GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De ziel uwer tortelduit”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De ziel uwer tortelduit”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geef aan het wild gedierte de ziel uwer tortelduive niet over; vergeet den hoop uwer ellendigen niet in eeuwigheid. Psalm 74 : 19.

Ge kent berijmd de zielskreet van Gods volk, als 't gevaar dreigt:

»Geef 't wild gediert', dat niets in 't woên ontziet, De ziele van uw tortelduif niet over!«

Een beeldspraak, die vooral Israel, in zijn benauwdheid, aangreep, want nóg is in het Oosten de duif vizX ze in onze landen nooit zijn zal, de gezellin in 't leven. Ieder kenner van de Schrift weet 't hoe daarin de duif bij alles optreedt. De duif, die uit de arke uitvloog. De duif in de offerande. En zoo ook de duif die als beelddraagster van den Heiligen Geest op Jezus neerzeeg na den Doop.

Nu nog vindt men zoo in Palestina als in Egypte in meer dan een dorp den zoogenaamden duiventoren^ een toren hoog boven alle huizen va, n het dorp uitstekend, en die er gezet is. om aan duiven zonder til een schuilplaats te bieden. En altoos gaat van die duiven, tot in 't heilige toe, een symbolische taal uit. Niet alleen bij de Joden, maar ook onder de Heidensche volken, bekleedde de duif in hun

eeredienst een heilige plaats. Een duif heeft iets bijzonders. Er hgt in de duif een uitdrukking van teerheid en liefelijkheid, gelijk geen andere vogel u die geven kan. En als nu ook de Heilige Schrift telkens weer op die boeiende uitdrukking van het wezen in de duif neerkomt, dan is dit niet, omdat de duif er eerst was, en God toen eerst zag wat sprake van de duif uitging. Maar dan is 't met de duif als met het lam, en dan is 't God zelf die ook in die duif die taal der aantrekkelijkheid inschiep, opdat wij ze er uit verstaan zouden.

En zoo als 't met de duif in 't gemeen is, zoo is 't ook met de tortelduif. Edoch, met onderscheid. De duif tiert, koert en fladdert buiten's huis, de tortel hangt men in het Oosten in zijn woning, in zijn huisvertrek op, en vandaar vliegt hij uit en in. Vandaar dat de tortel heeft wat de duif mist, een persoonlijke betrekking tot zijn eigenaar. De tortel kent zijn eigenaar, begroet hem als hij in zijn woning treedt en koekeloert hem uit vriendelijkheid toe. En omgekeerd kent de eigenaar niet elk van de dozijnen duiven uit zijn til, maar wel den tortel, die in zijn gang of vertrek ophangt. De tortel is als in zijn huislijk leven opgenomen.

Vandaar nu de zoo aanminnige beeldspraak in Psalm 74.

Zooals de tortel een element van teeder leven in de woning van den eigenaar is, zoo is het geloovige volk in de tente zijns Gods inwonend. Dat lieve volk Gods is voor den Heere, wat de tortelduif voor den eenzamen landman is. Zooals die landman voor zijn tortelduif zou opkomen, als kat of sperwer te loeren zat, zoo ook neemt God de Heere 't voor zijn volk op. En vandaar nu de bede, of God »de ziel van zijn tortelduif* niet aan het wild gedierte mocht overgeven. Een bede die steeds weer 't hart van Gods volk geraakt en geroerd heeft. Te weten dat ze zaam de tortelduiven van hun Bonds-God zijn, was steeds voor de waarachtig geloovigen een verkwikking voor 't hart.

In dit zacht u toefluisterende beeld van de tortelduif ontmoet de teerste aanhankelijkheid de rijkste liefde. Er is geen liefde die deUefde Gods voor zijn verkorenen kan te boven.gaan. Maar dan ook omgekeerd schuilt er in de aanhankelijkheid van Gods kinderen aan hun Vader die in de hemelen is, een overgegevenheid, die met alle perk en grer s spot.

