Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

De Voorloopige Synode van JSiederdtiitsche Gereformeerde kerken, vergaderd te 's-Gravenhage, heeft in hare zitting van i6 September j 1. besloten, om de Diaconieën dezer kerken ten dringendste te verzoeken, zoo volledig mogelijk te antwoorden op de vragen, die haar door het Statistisch Instituut te Amsterdam zullen worden toegezonden.

Dit Statistisch Instituut staat geheel buiten de kerken, maar heeft eenige opgaven van de Diaconieën noodig, om zijn overzicht over de Armenverzorging te kunnen-voltooien.

Er steekt dus achter deze zaak niets hoegenaamd, waarom de Diaconieën huiverig zouden moeten zijn om te antwoorden.

Deze aanvrage om inlichting heeft niets te maken met de aanvrage van de Burgemeesters voor de Kiezerslijsten.

Het Statistisch Instituut vraagt geen namen, maar enkel cijfers, en het vraagt die cijfers voor een goed doel.

Dientengevolge heeft de Voorloopige Synode, daartoe door het Statistisch Instituut aangezocht, geen oogenblik geaarzeld uit te spreken, dat het zeer gewenscht is, dat ook door onze Diaconieën zonder de minste achterhoudendheid geantwoord worde op de vragen, die het Statistisch Instituut haar zal toezenden.

En waar in vacante kerken dienaren de Woords uit genabuurde kerken het consulents schap waarnemen, zij ook hun aanbevolen deze goede en gewenschte aangelegenheid, zooveel in hen is, te bevorderen.

Op last der Synode ter kennis se van de kerken gebracht.

DR, A. KUYPER.

DR. G. VAN GOOR.

DR. L. WAGENAAR.

J. H. FERINGA.

''s-Gravenhage, 19 Sept. 1891.

Met het oog op de uitgave der Acta van de Voorloopige Synode van 's Gravenhage, verzoekt ondergeteekende aan de actuarii der verschillende classes, hem ten spoedigste willen opgeven, welke kerken mede hebben afgevaardigd naar genoemde Synode en nog niet vermeld zijn in de opgave der Acta van Leeuwarden.

J. H. FERINGA, V. D. M.

Klundert, 21 Sept. i891

BARENDRECHT, 6 Sept. Het was heden voor de gemeente des Heeren aan deze plaats een zeer heuglijke dag en uit het diepst des harten klonk daar de stem: De Heere heeft groote dingen aan ons gedaan; dies zijn wij verblijd.

En ja, die betuiging was geen ijdele. De Heere, die in zijne groote ontferming ons reeds mildelijk gedacht in den korten tijd der vacature, schonk ons nu het voorrecht, den beroepen herder en leeraar, den WelEerw. zeer Gel. heer Ds. G. Vlug, van Leiderdorp overgekomen, voor ons te zien optreden. Na des morgens door den consulent. Ds. Smith, van IJselmonde, naar aanleiding van i Cor. 15 : 18 in zijn ambt te zijn bevestigd, deed Z.Ew. des namiddags voor eene buitengewoon talrijke schare zijne intrede, met eene rede naar i Cor. 3 : II, daarin betoogende:

1. Dat de Heere Jezus Christus tot het fundament der gemeente is gelegd;

2. In welken zin Hij het fundament is, en 3. Dat daarom niemand ook een ander fundament leggen kan.

Verschillende toespraken tot den kerkeraad, de bestuurleden van de vereeniging »De Kerkelijke Kas, " den hoofdonderwijzer aan de school voor onderwijs op Gereformeerden grondslag, de verschillende deputaten van ge-•nabuurde kerken, alsmede tot die van den kerkeraad der Chr. Geref. gemeente alhier, maakten diepen indruk, en, waar des morgens den bevestigden leeraar reeds de zegenbede uit Ps. 134 : 3 was toegezongen, daar roemde de gemeente thans, na het uitspreken van den zegen, in de trouwe haars Heeren door te zingen, Ps. 105 : 5. Een aangrijpend oogenblik was het, toen daarna broeder Van Essen, een der deputaten van de Chr. Geref. kerk, zich: t den leeraar wendde, met een hartelijke dankzegging voor de welwillende woorden, zoo even tot hen gericht, en op de hem eigene, degelijke wijze den wensch uitsprak, dat het den Heere mocht behagen alle beletselen tot samenleving van Chr. en Ned. Gereformeerden uit den weg te ruimen en daartoe de pogingen te zegenen, die dezer dagen worden aangewend. En zoo is dan de kerk van Barendrecht, na slechts vier maanden vacant te zijn geweest, weder, door 's Heeren ongehoudene goedheid, voorzien van een eigen herder en leeraar, voorzeker tot bittere spijt en teleurstelling van allen, die Zion gram zijn. Stelle de Heere den nieuwen leeraar tot een rijken zegen in deze gemeente. Zijnen driewerf heiligen Naam ter eere en velen zielen tot zaligheid. Ps. 72 : 11.

Vergadering d^r gecombineerde classes van Zeeland, gehouden te Vlissingen, den 2den Sept. 1891.

Vertegenwoordigd 15 kerken door 27 afgeaardigden. Twee kerken waren niet vertegenoordigd.

Praeses was Ds. J. H. M. G. Wolf, scriba uderling A. Dingemanse, assessoren Ds. J. ulsebos en ouderling P. Boone.

De omvraag naar art. 41 levert geene bijondere punten van bespreking.

Door de afwezigheid wegens ongesteldheid an Ds. F, W. J. Wolf kan de korte predikatie iet worden gehouden.

Uit een schrijven van de classes Rotterdam— rielle—Dordrecht blijkt, dat de heer Franso, roeger reeds hier voorloopig toegelaten, in enoemde classes als oefenaar toegelaten is.

Omtrent eene raoeielijkheid, in den kerkeraad an eene der kerken gerezen, kan worden geeld, dat zij is weggenomen.

Op een getrouw collecteeren voor noodlijende kerken binnen en buiten de classes en oor de proceskosten wordt aangedrongen, het ooruit bepalen van maand en datum voor erschillende collecten, b.v. voor den tijd van en jaar, wordt aanbevolen.

Voor noodlijdende kerken buiten de classes s in kas / 36.28.

Aan eenen broeder oefenaar kan geen attest egeven worden tot het doen van examen naar rt. 8, omdat hij weinig of niet in^deze classes eeft gearbeid.

Na de pauze wordt het Agendum der aanstaande voorloopige Synode van 's-Gravenhage uitvoerig besproken.

Een voorstel van Tholen en Axel, om in plaats van zes malen vier malen 'sjaars te vergaderen, wordt niet aangenomen.

De behandeling van de voorstellen van Vlissingen wordt verdaagd. Deze kerk wijst er op, hoe de attestation niet alleen een getuigenis aangaande den wandel maar ook aangaande de belijdenis dienen te behelzen.

Tot deputaten voor het Studiefonds worden benoemd Di. Vrolijk, J. H. M. G. Wolf en J. Hulsebos, benevens ouderl. Boone en K. Melis.

Naar den staat der zwakke kerken en haar recht van afvaardiging ter classis zullen onderzoeken de afgevaardigden van Vlissingen.

Met belangstelling wordt kennis genomen van den stand van zaken in eene nog niet ontkomen kerk en deputaten benoemd om den arbeid der classes aldaar D. V. voor te bereiden.

J. HULSEBOS, assessor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen