GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Zalig zijn de barmhartigen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zalig zijn de barmhartigen”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zalig zijn de barrahartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden. Matth. 5 : 7.

Bij een ernstige operatie kan tweeërlei schitteren, eenerzij ds de hooge kunst waarmee de chirurg het mes hanteert, maar ook anderzijds' de heerlijke kunst der Uefde, die uit de barmhartigheid van de pleegzuster spreekt.

Heerschtc er niets dan dege gezondheid, zoo zou noch de hooge kunst van den chirurg, noch de heerlijke kunst der verpleging uitkomen. Denk u in het Paradijs terug, en stel u voor, dat de mensch niet ware gevallen, en immers er zou geen bederf in vleesch of bloed zijn geslopen. En er zou niet te opereeren zijn geweest.

Doch nu de val intrad, is èn de kunst van den operateur èn de deernis van wie verpleegt, een genade Gods om 't leed te ondervangen, en zijn barmhartigheid op de smart te laten inwerken.

Dit is zoo waar, en gaat zoo ver, dat meer dan eens gevraagd is, of er uit de zonde toch niet iets o, zoo heerlijks is gekomen. Of is het niet klaar, dat, ware alle zonde uitgebleven, zelfs in God den Heere de ontferming en de genade der barmhartigheid nooit zou geschitterd hebben. Het feLix culpal^ d.w.z. de verheuging over de zonde om wat er voor God en onder menschen uit voortkwam, was steeds een gevaarlijk zeggen, maar men verstaat 't toch, dat de gedachte in een teergevoelige ziel opkwam. Denk u toch de zonde weg, al wat de Christus over de ontfermingen Gods heeft geopenbaard, zou achterwege zijn gebleven. Een mysterie, waarin het ons verboden is, te diep in te dringen, maar waarbij toch altoos met klem en kracht dit ééne is vast te houden, dat de zonde altoos afschuwelijk blijft en dat de deernis onder menschen en de ontferming Gods nooit uit de zonde, maar tegen de zonde in, uit de verborgen diepte van Gods wezen opkomt.

Of ziet men niet 'tzelfde in tijden van bangen oorlog.

Ook dan hetzelfde dubbele verschijnsel. Van den éénen kant de operateur met zijn hooge kunst van den degen, en anderzijds de heilige kunst der liefde, voor ons in het Roode Kruis gesymboliseerd, en die op het slagveld rondwaart om de wonden te heelen en te troosten wie sterven gaat.

Altoos hetzelfde verloop. Het gaat uit van val in zonde. Uit die zonde komt de giftige krankheid op. Eenerzijds in het lichaam van vleesch en bloed, en anderzijds in het lichaam van de maatscliappij en in het lichaam van het volksleven.

Dat leidt dan bij het lichaam van vleesch en bloed tot de operatie^ en bij het lichaam der volkeren tot den bangen oorlog. Maar ook daarnaast schittert beide malen de heilige kunst der deernis, en ze is één van beide.

De verpleegster in het krankenhuis, en de zuster van het Roode Kruis in de ambulance.

Altoos de Heere onze God, die de zonde slaat in operatie en oorlog, maar die ook beide malen de wonden verbindt èn ze verzacht door de heilige kunst der barmhartigheid.

Die heilige kunst der deernis boeit daarom, als er oorlog uitbreekt, zoo sterk, omdat ze niet vanzelf uit het raenschelijk hart opkwam. Hoc men in de oudheid ook terugture en omzie, er is voor het scherpste oog zoogoed als niets, dat op zulk een deernis in den krijg ook maar gelijken zou, te ontdekken. Enkele, op zich zelf staande, uitingen van meeleven en meelijden zijn er zeer stellig altoos voorgekomen, maar als een wezenlijk helpende en reddende macht had de deernis zich noch bij de operatie, noch bij den oorlog weten te ontplooien.

Zelfs de historie van den Oorlog, met de veelvuldige oorlogen, die er in voorkomen, geeft van de hooge deernis der verpleging nauwe-. lijks de llauwste aanduiding. Onder den Islam was het later evenzoo. Kn nu nog viel er bij inlandsche oorlogen in Afrika en .-Xzic het eerste schijnsel van zulk een deernis niet te ontdekken.

Alleen in het Christenland sproot deze p'aut der deernis in het hospitaal en op h'ct slagveld uit. Kerst in op zich zelf staande gevallen. Allengs toenemend in 't getal. Van lieverlede in gewoonte overgaande. En ten slotte zich orj^anisectcnd, ca zich verheffend tol een sociale acht, waarmee thans zelfs vorsten en veldeeren rekenen.

Vooral in de vorige eeuw, aan 't slot, aam deze uiting van deernis en ontferming hand over hand toe. Ze is nu reeds in alle land en bij elk leger opgetreden. Zelfs onder den Islam is deze kunst van deernis ingeroepen en gewaardeerd. Zoo zelfs, dat het medegevoel en de drang om hfet lijden van operatie en oorlog te verzachten, in steeds breeder kring zich vastzette. Iets wat nu eerst recht uitkwam, nu ook ons land met oorlogstoestanden in rechtstreeksche aanraking geraakte. Ook vroeger was dit wel gezien, maar toch niet op zulk een schaal. De volkerenoperatie nam ditmaal zoo schrikaanjagend karakter aan, dat 't aller ziel en aller hart aangreep. En nu kwam 't zoc bijna overal uit, hoe alwie maar even helpen kon, een onweerstaanbaren drang in zich gevoelde, om toch vooral ook zelf te mogen meehelpen. Er kwam in de ader der ontferming een hooggaande golving, zooals vroeger nooit. Wie geen gelegenheid vond om zelf de persoonlijke deernis te betoonen, voelde zich teleurgesteld.

Doch al werkt de drang der ontferming, die hier spreekt, uit tiet Christelijk geloof op, toch is daarmee nog volstrekt niet gezegd, dat alle deernis en hulpebieding en offerande opkomt uit persoonlijk geloof in haar of hem die er voor optreedt.

Ook deernis is aanstekelijk, en elk niet al te ontadeld menschelijk hart lean er door aangegrepen worden. Zóó machtig er door ontstoken worden, dat er ook nu vrouwen en mannen zijn gezien, die van Jezus zeer verre stonden, en die toch als voortgestuwd werden door een drang tot dienen, die alleen van JerMS uitging.

Maar dan ook omgekeerd. Of kwam het niet ook wel voor, dat wie wel waarlijk Jezus op 't hart droeg, en in 't eerst door een drang die van Jezus uitging, gedreven werd, van lieverlee uit eigen initiatief ging handelen, en in het betoon van zijn deernis, ten slotte, in hoofdzaak zelfs, zelfverheffing zocht.

Bevreemden kan dit niet.

Nu toch vooral treden uit allerlei kring tal van mannen en vrouwen op den voorgrond, die in 't gewone leven nauwelijks genoemd worden, die geen in 't oog loopenden werkkring hadden, en die meest wegscholen in den hoek der vergetelheid.

Dezulken vooral voelen zich nu ó, zoo overgelukkig, dat ze nu ook eens iets doen kunnen en mogen. Daar groeien ze in. I5aar is geen offer hun te zwaar voor. Ze worden nu gezocht en gekend en gedankt. En zoo kregen ze een tinteling van levensgeluk over zich, gelijk ze die vroeger nooit hebben genoten. Ze ontwaren nu, dat ze voor iets hoogers en heiligers leven en ijveren mogen. En nu is niets hun te veel, niets hun te veel inspannend ofte moeihjk. Ze hebben er alles voor over. Alleen maar, het ikje van binnen zet zich een kroontje op. De strijd komt, of Jezus de eere zal hebben of zij zelven. En natuurlijk, dan denken ze er niet aan, vooral niet in zoo ernstige tijden, om zich van Jezus los te maken. Van hem komt de prikkel. Maar toch, men juicht u zoo toe. Men vermeldt uw naam. Eere en dank wordt u van alle zijden geboden. En daardoor juist komt de rechte stand der ziel in gevaar.

Zalig, zoo sprak uw Heiland, zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden.

Maar wee u, zoo de eere en de dank die ge inoogst, niet tot Jezus opklimt, maar aan uw eigen ik blijft hangen.

Dat is het wat de Verleider wil, om juist daardoor uw deernis en uw ontferming te vergiftigen.

Tegen dat gevaar nu mist de ongeloovige elk middel tot verweer.

U daarentegen is dit middel tot verweer in UU' geloof geschonken.

Dubbel schuldig zoudt ge daarom zijn, zoo gij voor u zelf den lof roofdet, die aan Jezus alleen toekomt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1914

De Heraut | 4 Pagina's

„Zalig zijn de barmhartigen”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1914

De Heraut | 4 Pagina's