GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE AFSCHEIDING ALS EMANCIPATIE-BEWEGING?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE AFSCHEIDING ALS EMANCIPATIE-BEWEGING?

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de meer recente literatuur van sociologische/historische zijde over de Afscheiding van 1834 wordt deze beweging gezien als emancipatie-beweging, een streven (zij het onbewust en met weinig indrukwekkende resultaten) van een godsdienstige minderheid, nl. een deel van de gereformeerde gezindte, behorend tot de lagere groepen uit de bevolking, geleid door voormannen uit de 'fatsoenlijke burgerstand'.

Nader gezegd: de Afscheiding wordt dan beschouwd als een vooroefening van de emancipatie der 'kleine luyden', die weer deel uitmaakt van de vier emancipatie-processen die in de vorige eeuw hun oorsprong vonden: de emancipatie van de genoemde kleine luyden of 'gereformeerden', van de rooms-katholieken, van de arbeiders en van de vrouwen. Deze processen komen eerst na 1860 echt goed op gang, maar reeds in 1834 werd de kerkelijke status quo (en die in plaatselijke situaties) beslissend doorbroken.

De betekenis van de Afscheiding wordt dan gezien als gelegen in het alternatief op kerkelijk terrein dat hier wordt geboden en kan dienen als leerproces en referentiekader voor andere groepen (Mulder). Oudere literatuur ziet de betekenis gelegen in de vanaf die tijd daterende theologische opleving (in gereformeerde zin) of ook als voorbereiding op de Grondwet van 1848 inzake de godsdienstvrijheid. Weer anderen zien de Afscheiding als doorbraak van de

census-en standenmaatsch appij (Gerretson), 'een religieus gedetermineerde uitweg uit geestelijke en sociale nood' (Rogier). Dit samenspel van religieuze, politieke, sociaal-economische en culturele factoren maakt de bestudering van de Afscheiding zo boeiend.

In plaats van de Afscheiding te beschouwen als een vooroefening willen we op het symposium proberen de actie van 1834 - in oorsprong en in gevolgen - als zodanig te bespreken. Wellicht was de actie bewuster (want verworteld in een traditie) en waren de resultaten indrukwekkender (zo omstreeks 1860/1870). Het vraagteken in de titel kan dan misschien verdwijnen.

Ter sprake zou kunnen komen:

1. Om welke groep gaat het in de toenmalige nederlandse samenleving? Dient de terminologie 'kleine luyden' niet herzien te worden?

2. Wat hield het concreet in voor enkelingen en groepen om zich bij de Afscheiding te voegen? Wie waren de leiders? Sociale stijging?

3. Welke verspreiding over het land? Hoe de groei en aantrekkingskracht van de kerken der Afscheiding te verklaren?

4. Welke actie ging er concreet uit van deze kerken? Organisatie, armverzorging, onderwijs enz.

5. Wat was het 'zelfbeeld' van de Afgescheidenen? Is hier een verschuiving te constateren?

6. Welke bronnen zijn te noemen om deze vragen te beantwoorden?

Literatuurlijst

Becker, J.W. Het eeuwige heimwee. Chiliasme en sektarisme. Alphen aan de Rijn, 1976.

Bouwman, H. De crisis der jeugd. Kampen, 1914.

Brunt, L. 'Over gereformeerden en kleine luyden'. Sociologische Meppel, 1971, 49 v. Gids.

Gerretson, C. 'De Fonte Iibertatis. De Afscheiding van 1834 en haar nationale betekenis' in Verzamelde werken m, Baarn, 1974, 53 - 69.

Gerretson, C. 'Onbekende factoren van de Afscheiding van 1834' in Verzamelde werken V, Baam, 1975, 168 - 182.

Hendriks, J. De emancipatie van de gereformeerderi, Alphen aan den Rijn, 1971.

Hofman, H.A. Ledeboerianen en Kruisgezinden. Een kerkhistorische studie over het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten (1834 - 1927). Utrecht, 1977.

Jong, O. de. 'Nieuw licht op de afscheiding van 1834? ' in Rondom achttiende jrg. nr. 1, februari 1976, 41 - 56. het Woord,

Plomp, J. Zo zongen de ouden. De houding van de Christelijke Afgescheidenen (Gereformeerden) tegenover het aanvaarden van overheidsuitkeringen aan de kerken. Kampen, 1972.

Staverman, M. Buitenkerkelijkheid in Friesland. Assen, 1954.

Stellingwerff, J. Amsterdamse emigranten. Onbekende brieven uit de prairie van Iowa 1846 - 1873. Amsterdam, 1975.

Stokvis, P.R.D.De Nederlandse trek naar Amerika 1846 - 1847. Leiden, 1977.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1978

DNK | 93 Pagina's

DE AFSCHEIDING ALS EMANCIPATIE-BEWEGING?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1978

DNK | 93 Pagina's