GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXXXII,

JOHN PHILPOL

Onder de niet vele wijzen, die de Heere verkoren heeft, om het dwaze der wereld wijs te achten, behoort ook John Philpot, de zoon van Peter Philpot, een gezienen en beroemden ridder uit het gebied van Hampton. Zijn eerste onderwijs heeft hij genoten in de school van Winchester; daarna studeerde hij aan de hoogeschool van Oxford, ten einde zich daar in de kennis van het burgerrecht en der talen te bekwamen, vooral der Hebreeuwsche. Omtrent zijne geleerdheid verklaarde Salens in zijn boek over beroemde mannen in Engeland en Schotland, dat hij vele boeken geschreven heeft, die van de groote gaven, welke God hem geschonken had, getuigden. Om deze reden heeft ook een groot deel van den Engelschen adel zijn best gedaan, om hem in het leven te houden, toen hij in de handen zijner vijanden gevallen was en van ketterij beschuldigd werd onder de regeering van Maria.

De beschuldiging van ketterij heeft onzen Philpot reeds vroeg in gevaar van gevangenschap en dood gebracht. Na zijne studiën voleind te hebben, voldeed hij aan zijn verlangen, om vreemde landen te bezoeken. Hij ging naar Italië, naar Rome, naar Venetië, enz. Op eene wandeling van Venetië naar Padua kwam hij een Franciscaner-monnik tegen, die hem, op grond van hun gehouden gesprek, van ketterij beschuldigde, zoodat hij in groot gevaar van zijn leven kwam, waaraan hij zich slechts door de vlucht kon onttrekken.

Toen hij weer thuis was, werd hij benoemd tot aartsdiaken van Winchester onder John Ponet, bisschop van die plaats. Deze Ponet werd omstreeks 1516 geboren in het graafschap Kent. Na aan de universiteit van Cambridge den graad van doctor in de theologie verkregen te hebben, werd hij eerst bisschop van Rochester in 1550 en 't jaar daarna van Winchester. Persoonlijk nam hij deel aan de Reformatie van Engeland, bereidde het nieuwe kerkelijke wetboek voor, bewerkte den Catechismus voor Eduard VI en trad in het krijt ten gunste van het huwelijk der priesters. Toen Maria Tudor den troon van Engeland beklommen had, vluchtte Ponet naar den vreemde en stierf in 1557 te Straatsburg. Hij was een man van groote geleerdheid en innige vroomheid. Dat Philpot zich onder zulk een man op zijne plaats gevoelde en zijn kerkelijken arbeid met blijdschap volbracht, kunnen wij licht begrijpen. Hij volgde echter bij de troonsbeklimming van Maria het voorbeeld zijns bisschops niet; hij bevond zich toen op het kerkelijk convent, dat door de vorstin werd samengeroepen in October 1553, ten einde de noodzakelijke veranderingen in de kerk te bespreken. Hij was zoo goed als de eenige, die de voorstanders der Roomsche leerstellingen durfde weerstaan. Toen deze samenkomst gesloten werd, zeide de voorzitter Weston tot Philpot en de zijnen: »Gij hebt het woord en wij^ hebben het zwaard", daarmede genoegzaam te kennen gevende, dat de Roomschen wel in den strijd met het woord voor de anderen hadden moeten onderdoen, maar toch overwinnaar gebleven waren, omdat zij gesteund werden door den vleeschelijken arm. Een der eersten die dit ondervond was Philpot, want niet lang na afloop van het convent werd hij gevangen genomen door Stephan Gardiner, bisschop van Winchester.

Twaalf maanden lang bleef hij in den kerker, eer hij werd gehoord. Eindelijk zou hij terecht staan voor de bisschoppen. Toen hij hierop stond te wachten, kwam Dr. John Story, commissaris der koningin en bitter vervolger der Protestanten. »Zijt gij hier, mijnheer Philpot", vroeg hij den gevangene schijnbaar belangstellend. Deze maakte van die vraag gebruik om te vragen naar de oorzaak zijner gevangenschap. > Gij wordt verdacht van eenige kettersche gevoelens", was het antwoord. Doch hoe konden zij dat weten? Van hetgeen hij op het convent gezegd had, kon toch moeilijk partij getrokken zijn, aangezien de koningin lederen spreker daar de vrijheid had gewaarborgd. Dat kon wel zijn, oordeelden de bisschoppen, doch men had er toch gebruik van gemaakt.

Acht malen is de martelaar onderzocht door zijne rechters, met name door den bisschop van Londen, den bekenden Bonner, wien hij werd overgeleverd, toen hij in den toren der Lollards (een deel van het aartsbisschoppelijk paleis van Lambelts, residentie van den Londenschen primaat, de toren der Lollards genoemd, omdat dezen daar om der wille van hun geloof het eerst zijn opgesloten)was overgebracht. Zelf heeft hij deze verhooren opgeschreven. Dikwijls hebben de rechters moeite gedaan, hem tot verloochening van de waarheid, die in Christus is, te brengen. Zij beloofden hem telkens leven en veiligheid, doch niets mocht baten. Hij beriep zich altijd op Gods Woord. Toen hem door eenen leeraar in de Heilige Schrift werd voorgeworpen, dat hij met zoovele hooggeleerde en kundige menschen niet wilde overeenstemmen, zeide hij: ïMet allen wil ik het eens zijn, die met Jezus Christus en Zijn Woord overeenstemmen. Maar ziet toe, lieve heeren, dat de rust van een oneerlijk gewin u niet tot een knecht der menschen verlage, en van wat Christus u geleerd heeft afvallig make." De bisschop Bonner trok een vriendelijk gelaat tegen Philpot en sprak hem dikwijls welkom aan. Maar dat was niet anders dan voorzorg. De martelaar had eens 14 dagen lang in een ellendigen toestand in de gevangenis doorgebracht, zonder bed, zonder licht, zonder vuur. Dit wist Bonner. Doch toen hij hem ontmoïtte, zeide hij zeer hoffelijk, zooals zijn gewoonte was: iMijnheer Philpot, zoo ik iets doen kan u ten goede, zeg het mij dan!" Doch de martelaar antwoordde: > Ik begeer niets anders van u, dan dat gij met mijn rechtsgeding en de uitvoering daarvan volgens den last, dien ge daartoe hebt, zoo spoedig en ernstig mogelijk wilt voortgaan, opdat ik des te eerder uit het sterfelijke en ellendige leven tot het eeuwige en zalige moge overgaan."

Onder de vele onderwerpen, die bij de verschillende verhooren zijn behandeld, behoorde ook de mis. > Deze is heel wat anders dan het Avondmaal", zeide hij, swant de Heere Christus zegt: Neemt, eet, alsmede: drinkt allen hieruit, en ook: doet het tot mijne gedachtenis, maar gelieden zegt: Hoort, ziet, slaat op uwe borst, drinkt niet allen daaruit, bidt het aan, offert het voor levenden en dooden". Is het niet eene gruwelijke lastering jegens God en zijn sacramenten, om daaraan zooveel toe te voegen en er af te nemen? " Onder alles wat Philpot moest dragen en dulden bleef hij getroost en zonder vrees de leer der waarheid verdedigen. De Heere versterkte hem zoo, dat noch beloften, noch pijnigingen, noch bedreigingen van een gruwelijken dood hem van zijne belijdenis konden afbrengen. Hij werd dan eindelijk ter dood veroordeeld en den i8en Dec. 1555 levend verbrand op het Smithsfield. Toen hij bij den brandstapel stond, kustte hij het hout en zeide: »2ou ik mij schamen op dezen houtstapel te lijden, terwijl mijn Zaligmaker niet geweigerd heeft voor mij den schandelijk-: sten dood te ondergaan op het kruis? "

Na de psalmen 106—108 te hebben opgezegd, deelde hij onder de soldaten het geld uit, dat hij bij zich had. Daarna werd het hout ontstoken en verteerden de vlammen zijn lichaam. Hij was nog slechts bijna 40 jaren oud, toen hij de martelaarskroon ontving.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's