GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Eene conferentie van predikanten van vrije kerken. Beschamende houding der Unitariërs, ten opzichte van den oorlog.

Er heeft den i2den Juli te Londen eene conferentie plaats gehad van predikanten van vrije kerken, om de zaak van den vrede te bespreken. Deze meeting heeft helaas weinig succes gehad. Vooreerst waren niet alle vrije kerken vertegenwoordigd, en zij, die aanwezig waren, konden het niet eens worden. Men nam, om toch iets te doen, de volgende resolutie aan. „De kracht der Christelijke kerk moet gericht worden op eene opbouwende vredespolitiek." Er werd op die vergadering uitgesproken, dat de inlijving van de "Transvaal en den Oranje-Vrijstaat moest beschouwd worden als het noodzakelijk gevolg van den oorlog, terwijl natuurlijk aan het ingelijfde grondgebied, mettertijd, de privilegiën van eene representatieve regeering zullen worden toegekend. Natuurlijk kon men het daarover niét eens worden. Er werd een comité benoemd, om een modus vivendi tusschen de partijen tot stand te brengen. Ons dunkt, dat deze poging schipbreuk moet lijden. Immers er zijn predikanten, die het met miljoenen menschen over de geheele wereld eens zijn, dat aan onze Zuid-Afrikaansche broeders door Engeland het schreeuwendste onrecht is aangedaan, waarvan het toppunt bereikt werd toen hun land bij het Britsche rijk werd ingelijfd; Het aantal van degenen, die het onrecht iszien, is wel niet groot, doch ze zijn er toch, en dezen zijn niet over te halen om te verklaren, dat de Boeren de wapens maar moeten neerleggen; dat Engeland ze dan goed zal behandelen; dat ze op den duur eene regeering zullen krijgen evenals de Kaapkolonie, en dat de predikanten in Zuid-Afrika, zich geroepen moeten achten, er voor te ijveren, dat de Boeren dergelijke voorwaarden der Engelschen aannemen.

Tot eere der Unitariërs moet gezegd worden, dat zij zich in deze flink hebben gehouden. Op hunne samenkomsten, die met Pinksteren 1.1. te Londen gehouden werden, werd als eerste resolutie met bijna algemeene stemmen aangenomen, „dat de Transvaal dadelijk moest vrijgelaten worden." Zij, die tegen deze motie stemden, waren van oordeel, dat, nu de annexatie van Transvaal een voldongen feit is, Engeland vrede moet geven; onder het Engelsche bestuur worden de Boeren later vanzelf sterk genoeg om zich vrij te maken.

Dat de Unitariërs, of loochenaars van de Drieëenheid Gods, zich bewust zijn van de belijdenis der Christelijke kerk af te wijken, blijkt uit het feit, dat een van de sprekers op de Pinkstermeeting der Unitariërs sprak: „Liever een pro Boer dan een Christen." Daarmede zal hij wel hebben bedoeld, liever een voorstander van het recht der Boeren, dan Kd te zijn van de Hoog-kerkelijke Episcopaalsche kerk. In elk geval is het niet vleiend voor de hoog-én laag kerkdijken in Engeland, ja beschamend, dat zij, die principieel tegenover de belijdenis der kerk staan, meer tegen den algemeenen stroom durven ingaan, dan de meeste belijders van den Christus.

Noord-Amerika. Dr. v. d. Meulen over doop en wedergeboorte.

Tot onze blijdschap gaan onze stamverwante Gereformeerde broeders in Noord-Amerika steeds meer belang stellen in de theologische dntwikkehng, welke de Heere in ons vaderland gaf. Het bleek ons reeds, dat zij terdege notitie namen van de uitnemende dogmatiek, door Dr. Bavink in het licht gezonden. Nu kwam het weder aan den dag, door een artikel van Dr. John V. d. Meulen in De Hope, dat men ook Dr. Kuyper's studieën over de wedergeboorte nagaat. En dit is een moedgevend teeken, al was het alleen maar daarom, wijl eruit blijkt, dat men in de nieuwe wereld toont smaak te hebben in de theologische vraagstukken. Dr. Pool te Atwood, Michigan, moest in hetzelfde orgaan klagen: „De kerk van thans heeft, vrees ik, veel minder ambitie, om, met opzicht tot de leer, de puntjes op de i's te zetten, dan die van onze vaderen. Toen kwam door de drukking der melk de boter voort, echte Hollandsche boter. Thans is de oprechte liefde tot de Gereformeerde geloofsovertuiging, vooral hier in Amerika, niet zeer in 't oog loopend, om rnaar geen sterkere uitdrukking te gebruiken. Het Amerikaansche Christendom is practisch, maar weinig doctrinaal. Een blik in kerkelijke'bladen toont dit voldoende aan. De onverschilligheid omtrent de leer is groot bij vele ouders. Men heeft niet het minste bezwaar, zijne kinderen maar te laten gaan naar meetings van Methodisten en Baptisten. Zondagsscholen en ChristianEndeavor Societies winnen het van de Catechisatie. In zulk een tijd is het gevaarlijk veranderingen voor te stellen in Kerkelijke gebruiken en belijdenisschriften."

