GRAFDICHT.
Dees zerck hedeckt den helt, die, als een fackel lichtte, En opnieuw 'n reformatie in 's Heilants schaepskooi Istichtte,
Zijn lippen rustten nooyt Godts waerheit te trompetten. Zoo luide, dat zyn faem door al den lande klonck. Genade, en geen verdienste, in 's mans gestrengheid
[blonck. De Maertse maand zagh hoe ziel en lichaam scheidden, Het lichaam rust in 't graf, de ziel in Godts geleide. (Vrij naar Vondel)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 maart 1952
De Reformatie | 20 Pagina's