GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leidde de Heere door de Reformatie der i6e eeuw de kerk weer terug naar het zuivere W^oord Gods, ook de dienst der barmhartigheid droeg hiervan de goede vruchten, zooals wij gezien hebben, toen wij spraken over de herstelling van net diakenambt naar den eisch der Schrift. Ware daarmee nu een geheelê hervorming in het werk der barmhartigheid gepaard gegaan, wij zouden op dit oogenblik hiermee op zuiverder paden loopen en Christus' barmhartigheid zou te heerlijker schitteren op dit geheele terrein; die barmhartigheid namelijk, welke zich ontfermt over den geheelen mensch, welke haar behoeft, zoowel naar het lichaam als naar de ziel. Dit wordt niet gezegd, om te miskennen wat er schoons en groots op dat gebied 'S gedaan. Met name heeft de Roomsche kerk nier veel goeds tot stand gebracht. Zij kon dit doen, want op alle ander terrein was zij tot stilstand gekomen. Het concilie van Trente uit het midden der lóe eeuw had haar uitgeleid uit de geestelijke beroeringen, die toen ontstaan waren tengevolge van de wederverschijning des Bijbels als hoogste, ja als eenige autoriteit voor geloof en jl^ven. Aan rijker ontplooiing van de waarheid ^ods naar de Schrift deed zij niet meer mee; ZIJ bleef zitten op de schatten, in de middeneeuwen vooral samengegaard. Des te meer kon men zich geven aiin de ontwikkeling van de barmhartigheid. Menigen naam zouden wij kunnen noemen van Koomschen, zoo mannen als vrouwen, die hun en r*w ^u vindingrijken geest, hun mededoogen < ? n uetde hebben gebruikt, om nu eens in dezen dan weer in eenen anderen nood des menschens te voorzien. IVÏen volgde echter hierbij niet. de beginselen der Schrift, maar de oude, die reeds in de middeneeuwen hunnen volkomen triomf hadden behaald, 't Was niet de kerk, zooals Gods Woord haar kent, die barmhartigheid beoefende, maar de geestelijkheid, die zich met de kerk identificeerde. Stichtingen verrezen, die veel meer dienden om de nooden te verbergen, dan om werkelijk Christelijke liefde voor aller oog te doen uitstralen. De ellende was een schande der menschheid, daarom moesten middelen bedacht worden, om haar te verminderen of weg te ruimen, zonder dat een ziel daardoor dichter aan den Christus werd gebracht Geen wonder dan ook, dat alle barmhartigheid ten slotte diende om den mensch in zijn oog te vernederen op het oogenblik, dat hij van hare gaven genoot. Ook leidde ze er toe om twee soorten van menschen te voorschijn te roepen die welke, om welke reden dan ook, geen ontferming behoefden en die er van leven moesten. De eersten vormden een stand van aristocraten, die der geestelijkheid tot financieelen steun diende, bij hare uitoefening der barmhartigheid; en de anderen een stand van proletariërs, die door den steun, welken zij behoefden in een staat van afhankelijkheid kwamen. Eenen beteren weg schenen de kerken der Reformatie te beloven, met name de Gereformeerde kerken, doch slechts aan het begin is hij gebaand, het andere deel ligt nog grootendeels braak. Vele redenen zijn daarvoor te vinden. Het Pausdom had de kerk zoo geheel en al gedeformeerd, dat zij, die door den Heere geroepen werden, om Zijne waarheid weer aan het licht te brengen, de hande, i vol hadden en beginnen moesten met hetgeen het voornaamste was, de leer der zaligheid te zuiveren van de dwalingen van Rome. Langzaam schreed men voort, maar nimmer kwam men aan het volle begrijpen van hetgeen de Heere zijne gemeente als wet der barmhartigheid in Zijn woord had voor" geschreven. Daarbij kwam dat niet dadelijk door de kerk de fouten van Rome's kerk werden ingezien, terwijl de Staat zich op dit gebied zoo deed gelden, dat hij de ontwikkehng van de Christelijke liefde heeft tegengehouden. Wat de Heere Zijne kerk uitsluitend voorbehouden had, werd haar voor een deel, soms zelfs geheel, uit de hand genomen, en een zaak der politie gemaakt. Daaruit is te verklaren, dat ook zelfs de Geref. kerken ondanks hare herstelling van het diakonaat weinig hebben gedaan voor den Dienst der barmhartigheid. Daar is ontferming geweest en gebleven tot onze dagen. Dat had Christus te diep in het hart der Christelijke maatschappij geschreven, maar zij is niet verheffend, Godverheerlijkend.

