GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rusland.

Veroordeeling van den predikant Tilling. Toestanden in de Baltische provinciën.

Klaarblijkelijk wil de Russische regeering het Erastiaansche stelsel, dat in deze woordenis saam te vatten: -DCUJUS regio, ejus religio", (hij die het bewind in handen heeft, heeft

ook alles te zeggen in zake de religie) met ijzeren hand doorzetten. Dezelfde reden, waarom men de Joden uit het land zoekt te drijven, noopt ook de Russische overheid om de Lutherschen uit de Oostzee-provinciën te doen verdwijnen. Alles moet daartoe medewerken; ook de rechtbanken. Dit blijkt uit de zaak van den predikant Tilling, die na 3 Vs jaar aanhangig geweest te zijn, eindelijk in staat van wijzen gekomen is.

Genoemde prediker was door zes personen beschuldigd, van den zgsten Juni 1886 in een preek gezegd te hebben: »de duivel gaat rond als een brieschende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden ; zijne dienaren zijn de valsche profeten die in de gemeente rondgaan om de menschen te verlokken tot de Russische kerk over te gaan; het geloof dier mannen is van den duivel; zij die door hen verleid werden, zijn tot aan hun hals in de hel, " enz.

Daartegenover verklaarde Tilling voor de rechtbank, dat hij in zijn prediking overeenkomstig den tekst i Petr. 6 : 6—11, voor booze en goddelooze menschen had gewaarschuwd, die in de gemeente rondgingen, om hare leden door het voorspiegelen van aardsche voordeelen, tot verloochening hunner belijdenis te verlokken; dat hij echter daarmede niet de geestelijken der Grieksche kerk bedoeld had, daar hij in zijne prediking zich uitdrukkelijk beroepen had op hunne verklaring, dat de overgang tot de rechtgeloovige belijdenis geen aardsche voordeelen medebrengt. Deze verklaring van den leeraar werd door vele getuigen a décharge bevestigd. Daarom werd hij dan ook vrijgesproken. De wet is in Rusland aldus, dat Tilling, wanneer het hem ten laste gelegde schuldig was bevonden, hij uit zijn ambt zou gezet en tot een dwangarbeid van 6—8 jaren zou zijn veroordeeld.

Tegen de uitspraak van de rechtbank in eersten aanleg kwam de gouvernements-procurator in verzet, bewerende dat de aanklacht in zijn geheel moest gehandhaafd, er bijzonder den nadruk op leggende, dat de aangeklaagde feitelijk enkele der aanwezigen sverhinderd'' had, tot de rechtgeloovige kerk over te gaan. Zoo kwam de zaak dan voor den Senaat.

Dit lichaam sprak uit, dat het eerste lid der beschuldiging nl. dat Tilling de orthodoxe belijdenis en kerk in de personen van hare geestelijken gelasterd had, als onbewezen van de tafel moest worden genomen; doch de aanklacht, dat hij in zijn prediking de belijdenis der Luthersche keik afkeerig', wilde maken van den overgang tot de rechtgdoovigen kerk, werd bevonden waarheid te zijn. De wet zegt dat zij die dreigingen of gewelddadigheden plegen om af te houden van den overgang tot de Grieksche kerk, gestraft worden met verlies van het recht om een bediening uit te oefenen en tot een gevangenisstraf van hoogstens twee jaren. De Senaat overwoog, dat wanneer het bedreigen met het plegen van feitelijk geweld, ten einde af te schrikken om de orthodoxe belijdenis aan te nemen, bij de wet al strafbaar gesteld is, nog veel meer het dreigen met de hel en het vallen in de macht des duivels, strafwaardig moet genoemd worden, want zulke dreigingen hebben veel meer kracht. Maar is het dan toch niet hard, dat een herder veroordeeld wordt, omdat hij zijn kudde gewaarschuwd heeft, hare belijdenis voor eenjudasloon te verkoopen? Deze vraag schijnt de Senaat zich ook te hebben gesteld, want hij overwoog, dat Tilling «krachtens zijn ambt verplicht was de belangen zijner kerk voor te staan en daarom niet onverschillig tegenover het feit kon staan, dat de gevallen van afval van het Lutherdom tot de orthodoxie steeds meer voorkomen", — maar desniettegenstaande werd pastor Harb Tilling, die 28 jaren oud is, er aan schuldig verklaard, dat hij door dreigingen zijne gemeenteleden verhinderd heeft, zich vrijwillig aan de Grieksche kerk aan te sluiten. Verzachtende omstandigheden latende gelden, daarbij ook in aanmerking nemende, dat hij met zijne dreigingen zijn plicht had vervuld, werd hij tot een gevangenisstraf van vier maanden veroordeeld. De keizer van Rusland heeft dit vonnis bevestigd, doch helaas er nog bij uitgesproken, dat Tilling zijn ambt niet meer in de Oostzee-provinciën uitoefenen mag.

De kerkelijke toestand aan de Oostzee is allertreurigst. Velen hebben zich in de hoop op groote uitwendige voordeelen, tot de Grieksche kerk begeven. In hunne hoog gespannen verwachting bedrogen, zouden zij nu weder tot de Luthersche kerk willen terugkeeren. Doch dit is in de meeste gevallen onmogelijk. De Luthersche predikanten mogen aan dezulken de sacramenten niet bedienen, of zij loopen groot gevaar naar Siberië verbannen te worden. Door de predikanten afgewez 'n, gaan moeders hare kinderen doopen, gaan jongelieden zei ven hun echt kerkelijk inzegenen, terwijl stervenden uitdrukkelijk bepalen, dat hunne lijken in geen geval op de Russische kerkhoven ter aarde besteld mogen worden.

Het vorige jaar zou de nieuw benoemde president van het Evang Luth. consistorium te St. Petersburg, Von Giers, op bevel des keizers eene reis doen, om den kerkelijken toestand in de Baltische provinciën goed te keren kennen. Men meende dat daardoor de gelegenheid geboden werd om den keizer de wenschen der Letten, Finnen en Esthlanders bekend te maken. Daarom maakte men zich in Luthersche kringen op, om een smeekschrift ter teekening te laten rondgaan waarbij eenvoudig gevraagd werd, dat men in godsdienstige aangelegenheden zulk eene verdraagzaamheid van de zijde der regeering zou genieten als men onder de regeering van Alexander II gehad had.

Honderden zetten hun naam onder dat smeekschrift, dat niets anders bevatte: die honderden zouden tot duizenden geworden zijn, indien de politie de beweging niet den kop had ingedrukt. Een zestal schoolmeesters werden afgezet, omdat zij de hand gehad hadden in het onderteekenen van het smeekschrift. Reeds spreken personen die aan de Grieksche kerk als ambtsdragers verbonden zijn er van, dat verbanning den zes mannen dreigt, die nu reeds broodeloos zijn gemaakt.

«Wanneer het nog langer zoo voortgaat, zal het weldra met de Evang. Luthersche kerken in de Baltische provinciën gedaan zijn", zoo heet het in een brief van een inwoner van Esthland. De Heere kan echter zijne kerk bewaren.

Doch zou hetgeen in Rusland gezien wordt, tot de Lutherschen in Duitschland niet veel te zeggen hebben ? Zijn niet verreweg de groote meerderheid der Lutherschen van oudsher voorstanders der landskerken, onder het bestuur van den vorst des lands? Betoonden de Lutherschen zich niet dikwijls onverdraagzaam ? Datgene wat d Lasco ondervond is niet een op zichzelf staand verschijnsel in de historie. En wie durft in den tegenwoordigen tijd in Duitschland het beginsel der vrije kerk ' aan ? Ons is niet een man van naam en van invloed bekend. De bekende afgevaardigde von Hammerstein doet wel gedurig pogingen voor meerdere vrijheid voor de Evangelische kerk van Pruisen, doch ijvert niet voor algeheele vrijheid voor de kerk des Heeren. En wil hij aan de eene zijde, dat de kerk de handen meer vrij zal hebben, aan den anderen kant verlangt hij meer staatsgeld voor de Evangelische kerk, niet verstaande, dat zij daardoor steeds meer in een afhankelijkcn, knechtelijken staat gehouden wordt.

Het doet ons bij alles wat in de Oostzeeprovinciën geschiedt pijnlijk aan, dat de Duitsche keizer, die den titel draagt vanopperstebisschop der Evangelische kerk van Pruisen, bezoeken aflegt bij het Russische hof, en zich aldaar met allerlei eerbetoon doet overladen, terwijl zijne geloofsgenooten in Rusland steeds hittiger worden vervolgd. Het is wel mogelijk dat dit de eisch is der hoogere politiek, waarvan wij niets verstaan, doch of het ook in overeenstemming is met Gods Woord, dat zegt, dat wanneer één lid lijdt, alle andere mede lijden, betwijfelen wij ten sterkste.

WINCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's