Daarom is 't dan cok niet te zeggen, wat die heilige beeldspraak van den psalmist, nu reeds dertig eeuwen lang, in nood en dood Gods lievehngen bekoord en verkwikt heeft. We moeten dit wel zoo intiem uitdrukken. Gemeenlijk lokt ons dit intieme in 't heilige niet aan, en moet men o. i. net intieme verbondsleven met zijn God niet op de straten van Askalon uitdragen. \'aak is dit veel te sterk gedaan, en hierdoor verloor 't zijn stofgoud. Maar hier, bij 't beeld van de tortelduif, wiegelt ge u in dit intieme van het vroom verkeer met God. Wie 't zoo intiem niet kent, die verstaat die beeldspraak van de tortelduive niet. Hij leeft van zijn God nog te veel op een afstand.

En dit juist is 't punt, waarop 't hier aankomt.

De heilige familie van Gods verkoren kinderen op aarde leeft uiet in isolement. Dat heeft ze wel beproefd. Ze zonderde zich dan liefst geheel van de wereld af en school in 't conventikel. Maar al spoedig bleek de misvatting. Zoo deden de profeten het niet. Die gingen onder het volk uit. Zoo deed Jezus 't niet, dien de schare volgde. Zoo deden de apostelen het niet, die hun woord lieten uitgaan tot op den Areopagus. Als de nood al te hoog gaat, komt men wel tot die afzondering, maar als 't even kan, moet 't volk toch weer onder raenschen uitgaan. Anders verstikt het heiUge in de opsluiting, en Gods volk kent dan zijn taak en roeping niet.

Eens, na het jongste oordeel, komt de finale afscheiding. Het is dan God zelf, die die afscheiding maken zal. Ons menschen komt 't recht om zulk een volstrekte scheiding te maken, niet toe.

Maar is daarom vermenging niet te ontgaan, even vast staat, dat juist uit die vermenging al 't lijden, al 't wee, al 't bange vbor Gods volk opkomt. Natuurlijke mij ding van het zondig gezelschap moet er /ija, maar zelfs dit, zegt de apostel, lukt u nooit geheel. Dan toch zoudt ge de wereld inoe.en uitgaan. Doch moet er alzoo aanraking zijji, uit die aanraking komt tegelijk al de jammer. Gevaar van uit te glijden. Gevaar van bespot en gelasterd te worden. Gevaar van benadeeld te worden tot in uw aardsch beroep. Verstooten, achteruitgezet, in den hoek geduwd te worden, was alle eeuw door het lot van wie trouw aan - zijn God bleef.

En nu is dit het verrassende, dat juist niets zoozeer als die ongunst, die minachting, die achteruitzetting van de buitenwereld, de tortelduive steeds 'weer naar God toedreef en een schuilplaats in de intimiteit van het verborgen leven met haar God deed zoeken, èn vinden.

Phrases gevea. u in 't heiÜge niets. En daarom, zoolang ge ook zouder uw God nog wel een dragehjk leven kunt vinden, brengt al uw vroom medepraten geen enkele wezenlijke verkwikking aan uw ziel toe. Maar komt ge in nood, spant 't angstig, en dringt 't alles u om naar uw God te vluchten, dan komt het teedere van de tortelduive weer boven, en zegenend strekt dan uw Ciod de hand zijner zoekende liefde ov? r u uit.

Zoo is 't u persoonlijk, in de spanning die uw eigen ziel overvalt en benauwt. Maar zoo is 't veel meer nog onder de kleine schare van Gods lievelingen, als ze elkaar vinden mogen. Ook nu ontwaart ge dit weer. De' wolken komen weer op, en verduisteren den horizont van Gods volk. Er is wel toortslicht door menschenhand ontstoken, maar de liefelijke zonnestralen beginnen maar al te zeer schuil te gaan. Wie geestelijk blind is, heeft hier geen oog voor. Maar wie den geestelijken telescoop van zijn God ontving, merkt 't wel. Het wild gedierte komt weer op, en spert den muil reeds. Vooral de schijngeloovigen belemmeren daarbij den weerstand. En daarcn is 't ook nu weer tijd, om in de - heilige indmiteit van onzen God in te gaan, of Hij, die't alleen kan, zijn tortelduive dekken moge met zijn genade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

„De ziel uwer tortelduit”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's