In zijn tractaat van de Reformatie der kerken schetst Dr. Kuyper het ideaal der barmhartigheid in deze woorden: „Het diakonaat is het ambt der Christelijke liefde en gelijk de Heere Christus tijdens zijne omwandehng op aarde tweeërlei Goddelijk werk deed, namelijk ten eerste het Evangelie prediken en de zonde te stuiten en ten andere de ellende van kranken en hongerigen te lenigen, om de gevolgen der zonde te boeten, zoo moest ook in Christus' kerk het Diakonaat naast het Presbyteriaat staan, om naast de bediening van het Goddelijk Woord te openbaren de bediening der Goddelijke barmhartigheid. Het Diakonaat mag dus volstrekt niet opgaan in collecteeren en bedeelen van behoeftige personen, maar dient zich allengs te ontwikkelen als het heerlijk orgaan der kerk voor de Christelijke philanthropie. De zorge voor weezen en weduwen, voor ouden van dagen en kranken, voor bhnden en idioten, voor krankzinnigen en ongeneeslijke kranken, ja zelfs voor gevangenen, ook voor doorreizende vreemdelingen enz. ligt op der Diakenen weg. En terwijl zij op deze wijs de ellendigen des Heeren hebben te helpen, te steunen en te troosten niet Heen door geld en goed ; maar ook door geesteijke vertroosting, hebben ze tevens de gemeente geestelijk te bewerken, door haar te leeren geven. Geven van geld is voor den zelfzuchtigen en heb^ zuchtigen mensch een geestelijke daad, waartoe alleen genade bekwaamt, maar die ook genade brengt en de diakenen schieten te kort in pliciitsbetrachting jegens de gemeente, indien zij haar dit geven niet leert." Vergelijkt men nu met deze teekening van den dienst der barmhartigheid de werkelijkheid van meer dan drie eeuwen, dan moeten wij erkennen, dat wij nog verre af zijn van dit ideaal.

Niet dat het ons ontbreekt aan goede beginsels doch 't is hierbij gebleven. Calvijn laat zich in zijne Institutie ofte onderwijzing in de Christelijke religie (B. 4. 3. 9) aldus over het diakonaat uit: De bezorging der armen was den diakenen bevolen. Hoewel hij (Paulus) stelt in den zendbrief aan de Romeinen tweeërlei diakenen, waar hij zegt: Wie geeft die geve in eenvoudigheid en die barmhartigheid doet, die doe ze met blijmoedigheid. Rom. 12:8)". Dewijl hij daar zonder twijfel spreekt van de gemeene ambten der gemeente, zoo moeten daar twee verscheidene graden zijn. En, tenzij dat mij mijn gevoelen bedriegt, zoo bedoelt hij met de eersten de diakenen, die de aalmoezen uitdeelen; en met de anderen degenen, die zich zelven begeven hadden, om de armen en zieken te dienen." Is het dat wij dit aannemen (gelijk het aan te nemen is), zoo zullen daar tweeërlei diakens zijn, uit welken sommigen zullen dienen in de uitdeeling der dingen, die den armen der gemeente toekomen en de anderen zullen de armen zelven dienen." In haar 30ste artikel zegt onze geloofsbelijdenis het volgende van het diakonaat, dat het ingesteld is „opdat de armen en benauwden geholpen en getroost worden, naardat zij die van noode hebben', woorden die wij in de kerkenordeningen der Nederd. Geref, kerken letterlijk terugvonden.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1900

De Heraut | 4 Pagina's

De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1900

De Heraut | 4 Pagina's