GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ALMANAK VAN HET STÜDENXENCOBPS **''' VRIJE UNIVERSITEIT 1913.

Hij mag er wezen.

Dit was al terstond mijn oordeel, '0^° ' 'JÜ op het Amsterdamsche Lees-Mnsenm «« j, gemaakt te hebben met andere Nedetj»»»-, Studenten^almanakken voor r9*3'°P""^? n[i)! dezen wat later aangekomene vluchtig doo derd had.

En gtnttt lesing heeft dit mijn wMt< 'oordeel bevestigd.

Naar den maatstaf, dien men bij een dergeliik periodiek mag aanleggen, maakt de Almaik van het Studentencorps: NIL DÏBPERAN-PUM DEO DUCE een goed figuur.

Een goed figuur zoo naar vorm als inhoud. Wat den vorm betreft is de redactie met de keuie van haar drukker J. CLAUSEN, ST. JANS «RAAT TE AMSTERDAM, die in alle opzichten goed typographisch werk geleverd heeft, zeker piet ocgelukkig geweest.

Maat ook de inhoud verdient lof.

De redactie heeft de waarde van dèten AlmaDak niet weinig verhoogd, door, niet alleen, ngar vast gebruik, het portret van den Rector Het Uaiï? ersiteit, — ditmaal PEOF. ANEMA wiens karakteristieke kop met van ziele-erenwicht sprekende oogen, tegenover het titelblad prijkt J-en op pag. 57 dat van de vijf heel deftig, maar toch frisch-jong kijkende leden van den Studecten-Senaat met hun Vaandrig op te nemen, maar ook, door nog twee andere portretten er een plaats in te geven. Op p. 24 toch vindt men het portret van Dr. P. A, E. SILLEVIS SMITT en op psg-38 dat van DR. F. W. GROSHEIDE, de twee, in de Theologische Faculteit, pas op getreden hoogleeraren.

In haar VOORWOORD schrijft de redactie, — die ditmaal bestaat uit de heeren N. BUFFIKGA, T, W, GEELS, C. «M, KEGGE, P. MINDÏRAA en / POST —: „Wat den inhoud van den Almauak betreft, zoo is niet veel wijziging aangebracht; uitgsiondetd ï> fttuurlijk Farrago en Varia. Sommige zaken, die in de vorige Almanakken steeds weiden vsrmsld, hebben wij gemeend te moeten schrappen, wijt ze thans uit andere bronnen voor onze lezers kenbaar was. Tegenover dit schijnbaar verlies staan echter eenige aanvullingen bij het stuk der Memorabilia, dat handelt over de Militiepapieren, en bovenal niet te vergeten de Collegebloempjes.“

De letterkundige waarde van een Studenten almanak zit 'm vooral in de rubriek-FARRAGO of Mei3gelwerk, en wanneer ik dan ook spreek van den lof dien dete almanak verdient, denk ik bepaald asn dat Mengelwerk.

Maar ook het eigenlijk kaleader-werk en de rubrieken VRIJE UNIVERSITEIT en STUDENTEN­ CORPS, — zulk een juist insicht geven in het akademisch leven onzer hoogeschool, — maken even als de rubriek MEMORABILIA, om haar naawkeurige bewerking aanspraak op etn eervolle vermelding.

Met het Mengelwerk zijn wij uit de nuttigein de fraaie letteren en ook van wat daar is saamgebracht geldt: „het mag er wezen!”

Van de Proza-stukken is ZIELESTRIJD door N. B. een stukje, niet onverdienstelijk van waainemirsg en taal. Alleen hier en daar is_ 'n CLICHÉ blijven staan, dié* midden in dèsewijzevan-schiijven wat mal doet. Van wat ik onderstreepte noem ik hier: ^maagdelijk zwaandons" en „een machtig weidsch tafereel". Ook dunkt mij dat „Snerpend striemde de wind daar buiten de spaarsame voetgangers", een ietwat zonderlinge zin. Wat bezielde dien wind toch om aan zuinige menschen zoo'n kastijding en dan nog wel 'n openlijke toe te dienen? En „Sluitnerlauw neerslaan van de oogen" vond ik eerst wel teekenend, toen ik op de coojectuut van dien in het midden uitgevallene/was gekomen.

PERSOONLIJKHEID van J. W. G. is een in akademischen stijl geschreven ituk, welks inhoud vau een wijsgeerigen en idealistischen zin ge tuigt, die mij bij den student altijd weldadig aandoet.

Met EEN BROOZE-LÏLIE van P. M., bereikt het Mengelwerk zijn hoogte aan belletristifch gehshe. Fraaie uitbeelding in eén proza van verdienstelijke woord-kunst, eerst van klaargerien en innig-doorvoeld zielsbeweeg bij een kerkedienst in den Kerstnacht en op den lentemorgen harer eerste communie voor vroomroomsch kindjej dan van dien droeven heifstarond in de kerk als de moeder het daar op de lijkbaar ziet.

Met een lezenswatardig stuk, getuigend van warme sympathie voor SELMA LAGERLÖF en haar boeken, wordt de FARRAGO afgesloten.

Behalve dit Noord-Nederlandsche proza zijn nog te vermelden twee andere stukken.

REMINISCENCES OF THE ISLE OF WIGHT D. W. O. A. S.

De schrijver is, als ik mij niet vergis, een oudleerliag van het gereformeerd gymnasium te AMSTERDAM en, voor zoover ik kan beoordeelen, toont hij xich met deze bijdrage een lang niet slecht leerling van den aan die inrichting verbonden praceptor in de Ëngelsche taal en letterkunde, DR. MERKKS.

Ze hebben mij verteld, dat het op enkele plaateen in die REMINISCENCES met het Êngelsch niet heelemaal in den haak is.

Kan wel wezen, maar ik vind een student, die zoo z'n Engelsch schrijft nog al verdienste lijk. Wie het nèg beter kan, moet het '-""' vol gend jaar maar toonen.

S. is ook nog al 'n bereisd mensch.

Hij vertelt, dat hij in de ARDENNKN, de HARZ en THÜRINGEN geweest is, en op grond van deze, zij het dan ook „indirctio imperfecta" komt hij tot de conclusie: dat hi boven alle deelen van de wereld de voorkeur geeft aan het eiland WIGHT.

Wenn Jemand eine Reise thut.

So kann er was enahlen, —

en metterdaad vertelt S. heel onderhoudend van zijnj bezoek aan „This characteristic Island". Of het voornemen van den schrijver: „to sketch in various, varicolored lines the beauty of the ISLAND of WIGHT, " hem 00k gelukt is, zou ik niet durven verzekeren.

Het andere proza-stuk, 'n VAKANSEE-ONDER­ VINDING door D. I. E. is het onopgetoolde verhaal van wat een vijftal jonge Afrikaanders ondervonden op een vijfdaagsch vacantie-reisje naar BASOETOLAND „die ZWITZERLAND van Z.­ Afrika". Er zit gang in dit korte stukje proza, en de taal waarin het geschreven ii, deze jongste loot van den Nederlandschen taaistam, klinkt als ge het hardop leest, zoo echt goedmoedig.

De poëzie-bijdragen opent P. M. met VERZEN VAN DE ZEE.

Het zijn er drie.

Het middelste: MIDDAG AAN 'T STRAND, Aquarel, vind ik bijzonder mooi. Alleen is mij dat „rilde lijfje" min duidelijk. Maar overigens doet het als 'n Aquarel.

GOTHENKONINGIN van J. T. bezingt een aller-Itigaberst onderwerp. Zonder de commentaar, die er aan toegevoegd is, zou dit gedicht mij duister zijn. Toch zijn er enkele regels In, die wel goed doen.

Van de overige verzen wil ik alleen nog als 2eker niet onverdienstelijk GESCHEIDEN van S noemen.

De nieuwe rubriek COLLEGE-BLOEMPJES, ik vond haar ook in andere Studenten-Almanak ken, dunkt mij voor den akademischen docent iQ 't algemeen, lang niet onleerzaam voor.

De zeer ongewone methode om „namen" boven de VARIA te zetten, wil mij niet onbedenkelijk voorkomen. Deze rubriek is toch al zoo netelig.

Wie belang stelt, ook buiten den kring der VRIJE UNIVKRSITIIT, in onze studenten«w«reld, en dat zijn velen, — koope dexen Almanak voor 1913.

Hij mag er wezen.

Bij den heer P. N. HOWELXR JR., Martelaarsgracht 16, zijn nog exemplaren te verkrijgen. De prijs is ƒ 1.90

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 maart 1913

De Heraut | 4 Pagina's