GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tets Over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tets Over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVIII.

i)e pr6ek vslii Ds. Stroobant te Veere.

Wij hebben gezien, dat de classis haar uiterste best gedaan had, om de zaak van Stroobant ten einde te brengen. Een stuk, bevattende de ware leer in theses, en de te verwerpen leer in antitheses, was Stroobant ter onderteekening voorgelegd. Die onderteekening zou een einde maken aan den strijd. Maar Stroobant gaf het nog niet op, want hij had veel bezwaren tegen het stuk der classis. Daarom kreeg hij hët mede, om het nog eens goed te onderzoeken. Had hij gfavamina (of bezwaren), dan kon hij ze den gedeputeerden (Schover, Bollaerts en Joh. Hulsius [sints 29 April 1694]) mededeelen en met die bespreken.

Ondertusschen bleef Stroobant zijne anti-nomiaansche gevoelens onverbloemd leeren in zijne gemeente en elders in andere kerken, waar hij predikte. Zoo sprak hij, wellicht in de maand Augustus, te Veere, in twee predikatiën. Het schijnt, dat hij sprak op verzoek van Ds. Hoogh, tenminste met dezen confereerden de gedeputeerden der classis teneinde meer van de preek van Ds. Stroobant te vernemen. Gunt mij, dat ik u inleid in den kring van bedienaren des Woords, welke daar zekeren dag te Veere gehouden is.

Ge vindt hier in de eerste plaats den u bekenden Ds. Joh. Hulsius en zijnen vriend Schorer, alsmede beider medegeputeerde Ds. Bollaerts. Voorts ziet ge hier Ds. Hoogh en eindelijk de Veersche predikanten Ds. Abraham Duvelaar en Jacobus Huygens.

»Wel, collega Hoogh, kunt ge ons ook iets vertellen van de ie preek van Col. Stroobant. Wij hebben gehoord, dat ge er bij tegenwoordig zijt geweest"; zoo laat Ds. Hulsius zich hooren. Doch Ds. Hoogh herneemt terstond: »Wie u dat gezegd heeft, heeft u misleid, waarde broeder. Wel ben ik bij de 2e preek geweest."

Nu, dat is hetzelfde, collega Hoogh, ge kunt ons in allen gevalle zeggen, wat dat voor een preek geweest is. Was zij rechtzinnig, stichtelijk? Spreek vrij uit, mijn broeder want wij komen hier niet als inquisitie om wat tegen onzen dwalenden Stroobant te vinden, en hem daarop te verderven. Integendeel wenschen wij hem te behouden en ook degenen die hem hooren.

»Ja, dat weet ik" antwoordt Ds, Hoogh, terwijl hij een stuk papier uit zijn jaszak neemt en voor zich openvouwt. „En daarom wil ik u wel gaarne zeggen, , dat de manieren van spreken van Ds. Stroobant zeer wel accordeeren met de gronden der Antinomianen in Engeland en Schotland, en met name de volgende stellingen, die ik opgeschreven heb en nu wil voorlezen: Daar is niets, dat ware godsdienst is te noemen op aarde, als alleen datgene, dat godsdienst is in den hemel (vgl. Jes. 6, Openb. 4), en dit is alleen godsdienst, dat in deze dingen bestaat:

I. God in zijn werken en waarheden te beproeven;

2. Gods werken en waarheden te approbeeren; 3. zich daarover te verheugen ; 4. die blijdschap uit te drukken in ons leven.

Ziedaar, broeder Hulsius, eenige punten uit Stroobant's preek.

»Magik dat papier van u hebben, wellieve Collega Hoogh? " vraagt Dr. Hulsius.

»Met genoegen", herneemt Ds. Hoogh, tegelijk het bewuste papier hem overreikende.

»Weet gijlieden, broeders, of er nog meer uit den kerkeraad bij Stroobant ter kerk zijn geweest, hetzij de eerste, hetzij den tweeden keet? '' vraagt Hulsius verder.

»Ik ben bij den eersten geweest, " antwoordt Ds. Duvelaar, »maar mij staat niet voor, eenige hetorodoxe stellingen toen gehoord te hebben, maar alleen eenige klachten over het lijden, hetwelk hem om zijne leer aangedaan wierd."

»En ik ben de tweede maal gegaan en heb dus hetzelfde gehoord als collega Hoogh, wiens mededeelingen ik gaarne beaam, " merkt Ds. Huygens op.

»Het is treurig, dat Stroobant zijn onrechtzinnigheid niet wil belijden en tot beter zich begeven, " zegt Ds. Schorer. »0 als hij eens wist, wat ons hart al geschreid heeft over zijn hardheid, hij zou zich al lang gewonnen gegeven hebben. Maar nu tart hij ons allen."

In dezen geest gaat dit gesprek onder de leeraars voort. Aller wensch is: redding van Stroobant, maar bovenal handhaving vaft de eere Gods. Eindelijk gaat ieder weer naar zijn huis.

De gedeputeerden vinden we den yden October terug, in de classisvergadering, waar men het verslag verwacht van het gebeurde te Veere, Den isten September had de classis reeds van deze dingen gehoord en daarom besloten, Stroobant tegen den volgenden dag te citeeren, zoo hij op het eiland mocht wezen. Stroobant was gekomen en de broeders hadden gevraagd, waarom hij toch 3 maanden gewacht had met antwoorden, en of hij nu in staat was het stuk der classis te teekenen? Stroobant had daarop geantwoord, dat hij zou zorgen over 14 dagen gereed te zijn. Den lóden September was echter het antwoord van Stroobant niet ingekomen, wel een verzoekschrift, dat de vergadering tegen veler zin gelezen had, waarna zij weer had besloten, dat Stroobant zich aan het oude besluit der classis had te houden en met de deputatie te spreken over zijn bezwaren tegen het classicale stuk.

Nadat nu op de classis van 7 Oct. de afgevaardigden het verslag omtrent Stroobant te Veere hadden gelezen, alsmede dat omtrent hunne onderhandelingen met hem in de hoofdzaak, betuigden zij, dat zij Stroobant niet hadden kunnen overtuigen om het stuk der classis te teekenen, of ook zelfs toe te staan met hem over zijne bezwaren te spreken. Hij had daarop hun niets anders ten antwoord gegeven, dan wat hij ook in zijn rekest aan de classis had medegedeeld, dat hij in het stuk gevonden had «zoodanige ingrediënten, welke ik in goeder conscientie niet kan.^ onderteekenen." Het stuk der classis was dus door hem omgewerkt, gedeeltelijk bekort, gedeeltelijk veranderd. En dit was hij bereid te onderteekenen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1887

De Heraut | 2 Pagina's

Tets Over het Antinomianisme in de 17e eeuw.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1887

De Heraut | 2 Pagina's