Onze openbare Universiteiten.

Uit de cijfers, die bij de overdracht van het Rectoraat werden meegedeeld, bl^kt, dat de Stedelijke Universiteit te Amsterdam, wat het aantal studenten betreft, de kroon spant. Hier studeeren 1225 studenten; dan volgt Lelden met 1211, vervolgens Utrecht met 1099, terwijl na deze talrgk bezochte Hoogescholen Groningen komt met 585. Bij deze cijfers boude men echter In het oog, dat niet al deze studenten In eigenlijken zin aan de Universiteit studeeren; een niet onbelangr^kpercentage Het zich slechts voor het volgen van enkele lessen inschreven. Te Groningen bijv. zijn van de 585 Ingeschrevenen slechts 447 ingeschreven voor het volgen van alle lessen. Te Lelden is de verhouding Iets gunstiger; van de 1211 studenten z^n 1141 voor het volledig onderwgs Ingeschreven.

Wat de verdeeling der studenten over de verschillende faculteiten betreft, blijkt dat de geneeskundige faculteit verreweg met het leeuwendeel streken gaat. Te Utrecht studeert de helft der studenten in de medicënen, te Amsterdam Is de verhouding nog gunstiger voor de medici, want alle andere faculteiten saam hebben slechts 441 studenten tegenover 617 medische studenten; In Groningen geeft het groote aantal studenten in de letterkundige faculteit (189) gaan de niet-medische studenten het overwicht (358 studenten tegenover 237 In de medicijnen) en voor Leiden worden de cijfers niet opgegeven.

Schuilt In deze sterke overheersching van de medische faculteit reeds een niet onbedenkelijk verschijnsel, nog droever worden de2e cijfers, wanneer men ziet hoe betrek­ kelijk klein het aantal studenten Is, dat In de Theologie studeert. Te Amsterdam bedraagt het getal theologen slechts 25, te Groningen maar 34, terwijl te Utrecht het getal in tien jaar tijds gedaald is van 200 op 120. Zelfs schqnt in Utrecht de achteruitgang nog sterker te zullen worden, want voor den nieuwen cursus werden slechts 19 studenten in de Theologie voor 't eerst Ingeschreven.

Tenslotte zij nog opgemerkt, dat het aantal vrouwelijke studenten aan de openbare Universiteiten naar verhouding zeer groot is. Van de 585 studenten zijn te Groningen 143 vrouwen. En te Utrecht moest de Rector de klacht slaken, dat terwijl het aantal vrouwelijke studenten klom, dat der mannelijke studenten met 18 achteruitging. Van de 265 studenten, die hier voor 't eerst Ingeschreven werden, waren 65 vrouwen.

Vergelijking van de hier gegeven cijfers met het aantal studenten, die aan de Vr^e Universiteit studeeren, is uiteraard moeilijk, omdat twee faculteiten nog ontbreken en in de juridische faculteit alleen het doctoraat in de Rechten en In de literarische slechts dat In de klassieke letteren en de Semitische letterkunde kan verkregen worden. Bg de juristen en literatoren zou men dus, om een juisten maatstaf aanteleggen, alleen moeten rekening houden met degenen, die aan de openbare Universiteiten voor deze doctoraten studeeren. Toch is, hoe klein het getal studenten aan onze Hoogeschooi nog altoos Is In vergelijking met dat der openbare Universiteiten, de verhouding naar de Faculteiten gerekend, niet zoo ongunstig. Volgens de cijfers, het vorig jaar door den Rector der Vrije Universiteit gepubliceerd, staat de Theologische faculteit met haar 86 theologen verre boven Amsterdam (25) en Groningen (34), overtreft ze zelfs Leiden, waar een vorig jaar het aantal theologen 72 bedroeg, en wordt ze nog alleen overtroffen door Utrecht (120). Ook de juridische facul telt met haar 54 juristen staat reeds niet zoover meer beneden de rechtsgeleerde faculteit te Groningen met haar 66 studenten Alleen de literarische faculteit aan de Vrije Universiteit met haar 22 literatoren staat nog verre ten achteren bij de andere Unl versiteiten; maar wanneer ware opgegeven, hoeveel b^v. van de 84 literarische studenten aan de stedelijke Universiteit te Amsterdam voor de klassieke letteren studeeren, zou wel blaken, dat ook deze verhoudlngsc^fers nog niet zoo ongunstig zijn. De massale cijfers, waarop de Openbare Universiteiten wijzen kunnen, zgn dus in hoofdzaak te danken aan de beide faculteiten, die dusver bij de Vrije Universiteit nog ontbreken.

Aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam tellen de wis-en natuurkundige met de medische faculteit te zamen 7 84 studenten, terwgl de drie overige faculteiten het niet verder brengen dan 274 studenten; dat is slechts een honderdtal meer dan over deze zelfde faculteiten gerekend aan de Vrije Universiteit studeeren.

Natuurlgk is hiermede allerminst bedoeld de gedachte op te wekkeq, alsof we reeds te roemen hadden In onze sterkte. Dan Is er veeleer klacht, dat nog zoo menig zoon van Gereformeerde ouders niet aan onze Hoogeschooi studeert. Kwamen allen, die onze beginselen deelen, bg ons, dan kon het getal nog zooveel grooter wezen. Maar wel kunnen de hierboven gegeven cijfers dienst doen om te laten zien, dat de Vrije Universiteit, wat het studentenaantal der bg haar aanwezige faculteiten betreft, niet meer zoover achterstaat, als men wel eens meent, bij de openbare Universiteiten, terwgl er tevens een ernstige aansporing in ligt opgesloten, om toch een aanvang te maken met de stichting van de andere faculteiten. Het verschijnsel, dat meer dan de helft der studenten thans de geneeskunde zoekt, moge een niet gunstig teeken z^n, In zooverre deze sterke aandrang naar de medische wetenschap wel In hoofdzaak z^n oorsprong vindt in fiaantleele overwegingen, maar ook met dergel^ke verschijnselen behoort onze Hoogeschooi toch rekening te houden. Uit breiding van haar medische faculteit, opdat de gelegenheid besta ook voor onze Christeigke medici om aan haar te studeeren, is wel In de eerste plaats elsch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen