GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

SraiUe. Oatstaan der presbyteriaansche kerken in Spanje.

Toen de Reformatie in de 16de eeuw een schok gaf door geheel Europa, werden onderscheidene menschen ook in Spanje daardoor aangedaan. Vele mannen, die een hooge positie innamen en door kennis uitmuntten, omhelsden de beginselen der Reformatie; doch de tneesten moesten door de vervolging der Inquisitie den marteldood sterven. Enkelen konden echter ontkomen en vonden in den vreemde een toevluchtsoord. Een van hen, Casiodoro de Reyna, vertaalde de Schrift in het Spaansch, en vóór hem had Juan de Valdez, broeder van een der secretarissen van Karel V, de psalmen

en het Nieuwe Testament vertaald en verklaard, Anderen schreven boeken, om de gezuiverde religie aan te prijzen, of vertaalden de geschriften van Calvijn; zelfs de Institutie werd in het Spaansch overgezet. Deze boeken werden in het geheim in Spanje ingevoerd, om aldus kennis van Gods Woord te verspreiden; doch der Inquisitie werd toegelaten zoo te woeden, dat de belijders des Hebren niet hunne boeken uit het grondgebied van Spanje werden verdreven. Maar de Heere heeft het beloofd, dat zp Woord niet ledig tot Hem zal wederkeeren. Dit blijkt ook weder in Spanje.

In 1840 leefde er te Madrid een rijk en geleerd Spaansch edelman, die evenwel geen letter van de Gereformeerde literatuur van zijn land kende. Een Engelsch Christen leende ech ter aan Don Luiz Usoz y Rio een der boeken der reformatoren, en dit was het middel tot zijne bekeering. Van toen af besteedde hij zijne gaven, zijn tijd en zijn geld aan de zaak des Heeren. Hij leefde in een tijd, waarin geen andere kerkelijke gemeenschap behalve de Roomsche in Spanje geduld werd; doch hij had geloof, dat nog eenmaal de deur voor de prediking des Evangelies in zijn land zou geopend worden. Daartoe zocht hij den weg te banen en daarom ging hij in alle bibliotheken van Europa zoeken naar de werken van-de mannen, die in de dagen der groote Reformatie in Spanje het licht op den kandelaar hadden weten te plaatsen. Die geschriften liet hij in het geheim in Madrid overdrukken. Deze boeken zijn tegenwoordig in handen der leeraars, die in Spanje arbeiden en hebben er veel toe bijgebracht, om hen te versterken en het volk te onderwijzen.

In het jaar 1846 begon de predikant J. Nagaret, van Bayonne, in het noorden van Spanje te arbeiden. Hij had het Evangelie verkondigd aan Spanjaarden, die om staatkundige redenen uit hun vaderland waren verbannen, en door middel van een agent wist hij het Woord Gods in de steden en dorpen van Arragon en Castilië te verspreiden. Deze arbeid werd sedert 1852 gesteund door een Christelijke vereeniging, die men te Edinburg daartoe oprichtte. Niettegenstaande vervolging en onverdraagzaamheid, kwam een deel van het uitgestrooide zaad op en droeg vruchten.

Toen de deuren voor de verkondiging van Gods Woord aldus waren geopend, schonk de Heere ook de predikers. Onder de Gereformeerden, die in r86o door de regeering uit Spanje gedreven werden, behoorde ook Matamoros en een jongmensch, Antonio Carrasco De eerste stierf in het oord zijner ballingschap te Lausanne; maar vóór zijn dood mocht hij een aantal jonge Spanjaarden om zich verzamelen, die hij met hulp uit den vreemde aan theologische seminariën in Zwitserland liet studeeren. Carrasco volgde de lessen aan het semenarium van Geneve. Andere Spaansche jongelieden vonden een toevluchtsoord in Gibraltar en werden daar onderwezen door Christelijke mannen.

Toen de revolutie van 1868 de Bourbons van den troon joeg, had Carrasco juist zijne studiën voltooid; hy keerde daarom naar Spanje terug en wist door zijne welsprekendheid een groote menigte te Madrid om zich te verzamelen. De uitgewekenen naar Gibrahar kwamen weder het land in en mochten in onderscheidene steden van Andalusië gemeenten vergaderen.

De gemeenten van noordelijk Spanje hielden daarna eene vergadering en vormden een Evangelische Unie. De kerken van het zuiden deden eveneens. Zij bespraken de quaestie van eene geloofsbelijdenis en namen den presbyteriaanschen kerkvorm aan. In 1871 kwamen de predikanten en afgevaardigden van alle kerken te Madrid samen, en na tien dagen vergaderd te zijn geweest, namen zij een gemeenschappelijke geloofsbelijdenis, kerkenorde en liturgie aan.

Jammer genoeg, aanvaardde men geen bestaande geloofsbelijdenis, noch eene kerkenorde, die door Gereformeerde kerken proefhoudend bevonden was.

Een kleine minderheid kon echter zelfs hierin nog niet medegaan. Zoo spoedig als men eene organisatie met een presbyieriaansch karakter schiep, trok zij zich terug. Hierop narden de gemeenten in het noorden van Spanje, die door een Amerikaansche vereeniging werden ondersteund, eene organisatie aan, die met eene presbyteriaansche kerkenorde veel overeenkomst had. Men zocht zich met de reeds georganiseerde presbyteriaansche kerken te vereenigen; reeds was de grondslag, waarop zulk een vereeniging rusten zou, besproken en goedgevonden; maar de vereeniging in Amerika, die deze kerken steunde, had ook een woordje mede te spreken en deze wilde niet, dat het tot eene vereeniging met de presbyteriaansche gemeenten komen zou; men moest een congregationalistische kerkenorde aannemen! De Amerikaansche vrienden wilden die kerken dus leiden op een Labadistisch spoor, zich aan hun invloed onttrekken ging moeilijk; want ze werden bijna geheel door hen onderhouden.

Het is te bejammeren, dat een buitenlandsche vereeniging aldus druk uitoefent op kleine gemeenten, die pas in hare geboorte zijn.

Ging men volgens de historie te werk, d. w. z. lette men op de wegen, die in vorige eeuwen de Heere God dezulken deed bewandelen, dien Hij licht gaf, om den breuk der Roomsche kerk te zien, dan zou men die gemeenten hebben aangemoedigd, om een presbyteriaanschen kerkvorm aan te nemen. Doch nu zoeken Engelsche vrienden hunne episcopaalsche kerk, en Amerikaansche hunne congregationalistische kerk in Spanje over te planten. En zoo staat het Protestantisme in Spanje en ook in Italië verdeeld tegenover de groote macht van Rome» De Spaansche presbyteriaansche kerk bestaat tegenwoordig uit 16 gemeenten met 3000 leden. Bij elke gemeente is ook eene school. De leden zijn over het algemeen arm en staan met hunne voorgangers aan allerlei kwehing en vervolging bloot. Het zou te wenschen zijn, dat het in Spanje kwam tot vereeniging van alle gemeenten, die door de prediking van het Evangelie vergaderd zijn.

De leeraren, die Gods Woord verkondigen, zijn óf gewezen Roomsche priesters, öf mannen, die in het buitenland hunne opleiding ontvingen. Vier jaren, geleden stelde de lersche presbyteriaansche kerk het Ipresbyterium van Andalusië in staat, een seminarium te openen Genoemde kerk zond daartoe een directeurjin den persoon van den predikant Moore, terwijl de predikanten van Cadix, San Fernando en Jerez mede onderwijs geven aan de jongeheden, die zich voorbereiden voor het predikambt.

Frankrijk. kerkelijk Evangelisatie spoor. m een Is er reden, om zich bezorgd te maken voor de kerken der Reformatie, die zich in Frankrijk bevinden, omdat zij, zich geworpen hebbende in e armen van de „vermittelungstheologie", op en duur niet bestand kunnen zijn tegen de acht, die de Roomsche kerk ontwikkelt, ook alt er nu en dan wel eens iets op te merken, at tot blijdschap stemt. Zoo was het, toen wij et verslag van de aiste Synode van de vrije vangelische kerken van Frankrijk lazen, die an 24 tot 30 October te St.-Jeandu Gard geouden werd. In die vergadering werd ook erslag gegeven omtrent den welstand der ker-

ken. Van de kerk van Matha werd medegedeeld, dat zij sedert de laatste Synode drie en dertig nieuwe leden aangewonnen had. Zij evangeliseert zes en dertig dorpen, dat is een geheele landstreek. Onderscheidene leden geven een of twee dagen per week aan colportage van godsdienstige werken. Zoo arbeidt de kerk van Moncoutant aan de evangelisatie van de Vendee. Er zal wel overdrijving in de mededeeling van haar predikant zijn, (iie zeide, dat een deel zijner gemeente bestaat uit eene voorhoede, die arbeidt, en een ander deel, de achterhoede, die voor de komst van Gods Koninkrijk bidt; doch het blijkt toch uit de verslagen, dat men de Roomsche bevolking kerkelijk zoekt te bearbeiden. Wanneer elke kerk zoo handelt, deed men naar Gods Woord en zou men de Société Evangelique kunnen missen, en konden een aantal uitgaven worden vermeden. Men behoefde dan geen traktement voor een secretaris, en de predikanten en evangelisten, die voor haar arbeiden, zouden de kerken kunnen dienen.

Mocht daarom het voorbeeld van enkele vrije kerken navolging vinden; maar mocht het vooral het streven zijn of worden, om zich inwendig te versterken door het zuivere Woord Gods, om dat Woord en niets dan dat Woord, gelijk de vaderen, de Hugenoten, het verstonden, tot de menigte, die in ongeloof of bijgeloof verzonken ligt, te brengen.

In elk geval verdient de aanvankelijk welgeslaagde poging, om den arbeid der Evangelisatie in een kerkelijk spoor te leiden, waardeering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's