GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ingezonden Stukken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden Stukken.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Buitelt verantwoordelijkheid van de Redactie).

Hooggeachte liedactie!

Wat heeft de Heere ons vriendelijk en hartelijk in het voorbijgegane jaar bewaard ! Volk na volk werd in den krijg betrokken. Wij werden te midden van het gevaar toe nu toe behoed.

Waarom? Is de toestand van ons volk niet zoo, — denk alleen maar aan de nimmer ophoudende vloeken en Godslasteringen in het leger, — dat men moet zeggen: hoé zal de Heere ons voorbijgaan met Zijn tuchtroed«, die uitgestrekt is over zoo vele volken.? Want hier voelen wij wel iets er van, maar het eigenlijke bleef ons nog gespaard.

Zullen wij in het jaar 1916 dien lieflijken vrede, zoo gansch onverdiend, mogen behouden.? Wat weten wij er van ? Is niet allerlei domplicatie of verwikkeling mogelijk, waardoor wij er in een oogenblik inzitten, zonder ons weer te kunnen loswerken?

En wat dan.? Dan zullen wij zeggen: maar waar was ook ons gebed, oip aanloopen en zoeken van den Heere, ons aanloopen van den Heere als een waterstroom, niet alleen voor ons zelven, maar, als voorbidders, voor ons arm en schuldig land en volk ?

Hebben wij biddende en worstelende gezocht de verootmoediging en de hulp en almachtige bewaring, die wij verbeuren, maar die de Heere op het gemeenschappelijk, ootmoedig, gqjoovig gebed van Zijn volk geven wil? Zeker, er wordt gebeden! Maar maakt het niej; op elk den indruk, dat het gebed betreffende de bewuste zaak menigvuldiger, krachtiger, meer aangrijpend Zijne sterkte moest zijn.? Is het niet veelvuldig al te veel vorm, en dat waar de tijden zóó ernstig zijn.? .Zegt de Heere misschien: waar blijft Mijn volk?

Zou het niet passend zijn, als in den aanvang van den nieuwen jaarkring, in de maand Januari dus, - eer' bepaalde dag in de week, niet een Zondag, werd afgezonderd, om den Heere te smeeken, ons ook dit jaar voor Zijn welverdiende oordeelen genadig te willen bewaren, hoewel wij er met diepe verootmoediging bij moeten belijden, dat wij h^ niet beter gemaakt hebben dan éénig ander volk. En indien er toch iets goeds is, is dit niet uit onszelf, maar alleen uit louter genade. En hebben wij méér licht dan eenig ander volk, zoo hebben wij ook meer tegen licht gezondigd.

Men zal zeggen: maar op »Oud en Nieuwjaar» is wel met den oorlog gerekend, en is het gebed hiervoor opgegaan. Zeer zeker. Toch, het geldt hier een zeer bizondere zaak ! Toont de Heere niet dat_ Hij^een twist heeft met de volken ? En waar dit zoo is, behooren wij daar niet gedurig aan Zijn. voeten te verkeeren ; kunnen wij er, als het hart in dezen recht staat voor den Heere, buiten?

En wat geldt voor den geloovige afzonderlijk, geldt dit toch eigenlijk ook niet voor de Kerk a.ls zoodanig ? Maakt het een goeden indruk, een verheffenden irïdruk, als het schijnt dat kerkelijk deze dingen niet buitengewoon wegen ?

Als. wij véél behoefte hebben om wegens een zeer groot belang het aangezicht des Meeren te zoeken, dit behaagt den Heere. Dit geldt óók voor een Kerk. Als wij behoefte hebben daar niet eens een ure, maar een bepaalden dag bijzonder aan te wijden, het b^iaagt. Zijne Majesteit. Ja, zouden daar niet vele tuchtigingen door verzwaard worden, dat wij, Gods slaande hand gevoelende, toeven met een alle andere zaken voor een wijle verdringende behoefte, om het aangezicht des Heeren daarin te zoeken ?

Een bezwaar bij velen zal, nu dit zijn, dat een geheele dag , door velen niet gegeven kan worden. Toch zal het afzonderen van een gamchen dag meerderen ten nutte kunnen komen, dan, het afzonderen van één enkel bepaald uur. Aan deze moeilijkheid zou ook tegemoet gekomen worden, door de beide samenkomsten, waardoor zoo'n dag gekenmerkt zou moeten zijn, elk niet langer te laten duren dan één uur. Na een korte toeleidende bediening des Woords, het gebed. Ook dit behoeft niet lang te zijn. Immers één enkele zaak zal ons hier samenbrengen. Ook weten wij, dat de beteekenis en kracht des gebeds niet bestaat in zijn lengte, of ook in praal van woorden. Maar, »die tot God komt, moet gelooven dat Hij is, en een belooner is dergenen die Hem zoeken«. Kort en krachtig, ootmoedig en geloovig. Doch dat is hetgeen van den H. Geest is, , en de H, Geest geven moet, zal deze en gene zeggen. Het is ook zoo. Doch godvruchtig bekennen van zijn"onmacht en ongeschiktheid eindigt nooit in die onmacht, maar richt zich uit de ellende kinderlijk op tot God.

Laat ons dan gezamenlijk op een dag onze smeekingen nederwerpen voor ons volk in deze benauwende tijden, en ook voor de strijdende volken, en niet vergeten hen die daar leven in de loopgraven der aarde. — een leven dat geen leven is, — ja, laat ons onze stneeking nederwerpen ten behoeve van de volken der wereld, dat toch niet nog meer volken, welke ook, meegesleept worden.

Of durft men zeggen: het zal tot ons niet komen. Immers de strijd woedt nu bijzonder in den Balkan! — En zal dat dus de stok en de staf zijn, waarop ons hart leunt ? Hoogst gevaarlijk, indien wij zoo staan. Zóó is het te vreezen dat de oordeelen, ook over ons, niet uitblijven!

Ontvang, , hooggeachte Redactie, met dank voor de opname, mijn beleefden broedergroet.

.j Uw dw.

A. M. DiERMANSE.

Den Haag, 3 Jan. 1916.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Ingezonden Stukken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 januari 1916

De Heraut | 4 Pagina's