GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. DUPONT, Geneesheer-Directeur van „Lotenoord" te Ecmelo. HEX HUWELIJK, geneeskundige wenken voor gehuwden en verloofden Een boek voor het christelijk gezin. Bewerkt caar den den yen druk van Dr. G. Boeckh's Ehefragen.— Kampen — J. H. Kok — 1912

„Ook bij ons kome men meer tot het besef, dat men bij het sluiten van een huwelijk ook te letten heeft op den gezondheidstoestand van beide partijen. Mijn bijzondere werkkring deed mij herhaaldelijk in aanraking komen met kinderen, die leden tengevolge van verkeerde keuze, van verkeerde handelwijte, van ziekten, en zonds der ouders. Meerdere kennis op dit gebied kome ook in ons land."

Aldus op p. VI v*h zün WOORD VOORAF bij de bewerkiog van Dr. BOECKH'S EHEFRAOEM, de heer A. DUPONT.

Het besef waartoe bij wenscht, dat men ook bij ons meer kome, is onder ernstige menseben, met name bij onze oostelijke naburen, al reeds ontwaakt. Het deed DR. G. BoECKH, in 1906 zijn veelgelezen boek: EHEFRAGEN. schrijven.

DR. BOECKH, een christelijk arts, schrijft in dit zijn wer6ja over huwelijksvragen o. m. bet volgende : „Diar . ons het welzijn van het gezm aan het hart gaat, zoo hebben wij het onder-Dom< ; a eenige lijnen van natuurlijk, zedelijk, echtelijk leven aan te geven. Verre verwijderd van de meening, dat dit kleine werkje alle zedelijke huwelijksvragen zou beantwoorden, zijn wij tevreden, als het slechts gelukken mocht. er in neer te leggen, hoe een echtelijk leven met zorgvuldigheid moet worden voorbereid, hoe het gegrond, hoe het gevoerd moet worden, opdat het de vooor waarde verschafïe voor een gelukkig leven der echtelieden en hun kinderen."

DR. BOECKH staat daarbij, zooals van een Christen te verwachten is, op het standpunt der Theonome moraal. „Volken", zoo zegt hij, met hoogstaande moraal, of wat hetzelfde is, met eerbied voor Goddelijke inzettingen, vinden wij zonder uitzondering in de opstijgende phase hunner politieke en sociale ontwikkeling. Dat drukt ook de Psalmist uit, als hij in Ps. 33:12 zingt: Welgelukzalig is het volk, welks God de Heere is". Waar moraal en vroomheid is, daar is ook een geordend leven met al zijn ïegeningen voor welvaart en gezondheid."

Het besef, „dat men bij het sluiten van een huwelijk ook te letten heeft op den gezondheidstoestand van beide partijen", ontbreekt echter bij ernstige menschen ook ten onzent niet.

Zeker, de huwelijkssluiting berust op den mutuus consensus of de „wederiijdsctie overeenstemming", doch zal deie niet maar bloot natuurlijk, doch zedelijk zijn, dan moet daarbij ook gerekend worden met Gods geboden en óok met dit, dat men zich, zooals onze H. C. in de uitlegging van het zesde gebod cegt: „niet moedwillig in gevaar begeve."

In DEN HAAG bestaat dan ook een COMITÉ TER BEVORDERING VAN GENEESKUNDIG ONDERZOEK VOOR HET HUWELIJK, welk Comité zijn secretariaat heeft: PLEIN 17A en zich ten doel stelt: „de overtuiging ingang te doen vinden, dat raadpleging van den medicus vóór het huwelijk een moreele plicht is; welke plicht dient te worden nagekomen zoowel in het belang der betrokkanan zelf, alt in dat hunner nakomelingen! een mutregel das der g«htele MaatichappQ ten goede komende." 'n Comité wurin ook de christelijke UvenS' beschouwing vertegenwoordigd is.

Nu zal ik grif toegeven, dat er gevallen kunnen zijn wnarin „de gezondheidstoestand van beide partijen" zóo apert ü, waarin men met twee zóo blijkbaar „kerngezonde" menschen te doen heeft, dat „raadpleging van den medicus" vrij overbodig mag heeten. Toch bedenke men, dat onderkenning van den gezondheidstoestand 'n kunst is die slechts door oefening is te verkrijgen. Het wil mij daarom voorkomen, dat in de meeste gevallen, dat in het algemeen, „raadpleging van den medicus" niet overbodig is.

Maar, en hier voel ik alles voor 'n bedenking, die bij sommigen van mijn lezers opkomt.

Met het oog op de rechtsgevolgen, die aan de sluiting van het huwelijk verbonden zijn, heeft ook de Overheid, die, als dienares Gods, het recht heeft te handhaven, bij de huwelijkssluiting zeggenschap. Maar dit zeggenschap heeft zijn grenzen, en tot de hoedanigheden en voorwaarden, die de Overheid voor het aangaan van een huwelijk mag eischen, behoort zeker niet, dat beide partijen, of één van hen, een volkomen gezondheid moet genieten.

Dit toch ligt buiten het gebied waar het recht en de zedelijkheid elkander dekken en wel: op dit gebied van het zedelijke, waar de mensch, voor zijn zelfbepaling, aan God alleen rekenschap schuldig is.

’n Overheid, die huwelijksluiting zou willen verbieden als het met den gezondheidstoestand bedenkelijk of zelfs slecht staat, zou zich vergrijpen aan de vrijheid harer burgers.

Op dit gebied moeten de menschen zelf weten wat hun plicht is en, van hoeveel belang de gezondheid zijner burgers ook voor den Staat is, mag hij dat belang toch niet ttachten te bevorderen, in den weg dien men volgt bij een „stoeterij"; iets wat in deantieke wereld PLATO, en dan nog alleen voor de twee hoogere standen, wilde.

En zoo voel ik alles voor de bedenking, dat het, bij de huwelijkssluiting op den gezondheidstoestand letten, uit zou loopen op Staatsbemoeiing, op gedwongen medisch onderzoek en op huwelijksverbod bij, na onderzoek, gebleken onvoldoenden of slechten toestand.

Zulk een ingrijpen van den Staat met zijn dwingend recht, wordt echter bij de beweging ter bevordering van geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk niet bedoeld. Ook ten onzent publiceerde het hierboven genoemde Haageche Comité, dat het zich „unaniem tegen huweiijksvERBOD verklaart."

Wat men bedoelt is, door voorlichting het zedelijk-bewustzijn te verhelderen.

Dit bedoelt ook DR, BOECBH met sijn boekje, dat in Dnitschland, na in 1906 ie zijn verschenen, reeds in 1910 een yen drnk (36s en 40ste duisend) beleefde. En evenioo bedoelt dit ook de heet DupoNT, die de EHEFRAGEN thans, naar dien yen druk, voor Nederland heeft bewerkt.

De Arts DUPONT is een goede bekende ook onder ons Gereformeerden. Hij is, zooals reeds uit den hier boven afgeschreven titel van sijo boek blijkt, geneesheer-directeur van „Losenoord" te ERMELO, de stichting waar thans idiote meisjes worden verpleegd.

Maast Veidwijk, en 'SHEEREN LOO, in de nabijheid van GROOT-EMAUS, is LOZENOORD de derde en jongste stichting voor Idioten, waartoe in 1880 door onzen DR. WILLEM VAN DEN BERGB het initiatief werd genomen. Stichtingen, uitgaande van die Vereeniging, wier voorzitter, tot aan zijn dood. Ds. }. C. VAM.SCHELVEN te DIEREN, is geweest.

Aan de behandeling der patientjes en patiënten op deise stichtingen heeft de heer DUPONT zich nu reeds jaren gewijd. En hoewel hij zeker allerminst zal beweren, dat het lijden deier zwakzinnigen altijd een bewijzend teeken is voor de „verkeerde huwelijkskeuie hunner ouders", voor de „verkeerde handelwijze", voor „ziekten en zonden dier ouders", — voor zulk een conclusie toch, ware ook „negatieve instanties" aan te voeten — toen kwam hij, in zijn langdurige praxis, voor vele gevallen van idiotisme te staan, waarbij dit lijden, uit wat om trent de ouders van den patient was te verne men, op een of meer, of ook op alle van de straks genoemde „verkeerdheden" als op de oorzaken heenwees.

En zoo is het te verstaan, dat de beer DUPONT zich geroepen achtte tot het schrijven van dit boekje.

Hij is ten volle overtuigd van de noodzakelijkheid van het letten op den gezondheidstoestand bij het sluiten van een huwelijk.

Hij schrijft op bl. 44, die aan zijn bespreking van de verschillende ziekten voorafgaat, waatonder, behalve de „geslachtsziekten", tal Tan andere vallen: „Ook de volgende bladzijden zullen eerst dan overbodig worden, als eenmaal de tijd is gekomen, dat zich elke huwelijkscandi-'daat, jonge man en jonge dochter, vóór de gewichtige schrede in den echtelijken staat door een vertrouwden, conscientieuzen arts laat on derzoeken en — den dan verkregen raad, ook als die voor hen pijnlijk mocht zijn, opvolgt."

Het wil mij voorkomen, dat deze regels zijn te onderschrijven, óok dour hen, die, bij kinderen van verziekte ouders aan de mogelijkheid van regeneratie denken.

Dit, met groote bezonnenheid, en allerrninst „onnoodige" vrees verwekkend, geschreven boek „voor het christelijk gezin", gelijk déze onder titel aanduidt, is niet alleen voor wat de heet DUPONT noemt „huwelijkscandidaten" maar ook voor reeds gehuwden bestemd.

Het beschrijft, zooals DR. BOECKH in zijn voorwoord zegt, óok hoe „het huwelijk gevoerd moet worden". In het, door DUPONT bewerkte hoofdstuk over: BEPERKING DER VRUCHTBAARHEID, wordt, onder bepaalde omstandigheden, met name: krankheid der vrouw, moral restraint, „zedelijke onthouding", aanbevolen, maar het Neo Malthusianisme, oa^ootwaardelijk bestreden.

Als AANHANG bevat het een lezenswaardig hoofdstuk over de verzorging van het jung geboren kind.

Aan het slot van zijn VOORWOORD schrijft DUPONT: „Getracht is, de onderwerpen die te behandelen waren, natuurlijk voor te stellen in zoo kiesch mogelijken vorm.",

In dit trachten is de schrijver volkomen ge­ slaagd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1912

De Heraut | 4 Pagina's