GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Resultaten van het onderwijs in de «onafhankelijke zedeleer" in de openbare scholen.

In het jaar 1882 werd in Frankrijk de wet op het leeken-onderwijs doorgedreven. Inplaats van geestelijke broeders en zusters, die op de meeste scholen onderwijs gaven, moesten er leeken komen, en instede van onderwijs in den godsdienst, moest de zedeleer aan de jeugd voorgehouden. Dat men bedoelde een «onafhankelijke" zedeleer te doen onderwijzen, spreekt als het ware vanzelf. De meerderheid der volksvertegenwoordiging had immers het opzet, om den invloed der Roomsche kerk te fnuiken, en daarom moest het godsdienstonderwijs vervallen. Men kon zich het geval niet denken, dat er ook onderwijs gegeven kon worden in de beginselen van den godsdienst door menschen, die geen priesters zijn. Daarom beteekende de strijd voor het leeken-onderwijs, dat alles wat naar godsdienst zweemde, van de school moest geweerd, en daarvoor in de plaats gesteld een zedeleer, die niets met den godsdienst zou uitstaande hebben. Helaas, ook de toongevers in de Gereformeerde kerken, zoowel in de staats-als in de vrije kerken, toonden zich met de nieuwe regeling van 1882 ingenomen; men hoopte zekerlijk, dat de Roomsche kerk door de nieuwe wet een knak zou krijgen terwijl men" voor het Protestantisme een tijdperk van nieuwen bloei zag aanbreken.

Met smart moest men het wel aanzien, dat de meeste Gereformeerde scholen te gronde gingen; doch het offer van eigen scholen legde men gaarne neder op het altaar des vaderlands.

Hoe jammerlijk bedrogen is men uitgekomen! Bij gelegenheid van de Parijsche tentoonstelling wilde men ook pronken met de Fransche schoolinrichting, en daarom besloten de machthebbenden, om aan alle directeurs en inspecteurs der volksscholen verslagen te vragen omtrent den toestand en de uitkomsten van het onderwijs in de zedeleer. Er werden 558 van die verslagen ingezonden, die blijken gaven van met nauwgezetheid te zijn opgemaakt en aan den deken der Parijsche Protestantsche faculteit, Fr. Lichtenberger, een modern theoloog, werd de taak opgedragen, om al die verslagen te ordenen en den hoofdinhoud in een bericht samen te vatten. Deze heeft zich van zijne taak gekweten, en zoo kwam een dik boekdeel in de wereld, waaruit men zien kan, welke uitkomsten men erkent verkregen te hebben door het onderwijs in een zedeleer, die met eenige godsdienstige belijdenis niets uitstaande heeft.

Dat de door den hoogleeraar Lichtenberger geconstateerde feiten velen teleurstellen, spreekt vanzelf; schoon hij zich voor het leeken-onderwijs blijft verklaren, moet hij erkennen, dat over het algemeen veel ontevredenheid, onklaarheid en oneenigheid ten opzichte van het onderwijs in de zedeleer heerscht. Den onderwijzers ontbreekt het op vele plaatsen aan de noodige overtuigingskracht of aan de gewenschte opleiding en bekwaamheid, om dit onderwijs te geven, en daarom heeft men het eenvoudig van het leerplan weggelaten. In Limoges wordt van 100 scholen in 60 geen onderwijs in de zedeleer gegeven; in Angoulême, Orleans enz. is de verhouding nog slechter. Dikwijls geeft men inplaats van in de zeden les in de burgerplichten. Toen een inspecteur aan een onderwijzer vroeg, welke deelen der zedeleer hij in de afgeloopen maand met de kinderen besproken had, kreeg hij ten antwoord: «Wij hébben over de ministeriën gesproken." Uit Bar sur Aube werd bericht; «Sommige onderwijzers meenen eene les in de moraal te geven, wanneer zij den kinderen de plichten van een gemeenteraad uiteenzetten. Eigenlijk is het onderwijs in de zedeleer afgeschaft. Men drijft politiek, terwijl de onderwijzer naar zijn gevoelen de plichten van den patriot en van den burger den kinderen voorhoudt." Uit Draguignon wordt geschreven: «De toekomst der school schijnt in gevaar door het slechte gehalte der onderwijzers." Uit Melun: «De onderwijzers moeten het slechte voorbeeld niet hebben, dat de hoogere ambtenaarswereld geeft; eerbied voor de hiërarchische autoriteit is noodwendig." Uit Auxerre, het vaderland van den man, die het meest heeft geijverd voor het tot stand komen van de wet op het leekenonderwijs, Paul Belt, kwam de volgende redeneering: »De onderwijzer is een ambtenaar; hij ziet, dat men door intrigues meer verkrijgt dan door verdienste; hoe zou men dan aan het geloof aan den plicht komen? " Uit andere plaatsen komen weder andere mededeelingen; als gevolg van het onderwijs in de zedeleer werd gemeld: «Het kwellen van dieren heeft opgehouden. De grootere kinderen slaan de kleine niet meer. Diefstallen van het goed van het land en van de gemeente komen niet meer zooveel voor. De plantsoenen der gemeente worden niet meer beschadigd.

De kinderen liegen minder."

Het „zwarte punt" in het verslag, door den hoogleeraar opgesteld, wordt door dezen genoemd: het bedorven familieleven en het slechte voorbeeld van de ouderen. De Parijsche professor zegt daaromtrent: «Wanneer de maatschappelijke kring, waarin de kinderen leven, niet beter wordt, is het prediken van de zedeleer tevergeefsch." «Wat baat het, of men de kinderen al allerlei lessen geeft, terwijl de handehngen der ouders en leeraars daarmede in tegenspraak zijn? " «De ouders kennen slechts de moraal van het eigenbelang". «De kinderen moeten den ouders de groote schandalen, in de nieuwsbladen vermeld, voorlezen". «De ouders hebben geen tijd, om zich met de opvoeding der kinderen in te laten."

