HAMABDIL

iewiL< i.Ts»E: Mr§e}£SCHË; ivH.

Van de helÈighsid van het Genadeverbond.

€io®£^ ür. m M. M U Y P IÏ: ü.

INHOUD: I. Een ernstig gevaar. II. De cbijabare tegeastelling tusscben Genadeverbond n Uitverkiezing. III. „Doop alles wat in het oophuis binnengebracht wordt." IV. De esn eid tusschen Genadeverbond en Uitverkiezing. . De Goddelijke scheidslijn. VI. Het nationBai erbond met I=raël. VII. Het doopbevel. VIII, a gelooi'igen en hun kroost. IX, De praktijk nzer vaderen. X, De verbondsbesc'iouwiag der emeente. XI. De bedenkingen weerlegd. XII, e eisch tot zelfonderzoeken gsbanrihaafd.

Prijs / 2.—, gefcondsn / 2 40. iig.ïi.-eï H A. VAN BOTTEMBUSG,

Bloemgraolit 45, Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen