GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXLIVI.

Rome en Italië, zelfs de oppervlakkigste kenner van de geschiedenis der wereld heeft van deze twee gehoord. In het begin onzer jaartelling was Rome de bestuurderesse van bijna de geheele toen bekende wereld, en het overige Italië had voor een groot deel meegewerkt aan de stichting dezer wereldmacht. Dit alles was geschied naar den raad Gods, die door Rome de meeste bekende volkeren der aarde, zoo nauw aan elkander had laten verbinden, opdat zijn Evangelie zonder hindernis over de wereld zou kunnen trekken, als de Christus op aarde gekomen, den last zou gegeven hebben, om de blijde boodschap onder alle natiën en volkeren te brengen. De apostelen, hunne leeriingen en andere vredeboden, gingen overal heen om van hunnen Heere te getuigen. Kooplieden, krijgslieden en handwerkslieden brachten, wat zij in den vreemde gehoord en ontvangen hadden van het Woord Gods, naar hun eigen vaderland. Zoo was ook in Italië en te Rome, de banier des kruizes geplant. Sommigen meenen, dat Cornelius, de hoofdman der Italiaansche bende uit Caesarea, het Evangelie naar Rome en Italië heeft gebracht, anderen denken, dat kooplieden dit gedaan hebben.

Doch hoe dat zij, dit staat vast, dat reeds vroeg de Christelijke leer in Italië bekend, en de kerk des Heeren er geplant is geworden. En toen de vervolgingen der keizers begonnen, zagen ook Rome en Italië het bloed der belijders van het Christendom vloeien» of moesten dezen daar sterven in de vlammen en renperken. Onder keizer Nero hebben Paulus en Petrus en vele anderen, hun belijdenis met hun bloed bezegeld. Later liet Trajanus den Antiochinischen bisschop Ignatius naar Rome overvoeren en den wilden dieren voorwerpen.

Op het einde der 2de eeuw werd een Romeinsch raadsheer, Apollonius, voor de stedelijke overheid van Rome als Christen aangeklaagd. Zijn beschuldiger werd daarop wel is waar, terstond ter dood veroordeeld en gevonnisd, omdat hij een trouwelooze slaaf was, die zijn meester verraden had, maar ook de raadsheer zelf werd op bevel van den Senaat onthoofd, nadat hij vrijmoedig zijn geloof voor dezen beleden had.

Van de bisschoppen van Rome, worden verscheidene genoemd onder de martelaren van 's Heeren kerk. Zoo leden Cornelius Lucius, Sixtus den marteldood.

Doch de waarheid kon hiermee niet geleerd worden. Zij drong door in alle steden en dorpen van Italië.

Maar helaas! Het pausdom openbaarde zich daarna en werd een band, waarin Christus kerk werd gekneld. De waarheid werd bedekt onder allerlei dwalingen en leugenen. In het openbaar durfden slechts weinigen met haar te komen, overtuigd als men was, dat zij niet zou worden gediild. Den belijder wachtten ook vervolging en dood.

Dit hebben de Waldenzen ondervonden. Reeds in 1180 waren deze belijders der waarheid naar de Schriften uit Frankrijk over de Alpen in Italië doorgedrongen en hadden zich in Lombardije, in Puglia en elders gevestigd.

Zeventig jaren later kondigde paus Gregorius IX een bul tegen hen af, waarin bevolen werd hen op te zoeken en aan den wereldlijken arm ter straffe over te leveren, 't Bleek toen, dat men ze niet alleen in het noorden van Italië vond, maar ook in Napels en Sicilië, waar keizer Frederik II, „allen, die van ketterij overtuigd waren, ten vure doemden en slechts aan de Taisschoppen toestond, genade te bewijzen, als zij het voegzaam oordeelden; in allen gevalle onder voorwaarde, dat den begenadigden de tong zou worden uitgesneden, opdat zij niet opnieuw lasteren zouden."

Naast de Waldenzen stonden er in Italië niet weinigen op, die met scherpte der pausen schandelijk leven en der geestelijken ongerechtigheden gispten, en hervorming in hoofd en leden eischten. Dit was o. a. het geval met Savanarola e. a., doch dezen legden zich in den regel rustig neer, bij de verdorven lui van het pausdom, zoodat zij, al zijn er onder hen niet weinigen geweest, die hun stoutheid met den dood hebben moeten bekoopen, niet tot de martelaren van Christus' kerk mogen gerekend worden.

Den Waldenzen was het echter voor alles om de waarheid van Gods Woord te doen, en al hebben zij niet terstond den geheelen Roomschen zuurdeesem uitgeroeid, aan de hand des Bijbels zijn zij voortgeschreden in leer en in leven.

In de i6de eeuw vond het woord der waarheid, dat aan de overzijde der Alpen in Duitschland had weerklonken, gehoor in gansch Italië en kwam de reformatie met hare beginselen, tot duizenden geestelijken en leeken. Eene schijnbaar onbeteekenende gebeurtenis was oorzaak dat de aandacht hierop viel. Een uit het Jodendom bekeerde monnik had een keizerlijk besluit uitgelokt, dat beval alle boeken der Joden, dus ook het oude Testament aan de vlammen prijs te geven.'Een beroemd geleerde uit Zwaben, Johannes Reuchlin, kwam tegen dat besluit op en wist gedaan te krijgen, dat het ingetrokken werd. Dit maakte de woede gaande van alle monniken en geestelijken. Reuchlin werd door menige geleerde instelling veroordeeld, doch beriep zich op den paus. Deze kwam hierdoor in groote ongelegenheid, daar hij beide partijen wilde te vriend houden. Hij stelde zijne beslissing steeds uit. Intusschen waren de monniken en hunne aanhangers aan de bijtendste spotternijen blootgesteld, en kwam hun onkunde meer en meer uit. Eindelijk legde de paus beiden partijen het stilzwijgen op. Doch dit besluit kwam te laat, om te beletten, dat de Itahanen de oogen op Duitschland bleven vestigen en daardoor hoorden van den strijd tusschen Luther en de aflaatpredikers, van zijn 95 stellingen aan Wurtemberg's slotkapel. Toen kwamen zijne geschriften overal in Italië, die met graagte gelezen werden. Burchard Schenk, een Duitsch edelman, die monnik was geworden en zich te Venetië ophield, schreef in 1520 aan Spalotinus, een grooten vriend van Luther: „Overeenkomstig uw verlangen, heb ik de boeken van Martin Luther gelezen en ik kan u verzekeren, dat hij in deze stad sedert eenigen tijd zeer is geschat."

De waarheid drong door. Doch hoe verder zij voorttoog, hoe bitterder de vijandschap werd. De kerk van Christus hier openbaarde zich toen spoedig als kerk der martelaren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's