Dat dit over het algemeen zoo ongunstig bericht groot opzien gebaard heeft, is wel te begrijpen. De heer Lichtenberger is van oordeel, dat het den bedienaren van den godsdienst moet vrijstaan, in de schoollokalen godsdienstonderwijs te geven aan zulke kinderen, wier ouders dit verlangen. Deze hoogleeraar is dus van oordeel, dat het toedienen van een weinig zout na het eten den geheelen maaltijd goed kan maken. De heer) De Pressensé geeft in den Revue Chrétienne toe, dat het onderwijs in de zedeleer absoluut ontoereikend is, wel wetend dat een zedeleer zonder Christelijken grondslag een onding is, waarvoor het officieele bericht, dat zegt, dat daar waar men van het geven van les in de zedekunde ernst maakt, de kinderen deze holle abstractiën lusteloos aanhooren', een nieuw bewijs levert. De Pressensé wil de school uit de handen der Roomsche geestelijke vereenigingen houden, maar aan de andere zijde ziet hij het gevaar in van de prediking eener onafhankelijke moraal; daarom wil hij, dat het onderwijs in de zedeleer van de school zal worden verwijderd, om het eigenlijk onderwijs zooveel mogelijk zedelijk opvoedend te maken. Maar hoe kan dat? Als men geen onderwijs in de zedeleer geven kan, hoe zal men het geven van ander onderwijs aan de bevordering van goede zeden kunnen dienstbaar maken ? De Pressensé verlangt, dat men voor het godsdienstonderwijs buiten de schooluren meer speelruimte zal geven; dat men de bestaande Donderdags-en Zondagsscholen zal vermeerderen, daarbij de vrije scholen begunstigende, hetzij deze al dan niet een kerkelijk karakter dragen.

Wij kunhen zeggen: Het systeem van Paul Bert en Gambetta, die de school tot een stormram tegen de kerk wilden maken, heeft blijkens de ervaring, fiasco gemaakt. Dit wordt zelfs door zijne voorstanders erkend.

Amerika. Uit New-York.

Het volgende ontleenen wij aan een brief uit Amerika.

»Den eersten Zondagmorgen, dien ik in New-York doorbracht, richtte ik mijne schreden naar de Broadway Tabernacle, waarvan Dr. W. M. Taylor predikant is. In een jaarverslag vond ik, dat die kerk 1148 leden telt, en dat zij 49, 196 dollars ontving en 46, 977 dollars uitgaf. De predikant krijgt 16, 000 dollars traktement, d. i. 40, 000 guldens, terwijl het koorgezang 6, 000 dollars kost. Door de kerk is een levensverzekering voor de predikant genomen, waarvoor jaarlijks ƒ 3000 aan premie betaald wordt Aan den Tabernakel is een bloeiende Zondagsschool verbonden; eene afdeeling is voor kinderen van Chiiiee^en en telt 57 leerlingen en 23 onderwijzers. De damesvereeniging voor inwendige zending verzamelde voor een waarde van 3-390 dollars, om in den vorm van kleeding, boeken en geld te worden gezonden aan predikanten, die in het verre Westen en Zuiden arbeiden. De »vereeniging van de helpende hand" verzamelt vrouwen uit de armere klasse in lokalen, waar haar grondstoffen om kleedingstukken uit te vervaardigen, worden verschaft, terwijl men een goed woord tot haar spreekt, wanneer zij daarmede bezig zijn.

Op een Zondag ging ik naar een negerkerk. Vele leden bleken mij naar de nieuwste mode gekleed. Het kwam mij voor, dat het volk onder de prediking zeer ernstig gestemd •was.

Men heeft te New-York eene beweging in het leven geroepen, om een groote kathedraal voor de Episcopale kerk te bouwen. Men heeft reeds den benoodigden grond aangekocht, en betaalde daarvoor 2, 500, 000 guldens! Men wil die kerk zoo hoog bouwen, dat men haar op een afstand van vele mijlen zien kan, hetzij men New-York van de zee-of van de landzijde nadert.

Onder de philanthropische instellingen van New-York bekleedt de Coaper Union een eerste plaats. Deze instelling werd door den heer Peter Cooper in het leven geroepen. De gebouwen hebben ƒ 1.575, 000 gekost. Men vindt er een groote leeszaal, waarin bijna alle couranten en tijdschriften van eenige beteekenis, die in de wereld uitkomen, gevonden worden.

Een 700.000 bezoekers maken per jaar van deze gelegenheid om gratis te lezen gebruik. De boekerij bevat 20.000 deelen en in 1884 zijn 224.000 geschriften onder het volk verspreid. Er wordt in het gebouw onderwijs gegeven in de telegraphie, phonographie enz. voornamelijk voor vrouwen. 3.389 leerlingen maken gebruik van de vrije avondscholen, die in het gebouw gehouden worden. In de wintermaanden worden er des Zaterdagsavonds door de eerste mannen van Amerika lezingen gehouden. En de laatste 28 jaren werd tot instandhouding der gebouwen en tot bestrijding van de exploitatiekosten drie millioen guldens uitgegeven!

In Amerika drijft men dus ook de philanthropie op groote schaal en hoopt op die wijze het voortwoekerend socialisme tegen te gaan. Of van Cooper's Union Gods Woord de grondslag is, wordt ons niet gemeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's