Buitenland.

Duiischlanda Von Hammerstein gevallen.

De zaak van den gewezen hoofdredacteur der conservatieve (antirevolutionaire) Kreuz-zeitung^ brengt heel wat beroering in Duitschland. De Mecklenburgsche Freiherr Von Hammerstein was lid van den Duitschen Rijksdag en van het Pruisische huis van afgevaardigden; zijn invloed was niet gering, al is ze menigmaal overschat. Hij was het, die meermalen in het huis van afgevaardigden voorstelde, om aan de Evangelische kerk meer vrijheid en meer geldmiddelen van staatswege te schenken. Het bestuur der Kreuz-zeitung verklaarde onlangs, dat het zich genoodzaakt had gezien alle betrekkingen tot den voormaligen leider van het blad af te breken, en de zaak aan het gerecht over te geven. In de kringen waarin Von Hammerstein verkeerde, heeft men deze uitkomst al sedert eenigen tijd verwacht, zoodat de verklaring van het bestuur van bovengenoemd blad voor haar geen verrassing heeten kan. Men liet hem los wegens frauduleus bankroet, bedrog en verduistering van gelden, en zekerlijk zou hij voor het gerecht getrokken zijn, indien hij zich niet tijdig uit de voeten gemaakt had. Het is een zware slag voor de conservatieven, die ook Stöcker, den gewezen hofprediker, treft. Het is niet te ontkennen, dat Von Hammerstein jaren lang een der voornaamste, zoo niet de voornaamste banierdrager der Christelijk-conservatieve partij geweest is. Men behoeft zich in Duitschland niet te schamen dit te erkennen, omdat tot voor eenige weken, niemand iets op Von Hammerstein wist aan te merken.

Wij twijfelen er aan, of men van conserva-, tieve zijde den moed zal hebben, om in den Pruistschen landdag in het krijt te treden voor dezelfde zaak, waarvoor Von Hammerstein zoo dikwijls streed, , namelijk voor de vrijheid en zelfstandigheid der Evangelische landskerk.

De invoering van de Zondagswet heeft helaas in Duitschland aanleiding gegeven tot meerder bezoek aan herbergen, waardoor het verbruik van sterken drank toenam. Het scentraal bestuur der Evangelisch-Christelijke onthoudingsvereeniging in Duitschland tot bestrijding van de drankzucht", waarvan de predikant Dr. Rindfleisch voorzitter is, heeft daarom een adres tot den keizer gezonden. In dat adres wordt het dankbaar erkend, dat door de wet Zondagsrust is verzekerd, doch gewaagt er ook van, dat een noodkreet door het gansche land gaat, omdat, terwijl des Zondags alle andere zaken rusten moeten, de brandewijnverkoop tot kennelijk verderf van ons volk, daarvan uitgezonderd is en juist op Zondag het drukst is. Het verzoek eindigt met de bede, dat de keizer eene verandering in de Zondagswet zal tot stand brer.gen, waardoor een einde gemaakt wordt aan het toenemend 'gebruik van sterke dranken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen