GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gebeeldhouwde figuren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebeeldhouwde figuren.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog altoos zijn er enkelen, die achten dat het Tweede gebod een engelenfiguur of de figuur van den harpenaar op een orgel uit onze kerken bannen moet.

Hierin vergissen deze broederen zich. Dit blijkt uit wat in den Tabernakel, en

zoo ook in de Tempel, door God zelven geboden was.

Daaronder toch behoorde allerlei beeld, van dingen „die boven de aarde, op de aarde en onder de aarde zijn." Beelden van cherubijnen, beelden van runderen, beelden van bloemen en ranken en zooveel meer.

Dit alles nu zou geheel ongeoorloofd zijn geweest, indien het Tweede gebod zóó ware te verstaan en op te vatten geweest, dat in de plaatse der samenkomst geen enkele af beelding van eenig creatuur mocht gezien worden, want het Tweede gebod zegt uitdrukkelijk: „Gij zult u geen gesneden beeld maken noch eenige gelijkenis, van hetgeen dat boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is."

Nu waren intusschen de cherubijnen een beeld, een gelijkenis van iets dat in den hemel was, de runderen en bloemen en granaatapelen waren een beeld en een gelijkenis van iets dat onder op de aarde was, en nochtans was het geboden dat deze in den tempel alzoo zijn moesten.

Hieruit blijkt dus, dat wie zóó het Tweede gebod uitlegt, het anders uitlegt dan God . zelf, en het alzoo valschelijk uitlegt.

Het Tweede gebod is één in zijn twee deelen. Ge moogt geen beeld of gelijkenis van eenig creatuur maken, om het te aanbidden en er u voor neder te buigen.

Maar het Tweede gebod verbiedt volstrekt niet, dat ge van allerlei creatuur in den hemel en op aarde, een beeld of gelijkenis maken of hebben zult.

Dit laatste gevoelen is niet het gevoelen van de Heilige Schrift, en dus ook niet van onze Gereformeerde vaderen, die aan den kansel en op het orgel en op de vensterglazen allerlei beeld en gelijkenis lieten of aanbrachten. Wat ze weerden en banden was uitsluitend al zulk beeld, dat verleidde tot beeldenvereering.

Maar dit gevoelen is het wangevoelen van de Mahomedanen of Turken, die het Tweede gebod in dien letterlijken zin opvattend, noch op de wanden, noch als ornament, noch in hun dienst iets ook maar toelaten, dat lijkt op eenig creatuur.

Ze hebben daarom toch wel ornament, maar louter wat men noemt lineaar-ornament, dat is sierfiguren uit lijnen bestaande.

Althans over dit punt kan alzoo onder ons geen geschil rijzen, of heeft men ooit gemerkt, dat er ook maar iemand was, die omdat er een figuur van een engel of van den harpenaar op het orgel was aangebracht, daarom die figuur ging vereeren?

Immers neen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Gebeeldhouwde figuren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's