GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET BEROUW.

II.

Maar Gode zij dank, het is niet alzoo gebleven. Hem zij daarvan al de eer, en hoe het toeging wil ik u vertellen.

Even buiten het dorp stond een school en daar dicht bij een vijf of zes huisjes, 't Waren alle nieuwe gebouwen, die de heer van het dorp had laten zetten. De school was voor kleine kinderen; de onderwijzeres woonde er boven. De huisjes werden voor heel weinig geld verhuurd aan oude, arme lieden, die op deze wijs goedkoop en goed gehuisvest waren.

In een van die huisjes woonde een weduwe, die in het dorp »oude Betje" werd genoemd.

Ik denk dat er haast niemand meer leeft, die haar nog heeft gekend. Maar ik kan mij haar nog heel goed voorstellen. Zij woonde geheel alleen, want haar man was dood en haar kinderen hier en daar verspreid. Zij was arm, doch deze en gene hielp haar als 't noodig was, en zelf bebouwde zij nog het tuintje, dat achter haar woning lag. In den winter zorgde de dorpsheer nog al eens voor haar, zeodat zij geen gebrek leed.

Zij was een vrome vrouw Dikwijls hoorden we haar in haar tuintje of in huis psalmen zingen. Als zij bij ons kwam, wat wel eens gebeurde, was zij altijd vriendelijk voor ons kinderen, ja bracht, hoe arm zij ook was, nog dikwijls iets mee, b.v. appelen of peren. Mijn ouders hadden graag dat zij kwam, en spraken dan veel met haar over het Woord Gods en over de dingen des Heeren. Dat vond ik echter niet prettig om naar te luisteren, en zoodra ik de appelen had liep ik weg om te spelen.

Toch verwonderde het mij wel eens, hoe zoo'n oude vrouw nog van ons houden kon, en dat zij niet veeleer knorde en bromde.

Want zij had, om de waarheid te zeggen, meer last dan genoegen van ons. De steenen die wij wierpen, kwamen meer dan eens in haar tuin terecht en bedreigden haar vensters.

Sommige jongens waren zelfs ondeugend genoeg, om de appelen te kapen van een boom, die vlak bij de schutting van haar tuintje stond. Eens kregen wij in het hoofd om het beekje, dat langs haar grond liep, te verstoppen met steenen en zand, die wij een heel hoQger op er in wierpen. Zoo deden we haar veel veïdriet en last, en of ze ons al vriendelijk vroeg het te laten, wij lachten wat om »oude B: t", ook als zij ons waarschuwde, niet zoo hoog in de boomen te klimmen, wijl we vroeg of laat een ongeluk zouden krijgen. Bij onze ouders echter klaagde zij zelden of nooit. Dat was misschien niet goed. Want zeker zou vader mij die streken, vooral tegen oude Bet, wel afgeleerd hebben.

Op zekeren namiddag waren wij aan 't spelen in het bosch, dicht bij de bewaarschool. Een van ons sloeg den bal mis, zoodat hij over de lage schutting • van Betjes tuintje vloog.

Een, twee, drie sprong onze' vriend den bal

na. 't Duurde'echter nog^ al lang eer de knaap terugkeerde. Eindelijk kwam hij.

»o, Jongens", zoo riep hij, »daar heb ik wat gezien l" »Zoo? Wat dan? " »Oude Bet zit te slapen in haar leuningstoel in de achterkamer."

»Nu, wat zou dat? " vroeg ik.

»We moesten haar eens aan 't schrikken maken", antwoordde de booze knaap; »alswe eens een kluit aard tegen het raam gooiden; dan wordt zij wakker en weet niet wat er gebeurd is."

Dat was juist een kolfje naar mijn hand.

Wel begreep ik, dat het licht een vensterglas zou kosten, maar, dacht ik, ik zal 't wel zoo aanleggen, dat er niets breekt.

Meteen zocht ik een flinken kluit aard; en wij gingen allen naar het tuintje en klommen op de schutting.

»Mik nu goed", riep er een.

Zoo deed ik. Een oogenblik later, daar snorde de kluit aarde door de lucht en.... trof het venster. We behoefden er niet aan te twijfelen, want — er kraakte en brak iets; rinkinkelend rolden de glasscherven naar beneden.

Of de oude vrouw er wakker van werd behoefden we niet te vragen. We keken er echter niet naar. Verschrikt sprongen we van de schutting en stoven uiteen. De een borg zich hier, de ander daar. Doch 't duurde niet lang, of we troffen elkaar in het bosch weer aan.

> Gij hebt wat moois gedaan. Jan", riepen ze mij toe. „'t was goed gemikt. Maar 't glas is stuk.

»Nu, wat zou dat? Dat hindert-niet'', antwoordde ik, schoon ik toch lang niet gerust was.

»Oude Bet zal er zeker over klagen."

»En woudt ge mij dan verklappen? "' vroeg ik; »geen mensch weet immers wie 't gedaan heeft."

«Neen, " sprak een ander, »maar dat begrijpen ze wel. 't Is een huis van den dorpsheer en hij moet de stukkende ruit laten maken. Denkt gij dan, dat hij niet zal vragen hoe 't gekomen is? '' Dat was waar, en maakte mij nog benauwde-, 't Speet mij al, dat ik oude Bet had doen schrikken, maar dan de dorpsheer, met wien niet te spotten viel! Als Bet het hem eens vertelde! Ik had geen lust meer in spelen, en we dropen allen stilletjes af naar huis.

{Wordt vervelgd.)

AiN VRAGERS.

J. O. te S. — Het woord »zweer" beduidde in het oudere Nederlandsch ook «schoonvader."

In de nieuwe uitgaven van den Bijbel wordt dan ook terecht het laatste woord gebruikt.

Met het eerste raakt men in de war — gelijk gij zelf, niet waar?

D. V. beduidt: Z> eo valente, d. i.: »Zoo God wil."

N. te W. — Het is volkomen juist, dat we het woord «martelaar" verkeerd gebruiken.

Wandelaar (van wandelen) is : een die wandelt.

Zoo ook martelaar (van martelen): een die martelt, niet: die gemarteld wordt. Ik heb een dierenplager nog wel eens hooren toeroepen : »Foei, jij martelaar!'' We dienen nu echter het woord te houden in de beteekenis die 't heeft, al is die zoo min goed als van: brekende {breekbare) waar; vallende ziekte enz.

CORRESPONDENTIE.

A. V. D. te K. We hopen u spoedig te antwoorden ; doch deze week gaat het niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1889

De Heraut | 4 Pagina's