradijs naar de Stad der voleinding; — op dien God, die van het tweetal Adam en Eva haastig zoekt te komen tot het volle getal van de zeven duizend uitverkorenen, die de knieën voor de Baals dezer eeuw niet hebben gebogen noch hun voeten hebben gekust, om met dat volle getal straks de Stad der voleinding te bevolken.

Ten tweede, opdat wij Gods daden niet zouden vergeten, maar Hem in de historie aan het werk zouden zien in Zijn wonderwerken van gericht en van genade; — opdat onze oogen dus zalig zouden zijn, omdat zij zien, en onze ooren, omdat zij hooren; — en opdat wij, telkens als wij de vergadering en bewaring Zijner kerk en de zuivering en den voortbouw van Zijn koninkrijk op mogen merken, voor het heil, aan ons bereid, Hem dankbaar zouden zijn in het luisteren naar en in het doen en bewaren van Zijn geboden.

En ten derde, opdat wij toch vooral NIET binnen het verbondsvolk over de grenslijn van de antithese heen zouden stappen, en uit Juda en Efraïm, uit het geestelijk Israël in het vleeschelijk Israël, en uit de reformatie van de kerk in de deformatie van het algemeene christendom terug zouden vallen. Want hier heeft het onderwijs van den Geest der profetie ons gezet in den voortgasnden strijd, om daarin te volharden. Hier heeft Hij ons de oogen en de ooren geopend, om te zien en op te merken, dat de antithese niet halt houdt bij de tegenstelling tusschen christendom en wereld, maar dat de lijn zich voortzet tusschen christenen èn christenen, aan den eenen kant christenen, die de oogen en de ooren sluiten voor het algemeen verval en voor de verder doorvretende Woordverlating en voor de gevaren van de vermenging van waarheidselementen met de dwaling, èn aan de andere zijde christenen, die daar op dat punt, waar de antithese doorloopt, den strijd niet staken, maar de worsteling voortzetten tegen alle valsche profetie, óók die, welke in de kerk en in het koninkrijk wist door te dringen. Daarom maant de Geest der profetie ons zoo genadig af van het kwade voorbeeld, dat onze vaderen ons hebben nagelaten, dat wederhoorige en weerspannige geslacht, dat zijn hart niet richtte, om den HEERE naar Zijn Wóórd te dienen, en welks geest niet getrouw was met dien God, die van het Paradijs tot de Stad der voleinding zoekt te komen. Die vaderen, de kinderen van Efraïm, gewapende boogschutters als zij waren, keerden niettemin óm ten dage van den strijd. Dié zagen de antithese slechts tusschen Israël en de heidenen loopen. Die zagen daar slechts de barbaren, de gojim, en zij, zij waren het zaad van Abraham, dat deswege automatisch bij God in de gunst stond. Zij maakten zich ook sterk in eigen krachten, en ze formeerden een geweldig leger van goedgewapende schutters, waarop ze him betrouwen stelden, een geweldige eenheid, waarbij de vraag niet meer gesteld werd naar het rechte belijden. Want ze hielden niet vast aan Gods verbond, en weigerden te wandelen in Zijn wetten. Ze verdoezelden en vervlakten Zijn daden en zij vergaten Zijn wonderen, die Hij niet voor hen verborgen had gehouden, maar die Hij in den vorm van een gelijkenis zeer helder had doen zien.

Maar intusschen was de antithese verder doorgedrongen; ze had zich ingewrongen BINNEN het verbondsvolk tusschen Efraïm en Juda. Maar hóe goed ze ook waren gewapend, en welk een macht ze ook gezamenlijk wisten te ontplooien, juist daar gingen ze óm in den strijd en maakten ze zich gelijk aan Gods vijand. De argumenten van schotjesgeest en van verbreking van de eenheid, die ze tegenover de heidenen zoo schitterend wisten te weerleggen, namen ze, nu de strijd zich toespitste binnen het verbondsvolk, gretig van de heidenen over. De heidenen hadden godenbeelden, z ij moesten van hun God óók beelden hebben. De heidenen hadden sultans, zij moesten óók van zulke koningen hebben. Ze predikten de christelijke neutraliteit, en ze maakten van Gods verlossingsdaden door Mozes en Jozua en David „kenteringen", die deze of gene eeuvi' te zien gaf. Ze kozen geen positie meer tusschen Mozes en Aaron, èn Korach, Dathan en Abiram, en tusschen Saul en David. Daarom heeft de HEERE Efraïm verworpen en Zijn woonplaats van Efraïm verplaatst naar Juda, waar David van achter de schapen werd weggeroepen, om het volk des HEE­ REN te weiden met de heerschappij van de getuigenis en van de wet. En daarom komt de Geest der profetie óns aan datzelfde kwaad vandaag ontdekken, om ons en onze kinderen ertegen te beschermen. Hij wil niet graag, dat God .de HEERE Zijn woonplaats van bij ons weg zou nemen, en dat het lot van Efraïm het deel werd van ons en van ons nageslacht.

Daarom, laat ons op de genadebedoeling van dit onderwijs des Geestes ietten. En laten wij de goede keuze doen en dagelijks de goede keuze vernieuwen. En laat ons waakzaam zijn voor onszelf en voor ons zaad, nu de afval en de Woord-ondermijning ook onze christelijke scholen aantast, waar de ketterij niet meer mag worden bestreden, en de loffelijkheden des HEEREN worden verbleekt, tot een kleurlooze massa van neutrale gebeurlijkheden. En laat ons dankbaar zijn, wanneer God ons de oogen en de ooren opent, en weer nieuwe mogelijkheden wil schenken. Laat ons met gebed en gaven steunen de actie van den landelijken Contactraad Christelijk Onderwijs ^) en van het Verbond van Voorstanders van de Vrije Christelijke School (V.C.S.) ^). Laat ons profijt trekken van de adviezen dezer organisaties in plaatselijke moeilijkheden, ja, laat ons vooral ook in eigen woonplaats getrouw zijn. En laat ons de bijzondere gevaren van het ndddelbaar onderwijs onder het oog zien, en offeren en bidden voor Gereformeerd middelbaar onderwijs en voor gereformeerde Kweekscholen.

Onze goede God geeft ons weer zooveel nieuwe mogelijkheden en zegeningen, die we heelowaal niet bij Hem hebben verdiend. Laat ons daarom ook voor onzo kinderen niet opzien tegen tijdelijke opofferingen en bijzondere moeiten, om hun toch het rechte christelijke onderwijs te geven. Laat ons hier niet „voor het gemak" werken om de spijs, die vergaat, maar laat ons arbeiden om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven. Want als we daarin getrouw zijn, zal God ons en onze kinderen beschermen en bewaren voor een eeuwig leven. Want dat bedoelt de Geest der profetie met het onderricht van Asaf in dezen bekenden onderwijs-Psalm 78. Dat bedoelt Hij, het is om het tijdelijk èn eeuwig welzijn van het kerkvolk en zijn zaad.

Laat ons dan met onze kinderen onder de genade en de bescherming van het openbaarmakende onderricht van den Pinkstergeest der profetie bHjven. Want de verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vreezen, en Zijn verbond, om hun die bekend te maken, en niét te verbergen (Ps. 25 : 14). Op dan tot den voortgezetten schoolstrijd, die vandaag te voeren is BINNEN de grenzen van het verbondsvolk. Tegen de revolutie van het algemeene christendom, dat de openbaring zoekt te verbergen, het pure evangelie van de kerk en van het koninkrijk, dat de verborgenheden openbaart. Dat de verborgenheden bekend maakt van de hemelsche heerschappij van den verhoogden Christus, die door den Gteest der profetie op aarde alle dingen rijp maakt voor het laatste vonnis; de daden en de wonderen des HEEREN, DIE HIJ ONS H E E F T DOEN ZIEN.

J. F. DE WEGER.


8) Secr.: P. Klein, Wllhelmlnastraat 14, Rozenburg. Orgaan: Contactblad Chr. Onderwijs.

8) Secr.: S. Akkerman, Hoendiep 97, Hoogkerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Hoe de Heilige Geest ons en onzen kinderen Christelijk onderwijs geeft

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1951

De Reformatie | 8 Pagina's