Daarom verheugt het ons des te meer, dat Dr. V. d. Meulen het stuk van de wedergeboorte aan de orde stelde naar aanleiding van Dr. A. Kuypers artikel in & & Presbyterian and Reformed Review Onze Gereformeerde broeders moeten niet met het practicisme van de Amerikanen vervoerd worden, en daarom is het goed, dat het stuk van doop en wedergeboorte door hen onder de oogen gezien wordt.

Wij willen het echter niet ontveinzen, dat het artikel zelve van Dr. v. d. Meulen ons niet medeviel. Wat te denken van den bewijsgrond, die door den schrijver wordt aangevoerd om aan te toonen, dat het niet aangaat, om als Dr. Kuyper te stellen, dat de doop bediend moet worden op grond van veronderstelde wedergeboorte:

„In het gebed, voorafgaande aan den doop, dat een deel uitmaakt van het formulier, wordt om de wedergeboorte der kinderen, die men doopen zal, gebeden, maar zulk een gebed strijdt met de vooronderstelling dat vooraf de kinderen die men doopen zal, reeds in Christus ingelijfd zijn, of dat men het daarvoor houden moet. Het gebed is: „Dat Gij hen door uwen Heiligen Geest in uwen lieven Zoon Jezus Christus wilt inlijven." De dankzegging voor de weldaad, dat zij ingelijfd zijn, volgt eerst na den doop."

Eenvoudige lezing van het bekende dankgebed doet zien, dat Dr. v. d. Meulen ten zeerste dwaalt. Immers daarin staat, dat God gedankt wordt dat Hij ons en onze kinderen tot lidmaten van zijn eengeboren Zoon, en alzoo tot zijn kinderen aangenomen heeft, en dat dit door den H. Doop (niet uitgewerkt maar) verzegeld en bekrachtigd is. Dr. v. d Meulen moet toch het onderscheid tusschen wedergeboorte en inlijving in het lichaam van Christus kennen.

Hoe dit zij, het feit, dat deze zaak een onderwerp is van bespreking en van studie, verheugt ons.

— Zijn politiek en godsdienst twee? Wij meenden tot hiertoe, dat N.-Amerika het classieke land der vrijheid is, in dien zin, dat ieder daar zijn meening vrij uit mag zeggen en voor den triomf zijner beginselen zondereenige belemmering mag strijden.

Uit een woord van Prol. H. E. Dosker moeten we echter afleiden, dat die vrijheid voor de predikanten beperkt is. Hij schreef in het nummer van 24 Juli in de Rope:

De Nederlandsche kerkelijke en politieke toestanden moeten te samen bestudeerd worden. Zonder dat krijgt men nooit een kijk op de dingen over de wateren, die betrouwbaar is.

En dat is zoo en blijft zoo, omdat in Nederland de kerk aan den Staat historisch voorafging. De Staat kwam er door de kerk in het aanzijn. Zoo kunnen dan kerkelijke ambtenaren in een Nederlandschen politieken strijd, zich daarin mengen en daarin ageeren op een voor Amerikanen volkomen onverstaanbare wijze.

Durfde een Amerikaansch predikant zich met den strijd inlaten, zooals de Nederlandsche dominé dat straffeloos doen kan — o, wee!"

Moeten wij hieruit afleiden dat de wet in N. Amerika verbiedt, dat een predikant ijvert voor de overwinning van de beginselen die hij voor het staatkundige leven geldig acht, omdat hij overtuigd is dat zij afgeleid tijn uit Gods Woord ? Of is het aldus, dat de publieke opinie het in een predikant afkeurt, zoo hij zich op staatkundig terrein beweegt?

Wat daarvan zij, wij verheugen ons er in, dat in Nederland een dergelijke toestand niet bestaat. Het smart ons, wanneer wij in Nederland van een predikant vernemen dat hij socialistische of anarchistische denkbeelden propageert, doch niet omdat wij hem het recht betwisten, als predikant voor staatkundige beginselen te ijveren, maar wijl wij verstaan dat een socialist en een anarchist tot Gods Woord in een verhouding staan, die in strijd is met het herder-en leeraarschap.

Wij zouden wel wenschen, dat onze broeders in N. Amerika zich eens voor de vraag stelden, of zij er diep genoeg van doordrongen zijn, dat ook het staatkundige leven behoort ingericht te worden naar God Woord.

Prof. Dosker is er van overtuigd, dat in Nederland theologie en politiek vermengd en vereenzelvigd zijn. Bedoelt hij daarmede, dat hij, die in ons Vaderland op kerkelijk of Godgeleerd terrein de souvereiniteit Gods belijdt, ook op staatkundig gebied erkent dat aan den gezalfde des Heeren alle macht in hemel en op aarde gegeven is, zoodat ook de ordinantiën des Heeren behooren geëerbiedigd te worden in den kring van het politieke leven ? Dan zouden wij het betreuren dat Prof. Dosker het daarmee niet eens is. Wij houden het er voor, dat het annexeeren van de Philippijnen door de N. Amerikaansche regeering nooit door de predikanten van verschillende kerken zou worden vergoelijkt, indien zij tot de besliste overtuiging gekomen, zijn, dat ook op het terrein van het staatkundige leven de eeuwige beginselen van Gods woord gelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's