Vrije Universiteitsblad 1936-37 - pagina 197

731 Zijn er de jaarlijksche samenkomsten in elke plaats, voor bespreking en gebed? Zoo zouden er heel wat vragen te stellen zijn. Laten we maar eerlijk bekennen dat we niet hebben gedaan en niet doen wat we schuldig waren. En ons leven beteren. Er is nog zooveel te doen. Telkens blijkt overduidelijk dat het niet noodig is om genoegen te nemen met het tegenwoordige gemiddelde: van elke acht belijdende leden der Geref. Kerken slechts één contribuant, waarbij we dan over al de andere belijders der Gereformeerde beginselen, buiten de Geref. Kerken, nog maar niet spreken. Telkens ook blijkt het, dat bij persoonlijk bezoek veel contributies belangrijk kunnen worden verhoogd. Dikwijls wordt voor de V.U. niet meer of zelfs minder bijgedragen dan voor de een of andere plaatselijke vereeniging, die, hoe nuttig ook, met de V.U. toch niet op een lijn mag worden gesteld. Wie zou durven volhouden, dat in zijn plaats niets meer te doen en te bereiken valt? De toekomst zal nog veel vragen van allen die de Vrije Universiteit dienen. Met het grooter worden der Universiteit nemen ook de zorgen voor haar instandhouding toe en moeten onze prestaties in de propaganda grooter worden. Door oude en nieuwe middelen zullen wij moeten zoeken bijeen te brengen wat onze Universiteit noodig heeft. Ook in dit werk zullen wij biddend bezig moeten zijn. Ons gebed zal ons voor lauwheid en voor verslappen bewaren. God moge over allen arbeid, die ook in de komende maanden weer door en voor onze Univerriteit zal worden verricht, zijn zegen gebieden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen