GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ëng'eland. Beslissing in de Lincolnzaak. Het Church-Congres. Men is in de kerkelijke kringen van Engeland vol van de rechterlijke uitspraak over de Lincoln-zaak. De Ritualisten kunnen er mede tevreden zijn, schoon sommige Evangelischén, die tegen het invoeren van Roomsche ceremoniën in de Episcopaalsche kerk zijn, roepen dat hunne zaak heeft getriumfeerd. De uitspraak van de bevoegde rechtbank (bevoegd nl. volgens de Engelsche wet, niet volgens het kerkrecht) zegt dat water bij de sacramenteele wijn mag worden gevoegd, doch dat de vermenging in de consistoriekamer moet geschieden. Er mogen kaarsen over dag op het altaar branden, maar deze behooren aangestoken te zijn vóór dat de gemeente vergadert. Wat er van de avondmaalswijn na de bediening van het sacrament i'n de bekers overblijft mag door den* priester worden gedronken, maar niet in het bijzijn der gemeente.

Met deze uitspraken moeten zij, die voor het Protestantsche karakter der Episcopale kerk wenscheii op te komen, tevreden zijn! Geen wonder, dat sommige anti-Ritualisten dreigen met afscheiding en er steeds meer op aandringen om scheiding van kerk en staat te verkrijgen. Het is te hopen dat het laatste weldra gebeuren zal. Wij houden het er voor, dat menig Ritualist, die nu de menschen de kerk uitjaagt door steeds meer Rome na te bootsen, van predikstijl en van liturgie zou moeten veranderen om de menigte te verzamelen, of anders zich genoodzaakt zal zien een goed heenkomen te zoeken. Maar het schijnt wel, dat er van „disestablishment" van de Engelsche staats kerk in Engeland voorloopig niet komen zal. Immers heeft de liberale partij die thans de meerderheid in het Parlement heeft, wel de vrijmaking der kerk van Wales en van Schot land in haar program geschreven, doch niet die van Engeland, waar de overgroote meerderheid der bevolking tot de staatskerk behoort.

Wij kunnen ons niet herinneren, dat er ooit een rechterlijke uitspraak geweest is. zoo gunstig voor de Ritualisten als die in de Lincolnzaak. De aartsdeken Taylor, een tegenstander van het Ritualisme, zegt: »Ik beschouw de beslissmg als den ernstigsten slag en de zwaarste ontmoediging, die ooit het Protestantisme in de kerk van Engeland heeft te doorstaan gehad, sedert de vaststelling onzer constitutie in 1688."

In het begin dezer maand werd hel »Church Congress" te Folkestone, onder het presidium van den primas der Engelsche kerk, den aarts bisschop van Canterbury, gehouden. Dit congres is een samenkomst van ambtsdragers en gemeenteleden der Episcopale kerk ter bespreking van kerkelijke belangen. Tengevolge van het regenachtige weder was de opkomst van gemeenteleden mfnderdan gewoonlijk Het spreekt wel van zelf dat de nieuwere Bijbelsche critiek, of het opkomende modernisme in de Epis copale kerk ook een onderwerp van bespreking uitmaakte. Het bleek op de vergadering dat de theologen, die het breede standpunt innemen, gelijk de aanhangers van het modernisme het noemen, meer sympathie in de vergadering vonden dan werd verwacht. Wij houden het er voor, dat de scheur in de Ritualistische partij door het al dan niet volgen der moderne critiek getrokken, steeds grooter zal worden, waardoor de kracht van het Ritualisme gebroken wordt of aireede is. Mochten wij nu maar hooren, dat daartegenover mannen op de bazuin gaan blazen, die het volk in leer en kerkenordening terugroepen tot de wet en het getuigenis.

Opmerkelijk is het, dat terwijl een energiek protest tegen de ontwrichting des Bijbels door de nieuwe school achterwege bleef, sommige heeren leden van het congres met groote heftigheid te velde trokken tegen de vivisectie, d. i. het snijden in levende dieren tot het nemen van proeven. Men beschuldige elkander daarbij van «onwetendheid" en «welbewuste leugen''. Men zou daaruit moeten afleiden, dat er meer medelijden was met de dieren, die door proefnemingen gemarteld worden, dan wel met de onsterfelijke zielen der menschen, die door de nieuwe school op den weg des verderfs worden geleid.

Ook werd er in het congres op aangedrongen op eene meer levendige prediking. Daarbij merkte de heer Reany op, dat wanneer predikanten, die tot de Nonconformisten behooren niet konden prediken, zij wel konden heengaan. Indirect werd hierdoor door den heer Reany voor scheiding van kerk "èn staat gepleit.

DaifSChland. Het feest te Wittenberg.

Opmerkelijk is het hoe de liberalistische pers in Duitschland zwijgt over hetgeen er te Wittenberg den 31 sten October geschied is. Het is ook niet naar den zin der liberalisten geweest, dat alle Evangelische vorsten van Duitschland (de koning van Wurtenberg was verhinderd) met de vertegenwoordigers der vrije steden, de inwijdingsoorkonden hebben onderteekend, in welk stuk belijdenis gedaan wordt van den gekruisigde en verheerlijkten Christus.

Het feit dat de Keizer van Duitschland met de Evangelische Vorsten des rijks, met verte genwoordigers van Engeland, Nederland, Denemarken en Zweden en Noorwegen, zich den 31 sten October in de Lutherstad vereenigden, is niet. zonder beteekenis. Minder aangenaam doet het ons aan, dat alle kerkbesturen, zoowel van Duitschland als daar buiten (alleen de Lu tersche kerk der Oostzee-provinciën was om begrijpelijke redenen niet officieel uitgcnoodigd) verzocht waren vertegenwoordigers naar Wittenberg te zenden, terwijl wij niet vernamen, dat ook die kerken, die geen besturen hebben, en meenen door het verwerpen van besturen in overeenstemming met Gods woord en de daaruit getrokken beginselen der reformatie te handelen, verzocht zijn om deputaten te zenden. Ook hadden op verzoek de Gustaaf-Adolfverceniging, de vereenigingen voor in-en uit­ wendige zending, zelfs de Evangelische bond hunne veriegenwoordigers gezonden, terwijl gedurende de wijdings-godsdienstoefening naast de Keizerin, de hoofden der Evangelische diakonessenhuizen waren geschaard. Hieruit spreekt weinig kerkelijk bewustzijn. Immers het bestaan van verschillende vereenigingen om de dingen te doen, waartoe de kerken des Heere geroepen zijn, is een aanklacht tegen die kerken.

De inwijdingsoorkonde werd onmiddellijk na de wijdingsgodsdienstoefening in de oude, eerwaardige Luiherkamer onderteckend, terwijl aan het daaropvolgende feestmaal jde keizer een toespraak hield, die wat geest en toon aangaat, met de inwijdingsoorkonde overeenstemt. Men heeft de woorden toen door den keizer gesproken als het hoofd der Evange'ische kerk, opgevat als eene voorloopige beslissing van de zaak Harnack. Sommigen lezen er uit, dat de keizer in zijn toespraak den Berlijnschen hoogleeraar heeft willen veroordeelen, anderen zijn van gevoelen, dat de keizer door zijne woorden een schuld heeft willen opheffen om Harnack daarmede tegen zijne rechtzinnige aanvallers te willen dekken. Ons dunkt dat de eersten gelijk hebben, ofschoon de tijd ons nog verre schijnt, dat mannen als Harnack uit hun ambt als hoogleeraren in de Godgeleerdheid zullen ontslagen worden.

Natuurlijk kon bij deze gelegenheid een historische optocht niet ontbreken. De wereld grijpt in Duitschland ook kerkelijke gebeurtenissen aan om feest te vieren en pracht en praal ten toon te spreiden. Had men er oog voor in de hoogste kringen van Duitschland, dat het" volk als een geheel genomen van Luther's leer afkeerig is geworden, ofafkeerig is gebleven er zou geen optocht gehouden zijn. Maar helaas is men daarvoor kennelijk blind.

De godsdienstoefening in de op Staatskosten vernieuwde slotkerk, maakte niet dien indruk dien men er had van kunnen verwachten.

De wijding had zonder eenige plechtigheid of ceremonieel, slechts met Gods Woord en gebed plaats. De prediking van de hofprediker Vieregge was naar aanleiding van Exodus 2 : 3—5.

Men heeft het van Luthersche zijde dien prediker kwalijk genomen, dat hij niet als middelpunt van zijne prediking genomen had: < de plaats waarop gij staaf, is heilig land", msttde van het geheele verhaal van net gezicht van het brandende braambosch te behandelen. Ons komt het echter voor, dat de prediker zich alsdan schuldig gemaakt had aan Roomsche vereering van eene plaats, in stede van de genade Gods te verheerlijken, die er voor gezorgd heeft, dat de kerk door de vuurvlammen van zonde, wereld en duivel niet is verteerd ook door middel van het verwekken van een man als Luther. Jammer is het dat de acoustiek in de aloude slotkerk zoo slecht is en ook na de vernieuwing zoo slecht bleef, dat velen van den prediker niets verstaan konden. Een verslaggever deelt mede, dat hel aanwezig zijn van zoovele honderden menschen in schitterende uniformen niet bevorderlijk was voor de stichting door middel van de bediening des Woords.

Hij dacht dat het op dezelfde plaats beter was in 1883, bij het Lutherfeest toen er als een adem des Geestes door de vergadering ging, al vergaderde men toen bij het gebrekkige licht van flikkerende, afdruipende kaarsen.

Maar als het Woord. Gods recht gemeden wordt en de Geest des Heeren oefent daarbij zijn kracht uit, dan wordt alles vergeten wat de aandacht kon afleiden; zelfs kan het dan geschieden dat er blijdschap is in de harten, dat ook de grooten en vorsten der aarde zich buigen, zij het dan ook uitwendig, voor het Woord Gods.

De Slotkerk is een oorspronkelijk eenvoudig gebouw in Gothischen stijl opgetrokken, met slechts één schip. Zij maakt een deel uit met het voormalig keurvorstelijk slot, dat tusschen 1493 en 1499 door Frederik de Wijze gesticht werd, dat uit een hoofdgebouw, door twee dikke maar lage torens geflankeerd, en twee aan de rechterzijde aangebrachte vleugels, bestaat. De noordelijke vleugel is de Slotkerk. Tweemaal is dit gebouw in oorlogstijd afgebrand (1760 en 1813) Het werd in 1817 weder hersteld. Het inwendige was echter zeer smakeloos, naar den geest van dien tijd, vernieuwd.

Keizer Frederik koesterde reeds als kroonprins het plan om het kerkgebouw te vernieuwen. Daartoe is het nu, op staatskosten, gekomen ; zelfs de Roomsche centrumpartij stemde voor het daartoe benoodigd crediet.

De architect had geen gemakkelijke taak, omdat de kerk geen toren heeft, en een dikke ronde toren van het slot tegen haar aan staat. Toch zeggen deskundigen dat de bouwkunstenaar zich goed van zijne taak heeft gekweten. De keizer schonk aan de kerk gegoten ijzeren deuren, waarop de s, tellingen van Luther in relief te vinden zijn.

In het gebouw heeft men, zeker om de ruimte te breken, twee rijen pilaren aangebracht, waaraan de standbeelden der Duitschen reformateurs zijn bevestigd. De eerste zuil rechts draagt het beeld van Luther met gevouwen handen, links is dat van Melanchton. Ook vindt men de standbeelden van Justus Jonas, Spolatin, Johan Brenz, Urbanus Rhegius, Kasper Cruciger en Nikolaas van Amsdorf. Daarenboven bevinden er zich 22 portretmedaillons van vrienden en bevorderaars der reformatie, waaronder ook de voorloopers der reformatie, Aan den onderbouw van het orgel zijn de medaillons van Calvijn en Zwingli gehecht. De ramen zijn versierd met de op het glas geschilderde wapens van 198 steden, die voor de reformatie van beteekenis geweest zijn. Op de drie ramen van het choor vindt men eene afbeelding van DUrens kleine passie. In het midden ziet men het beeld van den gekruisigden Christus, met de woorden »door het geloof alleen'' er onder. Links is de geboorte van Christus, met de aanbidding van de wijzen uit het Oosten, rechts de opstanding met de uitstorting des Heiligen Geestes, afgemaaid. Voor deze vensters verheft zich het in rijken gothischen stijl opgetrokken altaar, dat van Fransch witte kalksteen gebouwd is. Onder het gewelf dat zich over het altaar uitbreidt, vindt men een Christusbeeld, met het beeld van Petrus rechts en dat van Paulus links.

De keizer heeft, toen hij voor het eerst het vernieuwde kerkgebouw bezocht, de opmerking gemaakt, dat in eene Evangelische kerk Petrus niet aan de rechterzijde van Christus mocht staan. Die plaats komt aan Paulus toe' De Gereformeerde zegt: in de kerkgebouwen ihogen in het geheel geen beelden gevonden worden.

Wij deelen daarom de inwendige inrichting van de Wittenberger Slotkerk mede, om te doen zien, hoe Luthers reformatie in menig opzicht niet principieel genoeg is geweest, opdat wij ons zouden verheugen, dat voor de kerken der reformatie in ons land Calvijn de geestelijke vader werd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's