GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donderdag 4 October— Woensdag 10 October.

VERZORGING VAN LEDEN VAN GEREF. KERKEN IN INDONESIË.

Ds Cnossen las namens commissie II een rapport voor over een voorstel van de classis Batavia inzake de geestelijke verzorging van leden van Geref. Kerken in Indonesië.

Na enige discussie, vjraaraan werd deelgenomen door oud. C. C. de Vries, ds F. de Vries, de praeses en ds Cnossen, werd met algemene stemmen het volgende toesluit genomen:

De Gen. Synode, kennis genomen hebbende van: a. een voorstel van de classis Batavia om de geestelijke verzorging van de in Indonesië achterblijvende leden onzer kerken te doen geschieden of door de in Indonesië aanwezige missionaire dienaren des Woords, of telken jare voor een half jaar een leenpredlkant naar Indië te zenden;

b. een schrijven van de kerk van Semarang tegen bovengenoemd voorstel van de classis Batavia, tevens inhoudende het verzoek aan de Synode om steun voor het beroepen van een eigen predikant, welk stuk mede-ondertekend is door de praeses van de kerk te bjacarta;

c. een schrijven van de classis Appingedam, bevattende het verzoek aan de Synode om niet in te gaan op het voorstel van de classis Batavia;

overwegende:

a. dat, hetgeen door de classis Batavia en de kerk van Semarang wordt gevraagd, niet geacht moet worden tot de competentie van de Synode te behoren;

b. dat het niet nodig blijkt te zijn, dat de Synode door op het verzoek óf van de classis Batavia, óf van de kerk van Semarang in te gaan, handelend optreedt inzake de arbeid van deze kerken onder haar leden, aangezien de classis Groningen, naar de begeerte van deze kerken, doet wat nodig is;

besluit:

1. niet te treden in de voorstellen van de classis Batavia;

2. van deze uitspraak kennis te geven aan de kerken van Batavia en Semarang en de classis Appingedam en Groningen,

DE HEER LETTINGA Zljrl BENOEMING. AANVAARDT

In de avondvergadering van Donderdag deed de praeses mededeling van een schrijven van de heer J. P. Lettinga, waarin deze mededeelde, dat hij zijn benoeming tot lector in de Hebreeuwse taal heeft aanvaard.

CORRESPONDENTIE MET BUITENLANDSE KERKEN.

Ds H. J. de Vries leest een rapport over een verzoek van de Geref. Kerk te Pretoria tot opening van correspondentie. De commissie stelt voor om te besluiten te voldoen aan het verlangen van deze Geref. Kerk In Zuid Afrika en de relatie van corresponderende kerken tussen deze kerk en de Geref. Kerken in Nederland aan te gaan. Hierbij was. gevoegd de wijze waarop deze relatie tot nader order zal worden onderhouden en een advies aan de Kerk van Pretoria, om, Indien zij hulp behoeft, zich te wenden tot één of meer van de met haar corresponderende kerken in Nederland.

De commissie stelde voor te besluiten niet in te gaan op een verzoek van de classis Groningen, waarin deze doorgaf een advies van de kerk te Helpman om „de steunverlening voor de geestelijke bearbeiding der emigranten In breder verband te bezien", daar er geen concreet voorstel is gedaan en de leden, die emigreren, zelf de consequenties moeten aanvaarden mede t.a.v. art. 28 N.G.B. Bovendien kan men zich wenden tot één of meer kerken in Nederland.

Ds Jongeling stemt tegen de vaststelling van de wijze waarop de relatie van corresponderende kerken zal worden onderhouden.

Ds Meester deelt de mening van ds Jongeling, daar deze correspondentie niet kan worden opgehangen aan art. 86 K.O. Elke afzonderlijke kerk kan de gevraagde hulp verlenen.

Ds Visée staat achter ds Jongeling en ds Meester, omdat hij niet iets minder wil dan correspondentie, doch iets beters.

Bovendien liggen er nog besluiten van de Synode 1927 l.z. het optreden van predikanten van met onze kerken in correspondentie staande kerken in het buitenland. Deze besluiten gaan verder dan de voorstellen die de commissie nu gedaan heeft. Er is correspondentie met de kerken In Helpman en Groningen en deze correspondentie is goed en vrij.

Ds H. J. de Vries draagt de overtuiging, dat liefde tussen mem. en vrouw niet benadeeld wordt door bepalingen van de burgerlijke overheid. Wij kennen de mensen nu nog, doch dat blijft niet zo en daarvoor zijn regelingen nodig. De regelingen, die de commissie voorstelt, zijn eenvoudiger dan de bepalingen van 1927. Art. 86 K.O. spreekt niet letterlijk over de correspondentie, doch heeft geen zin als er geen correspondentie is.

Ds Vink, voorzitter van de commissie, geeft een toelichting op de gedachtengang van de commissie. De huidige voorstellen kloppen niet op de vorige besluiten, doch het was de bedoeling om in dit concreet geval een bepaalde regeling vast te stellen, die niet zo stroef is.

Prof. Schilder adviseert in te voegen, dat hiermede vorige besluiten zijn vervallen. We moeten met de regelingen van correspondentie opnieuw beginnen en deze voor elk geval afzonderlijk vaststellen. Spr. had enkele bedenkingen tegen de voorstellen l.z. het verzoek van Helpman. We moeten wel iets doen.

Ds de Vries zou het juister gevonden hebben wanneer de praeses had voorgesteld terug te komen op de besluiten t.a.v. de Can. Ref. Churches.

Ds Jongeling deed een amendement aan de hand om te lezen, dat de kerk van Pretoria zich om hulp kan wenden tot één van de zusterkerken in Nederland, i.p.v. tot één van de met haar corresponderende kerken. De behandeling moest om des tijds wil worden afge­

broken. DE KERKEN TREDEN IN CORRES­ PONDENTIE MET DE KERK VAN PRETORIA.

In de zitting van Vrijdag 5 October ging de sjmode verder met de behandeling van het verzoek van de Geref. Kerk te Pretoria om in correspondentie te treden met de Geref. Kerken in Nederland.

De rapporteur, ds H. J. de Vries, beantwoordde de opmerkingen welke Donderdagavond gemaakt waren. Spr. wees er op, dat de commissie dezelfde gedragslijn had voorgesteld als in het geval van de Can. Ref. Churches. . Het voorgestelde is heel eenvoudig. De voorgestelde correspondentie-onderhouding is een daad van voorzichtigheid en van gemeenschapsbeoefening.

Wat betreft een gemaakte opmerking inzake het verzoek van de classis Groningen om de bearbeiding der emigranten in breder verband te bezien, zei spr., dat bij emigratie te weinig gelet wordt op de kerk in den vreemde. Groepsgewijze emigratie is aan te bevelen. Ds Visée diende, mede namens ds Jongeling, een voorstel in, bevattende een heel nieuwe regeling voor de z.g. correspondentie te gaan invoeren.

Ds F. de Vries vroeg of de sjmode zonder verzoek uit de kerken de oude regelingen wel af kan schaffen. Prof. Schilder achtte dit geen bezwaar, daar de synode kan constateren, dat de bestaande regelingen in de practijk niet meer bestaan.

Ds Vink vond het wel bezwaarlijk om alle bestaande regelingen zo maar te laten vervallen. „

Ds Visée sloot zich aan bij het oordeel van prof. S. Ook de voorstellen van de commissie houden een laten vervallen van de oude regelingen in.

Ds Vink zei, dat de oude regelingen ook algemene bepalingen bevatten.

Ds Visée wilde gaarne deze zaaik in de kerken laten rijpen. Toen hij merkte, dat de synode het beter vond zich momenteel te bepalen bij de voorstellen van de commissie, nam. ds Visée daarop het voorstel terug.

De voorstellen der conunissie om corresponderitschap met de kerk in Pretoria aan te gaan, werden aanvaard; met 23 tegen 7 stemmen aangenomen en 1 onthouding. Ds Visée, ds Jongeling en ds Doornbos verzochten aantekening, dat zij hadden tegengestemd. Ds Doornbos wilde bovendien schriftelijk zien vastgelegd, dat hij generlei gevolgen van dit besluit voor zijn persoonlijke verantwoording wenst te nemen.

De voorstellen t.a.v. het verzoek van de classis Groningen werden aanvaard met 26 tegen 3 stemmen en 3 onthoudingen.

DE BETREKKINGEN MET DE KERK VAN ARMADELE IN AUSTRALIË.

De rapporteur, ds H. J. de Vries, las daarna een rapport voor met betrekking tot de Geref. Kerk te Armadele. Hieruit bleek, dat er aldaar broeders zijn, die zich afzonderlijk houden, daar zij de instituering te Armadele onjuist achten.

De commissie stelde voor om met de kerk te Armadele in correspondentie te treden. Ds Drost vond het voorgestelde wel bezwaarlijk, daar we dan toch in feite gaan oordelen over de andere groep. Oud. de Vries was ook niet zeker over de situatie te Armadele.

Ds H. J. de Vries zei, dat wij niet moeten oordelen over de ontstaansgeschiedenis van de kerk te Armadele. Wij oordelen alleen over de grondslag waarop men staat. Men heeft niet om correspondentie, doch wel om relatie

Oud. de Vries was niet overtuigd van de wettigheid van de kerkeraad te A.

Ds Jongeling wrill het verzoek om correspondentie laten uitgaan van de kerk te A.

