GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Tegen het voorstel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tegen het voorstel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen het voorstel van Prof. Du Toit om de „profetie" in onze Kerken weer in te voeren, hebben we derhalve overwegend bezwaar, wanneer daarmede bedoeld zou wezen herstelling van de profetie zooals ze In het Nieuwe Testament ons geteekend wordt.

Deze Nieuw-Testamentische profetie behoorde toch, gelijk Calvijn terecht opmerkte, tot de buitengewone ambten en genadegaven, die door Christus geschonken zijn voor de stichting der Christelijke Kerk en is evenals de gave der gezondmaking en het spreken in vreemde talen niet bestemd geweest om een blijvend bezit der Kerk te zijn. Wat Zwingli, a Lasco en John Knox onder de profetie in de i6s eeuw verstonden, heeft dan ook met de Nieuw-Testamentische profetie niets gemeen en berustte op een onjuiste verklaring van I Cor, XIV. Om elke verwarring te voorkomen, die vooral in onze dagen niet zonder gevaar zou wezen en het drgven der zich noemende Apostolische Kerk in de hand zou werken, zouden we er daarom zeker niet voor zijn, den naam profetie weer in gebruik te nemen.

Geheel anders staat het natuurlijk met de vraag, of daarom het instituut der i6eeeuwsche profetie, ook al is de naam evenals het beroep op I Cor. XIV onjuist, niet een element bevatte, dat voor de gemeente van belang was en daarom niet zonder schade voor haar geestelijk welzgn In onze dagen gemist wordt.

Gemakkelijk is deze vraag niet te beantwoorden, omdat deze i6s-eeuwsche profetie, gelijk ook Prof. Du Toit opmerkt, volstrekt niet een streng afgebakend karakter vertoonde, maar in allerlei vormen en gestalten is opgetreden en telkens wisseling heeft ondergaan. Wanneer men onder de „profetie" in hoofdzaak verstaat, dat de predikant niet alleen over een zelf gekozen tekst predikt, maar in een.afzonder-Igke samenkomst een practicale verklaring geeft van een geheel Bijbelboek, dan komt dit practisch neer op wat wij gewoon zijn te noemen een Bijbellezing en verdient het zeker aanbeveling, dat deze lectio continua, gelijk men het gewoonlijk noemt, d. w. z. de regelmatige bespreking en verklaring van een geheel Bijbelboek naar vaste volgorde, worde Ingevoerd, waar ze dusver nog niet bestaat. Calvijn en de oudere Gereformeerden deden dit zelfs als regel in de gewone saamkomsten der gemeente, en al zouden we de vrije tekstprediking om meer dan eene reden niet gaarne afgeschaft zien, toch is het zeker gewenscht en ook in de meeste onzer Kerken gebruikelQk, dat daarnaast in de week een bepaald Bijbelboek behandeld wordt. En evenzeer bestaat er geen bezwaar tegen, dat, wanneer de Kerk meerdere predikanten heeft, elk hunner van dat gedeelte der Schrift een korte verklaring geeft, gelijk zulks vroeger in de congregatie te Geneve gebruikelijk was.

Gewoonlijk verstaat men onder de „profetie" echter iets anders en meer. Men bedoelt er dan mede, dat ook degenen, die niet tot het ambt van Bedienaar des Woords geroepen zijn, in deze samenkomsten het woord mogen voeren, hetzij dan om met toestemming van den Kerkeraad een stichtelijke toespraak te houden naar aanleiding van het voorgelezen Schriftgedeelte, hetzij om bezwaren* en bedenkingen in te brengen tegen hetgeen men in de prediking gehoord heeft; terwijl dit laatste dan weder óf mondeling kan geschieden óf schriftelijk, zoodat de bezwaren vooraf bij den Kerkeraad moeten worden ingediend en daarna openlijk worden beantwoord.

Nu kunnen we op dit vraagstuk, dat zeer diep ingrijpt in het gemeenteleven, thans niet In den breede ingaan. Beide vormen, om de gewone gemeenteleden meer actief deel te laten nemen aan de „profetie", zijn beproefd. Dat ze aanvankelijk in menig opzicht rijke vrucht hebben afgeworpen, wordt door de schr^vers van de historie der Gereformeerde Kerken eenparig erkend, en we begrijpen, dat bij het hooren van den hoogen lof, aan deze „profetie" geschonken, de vraag wel eens in het hart opkomt, of ze thans niet meer zou te herstellen zijn. Toch mag men aan de andere zijde niet blind zijn voor de ernstige gevaren, die, naar luid van het getuigenis der historie, aan deze „profetie" zijn verbonden geweest, en gemaakt hebben, dat onze Gereformeerde Kerken overal deze „profetie" in later tijd hebben afgeschaft. Wat in een hoogstaande gemeente, onder de machtige bezieling van het heroïsme des geloofs, mogelijk is gebleken, is daarom nog niet voor alle tijden profijtelijk te achten.

Met name het laten optreden in zulke saamkomsten van gewone gemeenteleden om een stichtelijke toespraak te houden, ten einde de gaven, die God hun geschonken heeft, tot uiting te doen komen. Is, hoe heerlijk dit ideaal ook schijnen moge, toch niet zonder gevaar gebleken. Er kan zoo licht misbruik van worden gemaakt, om verkeerde denkbeelden te propageeren, of de gemeente te leiden in een spoor, dat niet gewenscht is. En ditzelfde bezwaar drukt evenzeer het recht om vragen te doen of critiek op de prediking te oefenen, dat in deze profetie geschonken werd; op zich zelf kan dit een uitnemend middel wezen om de belangstelling der gemeenteleden te prikkelen en de prediking in zuivere lijnen te houden, maar het gevaar is niet minder groot, dat de critiek ontaarden zal in vitzucht, en de vragen zullen loopen over allerlei quaesties, die met de stichting der gemeente niets uitstaande hebben.

Prof. Du Tolt heeft zelf deze gevaren ingezien en de vorm van „profetie, " dien hij voorslaat, is er dan ook wel op berekend om deze gevaren te voorkomen. Met belangstelling wachten we daarom af, of de Gereformeerde Kerk In Zuid-Afrika op dezen voorslag zal ingaan. De ervaring zal dan de beste leermeesteres wezen, In hoeverre het beoogde doel daardoor kan worden bereikt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juli 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Tegen het voorstel

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 juli 1911

De Heraut | 4 Pagina's