GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Denemarken. Godsdienstige en kerkelijke toestanden in Kopenhagen.

Wanneer men den v/asdom van het geestelijk leven naar het meer of minder bezocht worden van Christelijke samenkomsten afmeten mag, dan kan men zeggen, dat Kopenhagen in een bloeienden staat verkeert.

Op een Woensdag in Februari sprak in de hoofdstad van Denemarken de Noorweegsche prediker Albert Lund voor een schare van duizenden menschen, die nauwelijks in de groote Garnizoenskerk plaats vinden kon. Niet voor het eerst werd te Kopenhagen de stem van den Noorweegschen revivalist gehoord. Vele dagen lang had hij vergaderingen geleid, waarbij zich telkens een groote menigte verdrong. Tegelijk waren de twee grootste vergaderlokalen der stad, Bethesda en Siloam, waar tegen entreegeld populaire voordrachten over de leer der laatste dingen gehouden werden, eveneens vol menschen, en dat op een gewonen werkdag. Wanneer men nog daarbij in aanmerking neemt, dat de Christelijke jongelingsen jongedochtersvereenigingen er bloeien en zich uitbreiden; dat een goed georganiseerde vereeniging , , den dienst der tafelen" verricht; dat de Godsdienstoefeningen in den regel goed bezocht worden; dat men zich voor den arbeid der uiten inwendige zending veel offers getroost; — dan is het niet te miskennen, dat er op het terrein van het godsdienstige leven in Kopenhagen niet de rust des doods gevonden wordt. Integendeel, er is leven en beweging. Of die beweging in de goede richting voortschrijdt, is de vraag.

Het is ook een verblijdend teeken, dat boeken van Christelijke schrijvers aftrek vinden. De werken van Skovgaard—Petersen, die zich voornamelijk tot het opkomend geslacht wendt, evenals die van Olfert Ricard, wiens boek „Christus en zijne getrouwen", reeds 6 maal werd herdrukt. De aandacht van het Christelijk publiek in Denemarken viel in den laatsten tijd bijzonder op een werk van een bekend predikant, een man van beteekenis, —H. Martensen, kleinzoon van den bisschop H. L, Martensen, schrijver van een Ethiek.

De titel luidt: „Geloof en twijfel". De schrijver deelt met groote oprechtheid mede, hoe hij 23 jaar, lang, onder innerlijke bestrijding en twijfel aan de waarheid van de leer der Kerk en aan dezer waardigheid, het ambt van predikant bekleed had, totdat hij eindelijk rust vond in het geloof in den gekruisigden en verrezen Heiland. Voor een psychiater moet dit boek van groote beteekenis zijn, en voor apologeten is het een arsenaal waaruit menig wapen kan gehaald worden.

Maar hoe is het met de Luthersche Kerk, die in Denemarken zoo nausv met den Slaat verbonden is, gesteld? De geest van Sören Kierkegaard werkt daarin kennelijk na. Kierkegaard was een man die het officieele Christendom dat in zijn dagen opgeld deed, het Christendom van de volksmassa, met alle kracht weerstond. Hij leerde dat het Christelijk leven begint met de leer van de zonde; het zondebewustzijn wordt daarvan de drijfkracht. Het tegenovergestelde van de zonde is het geloof. De eisch om in Ciiristus te gelooven, bestaat hierin, dat men Hem gelijkvormig wordt, — niet naar de gestalte der heerlijkheid, maar naar die der vernedering, gelijk Hij op aarde in de nederige knechtsgastalte wandelde. De roeping van den Christen is dus, een navolger van Christus te worden in den staat van vernedering, in de liefde tot den naaste, in de onvoorwaardelijke overgave aan het ware, in het aan de wereld gestorven zijn, in lij3bn, niet alleen innerlijk maar ook uitwendig, door haat, vervolging ea spot. Het Christendom dat hij rondom zich waarnam (hij leefde van 1813—1855) hield bijvoor een afval van het Christendom. Het van buiten komend lijden is weg; de ernst van een beslissende keuze om voor Christus te leven, wordt niet meer gevonden. Kierkegaard kwam er dan ook toe de Kerk, het kerkbezoek, het ambt en de ambtsdragers te veroordeelen. Toen eenmaal bij de begrafenis van een algemeen geacht en verdienstelijk bisschop der Luthersche Kerk, die altijd zeer geeëid geweest was en die veel aardschen voorspoed gehad had, gezegd werd, dat de overledene behoorde tot de getuigen der waarheid, geraakte hij buiten zich zelven van verontwaardiging.

Vele predikanten, die Kierkegaard's invloed ondergingen, vinden het drukkend en lastig, dat zij eene Kerk moeten dienen met eene belijdenis, en roepen daarom om een vrije Kerk, die geheel los moet zijn van den Staat. Dat eene vrije Kerk alleen bloeien kan wanneer zij op het fundament eener welomschreven belijdenis staat, schijnen zij niet in te zien.

Er zijn in Denemarken voornamelijk vier richtingen op godsdienstig gebied. Men heeft er de Evangelisaliemaanen, die de inwendige zending drijven, die men met de Engelsche Methodisten op één lijn kan stellen. Voorts de Grundtvigianen, die het symbool boven den Bijbel stellen ea sterk voor de vrijheid der Kerk ijveren. Dan heeft men een hoog-kerkelijke richting, die de Luthersche Kerk in haar inrichting en haar episcopaat zoekt te handhaven. Ten vierde zijn er, die een brug willen slaan, waarover degenen die nu van de Kerk vervreemd zijn, weder tot haar kunnen teruggeleid worden, en die in christelijk-socialen zin werkzaam zijn. De moderne Theologie heeft in Denemarken nog weinig aanhangers; hetgeen te verklaren is uit het feit dat die richting voornamelijk door Duitschers wordt voorgestaan, en men al hetgeen uit Duitschland komt met wantrouwen bejegent.

Maar niet te miskennen is het, dat er zich in Denemarken leven openbaart. Waar leven is, komen ook ziekelijke uitwassen; dit komt ook in Denemarken aan het licht. Zoo kwam de Noorweger Barratt in Kopenhagen samenkomsten houden, waarbij het spreken in tongen voorkwam. Op die samenkomsten werd de aandacht gevestigd, doordat een der lichtzinnigste tooneelspeelsters met haar beroep en verleden brak en zich bij de gemeenschap die Barratt gevormd had, voegde, waarin zij tegenwoordig nog dikwijls als spreekster optreedt. De kerkelijkgezinden hebben tegen dit spreken in tongen, noch mondeling noch in geschrift gepolemiseerd. Het vuur dat in de vergaderingen van Barratt brandde, werd dus niet door invloeden van buiten aangewakkerd, en daaraan is het wellicht mede te danken dat het ging verflauwen. De volmaaktbaarheidsleer duikt ook hier en daar, vooral op het platteland, op. De inwendige zending maakt zich bij velen impopulair, doordat haar orgaan, het Christl. Tageblatt, de zedelijke toestanden aan het koninklijk hof door een defectieve bureau liet spionneeren. Toen aan den dag kwam dat man ten onrechte het hof in verdenking gebracht had, heeft de antigodsdienstige pers daarover zeer getriumfeerd. Het is zeker te betreuren dat een Christelijk blad zulk een campagne begon.

Wij zouden ook kunnen schrijven over de zedelijke ellende die in een groote stad als Kopenhagen heerscht. Het is daar gelijk overal, waar vele menschen opeengehoopt zijn. Maar wel kan niet ontkend worden, dat de Christenen in Denemarken's hoofdstad, langs kerkelijke en onkerkelijke wegen, daartegen den strijd met kracht hebben aangebonden en doorzetten. En dit moet ons een oorzaak van blijdschap zijn, al doet het pijnlijk aan, dat de scharen die voor de komst van het Godsrijk strijden, zoo verdeeld zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1910

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1910

De Heraut | 2 Pagina's