De rapporteur vond het een vreemd figuur van onze synode een appèlplaats te maken voor buitenlandse broeders. We hebben alleen te vragen of we te doen hebben met een wettige kerk. Daarover bestaat bij spr. geen twijfel.

Spr. is er voor om de kerk te A. te verzoeken met ons in correspondentie te treden.

Het gewijzigde voorstel van de commissie om de kerkeraad te Armadele te verzoeken de relatie van corresponderende kerken aan te gaan, werd aangenomen met 16—13 stemmen en 2 onthoudingen.

De broeders ds Visée, ds Jongeling, ds P. de Vries, ds J. V. Dijk, ds K. Drost, oud. Geertsema, oud. Immerzeel, ds Doornbos en oud. De Vries verzochten aantekening dat zij er tegen zijn. De twee laatsten wilden daarbij vermeld zien, dat zij generlei gevolgen van dit besluit voor hun rekening wensen te nemen.

GEESTELIJKE VERZORGING VAN ONZE MILITAIREN.

De rapporteur, ds Doornbos, las een rapport voor van genoemde commissie l.z. de geestelijke verzorging van militairen.

De commissie stelde voor niet de weg op te gaan om de overheid te verzoeken legerpredUianten, die door de kerk geïnstrueerd zijn, te erkennen, daar de ambtelijke verzorging van de leden der gemeente, ook wanneer die leden in militaire dienst zijn, moet worden verricht door de opzieners der gemeente. Deze mogen de verzorging niet laten verrichten door legerpredikanten, omdat legerpredikanten een onderdeel van het leger vormen, en het de kerken niet toekomt legerpredikanten te instrueren. De kerken moeten zich niet bemoeien met enig onderdeel van het leger, daar zulks in strijd Is met art. 30 K.O.

De synode van Groningen 1946 heeft het instituut van legerpredikant niet aanvaard en de synode van Amersfoort 1948 heeft het niet opgeheven.

Ds Jongeling vroeg verduidelijking.

Ds Vink onderstreepte de conclusie van de commissie. dat de synode gehoord heeft van medewerking van de legerautoriteiten.

Ds Janssen bevestigde dit eveneens. Ds F. de Vries bracht de hoorders onder de aandacht, dat bij verblijf in het buitenland het wel moeilijk zal worden om de militairen op goede wijze een geestelijke verzorging te geven.

Ds Doornbos zei, dat voorzover hem bekend is, er bij de synode geen officiële klachten zijn ingekomen, dus zal de zaak daar wel in orde zijn.

Ds Schilder stelde enkele redactiewijzigingen voor. Oud. Kooistra meende, dat de verwarring, die er onder ons heerst inzake het instituut van de legerpredikanten niet wordt weggenomen door deze voorstellen. Moet aan het instituut van legerpredikanten worden medegewerkt ? Ds Doornbos nam de redactiewijzigingen van ds Schilder over.

De voorstellen van de commissie werden hierop met algemene stemmen aanvaard.

Zij luiden als volgt:

1. Niet te voldoen aam het verzoek van de kerkeraad van Voorburg, de classis 's-Gravenhage, de particuliere synode van Zuid-Holland 1951, dat de kerken zich gemeenschappelijk tot de Hoge Overheid wenden, opdat zodanige voorzieningen worden getroffen, dat de kerken door middel van haar predikanten haar roeping ten aanzien van haar leden In militaire dienst zonder bezwaar kunnen vervullen en vervallen te verklaren alle voorgaande besluiten van generale synoden, waarin het instituut van legerpredikant wordt aanvaard.

2. Niet te voldoen aan het verzoek van de kerkeraden van Assen en Dalfsen, om uit te spreken, dat de besluiten van Groningen 1946 zijn te onderhouden, omdat deze besluiten immers van kracht zijn; en evenmin te voldoen aan him. verlangen om een uitlating van de commissie tot steun aan dè classis Batavia te weerspreken, daar deze commissie niet door de generale synode is benoemd.

HET „P.I.T.".

Ds Lok las een schrijven voor van de tijd. secretaris van het Prot. Interkerkelijk Thuisfront. (P.I.T.), met verzoek om medewerking aan het P.I.T.

De commissie stelde voor hieraan niet te voldoen, daar de arbeid, die gedaan wordt in en vanwege het P.I.T., niet behoort tot de competentie ener Gen. Synode. Besloten werd aan het verzoek van het P.I.T. niet*te voldoen, daar het deelnemen aan de arbeid, zoals die gedaan wordt door het P.I.T. niet tot de taak der kerken behoort.

Dit besluit werd genomen met 2 stemmen tegen. Vrijdagmiddag werden er commissievergaderingen gehouden, waarna de zittingsweek gemeenschappelijk werd besloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

De Reformatie | 8 Pagina's