GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het derde eeuwfeest der Dordtsche Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het derde eeuwfeest der Dordtsche Synode.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu het deze week driehonderd ji^ar geleden is, dat de Dordtsche Synode saamkwam, zullen onze Gereformeerde Kerken wel volgens het besluit der Generale Synode van Rotterdam dankbaar in hare samenkomsten den rijken zegen gedenken, dien God de Heere in deze Synode aan Nederland schonk. Hoezeer de ontzaglijke gebeurtenissen, die thans op het wereldtooneel zich afspelen en wier bange gevolgen ook ons vaderland met een revolutie bedreigen, aller hoofd en hart in spanning houden, toch mag daarom het derde eeuwgetij der Dordtsche Synode niet onopgemerkt voorbij gaan. De Synode van Dordt, de laatste maar ook de beroemdste van "^e Synodes, door onze Gereformeerde Kerken in de 16e en 17e eeuw gehouden, heeft daarvoor een te groote beteekenis voor onze Kerken en voor ons vaderland gehad.

Ook de Synode van Dordt spreekt van een strijd, maareen die voor de waarheid Gods gestreden is, en van een overwinning, doch die niet door het geweld der wapenen, maar door het zwaard van God is behaald. Om de beteekenis van dien strijd en die overwinning te verstaan, moet eerst een blik worden geslagen op de geschiedenis, die er aan vooraf ging.

Die strijd droeg een dubbel karakter.

Het Calvinisme, dat in de 16e eeuw zoo zegevierend "zijn intocht in ons land had gedaan, dat de reformatie der Kerk in ons vaderland met zoo krachtige hand had doorgevoerd en dat in onze worsteling met Spanje de ruggegraat van ons verzet was gebleken, ontmoette al spoedig twee vijanden op zijn weg, met wie het een worsteling op leven en dood te kampen heeft gehad.

De eene vijand was de libertijnsche regenten partij, die veel meer om eigen regeermacht dan om de religie in strijd met Spanje was gegaan; van dé strenge zedetucht en de scherp belijnde Confessie der Calvinisten niets wilde weten, en^ al koos ze voor het Protestantisme, een volkskerk wilde, waarin de Overheid den baas zou spelen en aan de Kerk haar wil zou opleggen. Had Prins Willem, wiens liefde voor de kleine luyden zich nooit verloochende, deze regentenpartii-t^< et in loom gehouden, reeds toen zou een burgeroorlog zijn ontbrand. Maar toen hij stierf en Prins Maurits zich meer om de oorlogszaken dan om de leiding van den Staat bekommerde, meende deze Regentenpartij, aan wier hoofd Oldenbarnevelt stond, dat nu het oogenblik gekomen was, om het verzet der Calvinisten te breken en de Kerk voor goed onder het juk van den Staat te brengen.

Toch zou de Regenten-partij tot zoo vermetele daad den euvelen moed niet hebben gehad, wanneer niet tegelijkertijd in den boezem-der Gereformeerde Kerk zelf een nog veel gevaarlijker vijand tegen het Calvinisme was opgestaan, in wien ze bij haar strijd tegen de Calvinisten een weikomen bondgenoot vond. Die tweede vijand was het Arminianisme, dat zijn aanval richtte op het hart van het Calvinisme, de belijdenis van de souvereine genade Gods. Hoewel Arminius zelf het deed voorkomen, alsof hij alleen bezwaar had tegen de , , harde predestinatieleer*' van Caivijn, al spoedig bleek, dat het verschil veel dieper ingreep en het Arminianisme, • gelijk Groen terecht opmerkte, door een leerstuk aan te randen, dat bij uitnemendheid voor hatelijke en ongerijmde misvorming vatbaar was, in den grond bedoelde de bestrijding van die waarheden, die de kern en kracht van het Evangelie uitmaken. Het was de oude strijd, die reeds gevoerd was tusschen Pelagius en Augustinus, dien ook een Luther gestreden had tegen Erasmus, de strijd of de zaligheid afhing van den vrijen wil des menschen, dan wel van het vrijmachtig welbehagen Gods. In de Remonstrantie, die de Arminianen in 1610 bij de Staten van Holland inleverden, kwam, hoezeer ze ook poogden hun afwijkende gevoelens te bemantelen, het geschil maar al te duidelijk uit. Ze lieten het eeuwig raadsbesluit Gods over de verkiezing en verwerping niet rusten' op het welbehagen Gods maar op, het voorgeziene geloof of ongeloof van den mensch. Ze loochenden, dat Christus aan het kruis werkelijk voor de zijnen volkomen voldaan had en maakten het offer van Christus tot een verzoeningsmiddel, waarvan de kracht en waarde afhing van den mensch, die deze verzoening aannam. Ze verzwakten de belijdenis van het diepe verderf, dat doof de zonde over den mensch was gebracht, om voor de vrijheid van zijn wil nog een plaats over te houden. Ze ontkenden de almachtige en onwederstandelijkc werking van den Heiligen Geest, waardoor de mensch tot geloof en bekeering gebracht wordt, en lieten die werking afhangen van den menschelijken wil. En door de volharding der heiligen te ontkennen, namen zij de zekerheid der zaligheid voor den geloovige weg, die door eigen schuld immers weer kon afvallen en voor eeuwig verloren gaan.

Het Arminianisme, onder den schijn van op te komen voor de zedelijke verantwoordelijkheid van den mensch, tastte aldus het grondbeginsel van de Gereformeerde Kerk aan, voerde het door zijn semi-pelagianisme naar de werkheiligheid der Roomsche Kerk terug en baande het tegelijk door zijn rationalisme den weg voor Socijn. Het miste, gelijk een schrijver onzer dagen terecht heeft gezegd, alle religieuse diepte. Het bleef niet, zooals de Apostel Paulus, vol heiligen eerbied voor het ohdoorgrondelijke mysterie van Gods uitverkiezing staan, maar trachtte de gerechtigheid Gods en de verantwoordelijkheid van den mensch te redden door de souvereiniteit Gods op te offeren en de zaligheid van den mensch Of) te hangen aan het spinrag van den menschelijken wil.

De strijd, die door dit dogmatisch geschil in de Kerk ontstond, werd nog verscherpt, doordat de Staten van Holland, in plaats van de beslissing over te laten aan een nationale Synode, die alleen bevoegd en gerechtigd was om over geloofsgeschillcn uitspraak te doen, zelf als geloofrechters optraden, en onder het voorgeven, dat zij voor de rust en den vrede der Kerken wilden zorgen, hun tolerantie-edicten uitvaardigden waardoor elke actie tegen de Arminianea verboden werd en feitelijk de leervrijheid in de Kerk ingevoerd werd. Daarbij kwam, dat de Staten van Holland, die het provincialisme ten top dreven, en voor de nationale eenheid van ons volk al zeer weinig voelden, reeds daarom van een nationale ^Synode niets weten wilden. Elke provincie zou, zoo was hun parool, op het stuk der religie geheel zelfstandig beslissen. De eenheid van religie, die de vaste band was, welke de provinciën saamsnoerde en de hoeksteen van ens Staatsgebouw, dreigde verbroken te worden.

Zoo kreeg het kerkelijk geschil tegelijk een scherp geteekend politiek karakter. Want toen de Calvinisten zich aan deze edicten der Staten niet wilden onderwerpen, greep de Overheid met geweld in, ontzette ze hen uit hun ambt, verving hen door Arminiaansche predikanten en voerde een Sjtaatskerkenorde in, waardoor alle macht in handen der Magistraten gelegd werd.

De Calvinisten gaven echter den strijd niet op. Beroofd van hun kerkgebouwen, vergaderden ze in het open veld, of in stallen en schuren, om hun predikanten te hooren, aan wie ze trouw bleven. Zelfs dat wilde de Overheid niet gedoogen. Ze vervolgde de Calvinisten, ontpoorterde ze, lei hun geldboeten op of wierp ze in de gevangenis. De vrijheid der religie, waarvoor de vaderen goed en bloed hadden opgeofferd, werd aan de kinderen ontzegd. En toen ook deze strenge maatregelen niet baatten, dreef Oldenbarnevelt bij de Staten van Holland de «scherpe resolutie" door, waarbij de stedelijke magistraten gemachtigd werden waardgelders in dienst te nemen, om desnoods met wapengeweld het verzet der Calvinisten te breken.

Dat dit opzet om het Calvinisme voor goed te onderdrukken, niet is gelukt, is in de eerste plaats te danken aan de onverzettelijke standvastigheid der Calvinisten zelf. Even doof als ze bleven voor de lokstem der tolerantie, even weinig bogen ze voor dreigement en geweld. Weer schitterde in hen de martelaarsmoed van een heroïek voorgeslacht. Ze gaven hun kerkgebouwen prijs, ze droegen boete en straf, maar ontrouw aan hun begineel worden deden ze niet.

Toch zou dit kloek verzet niet tot zso schoone overwinning hebben geleid, wanneer God de Heere in den bangsten nood niet voor een bevrijder gezorgd had. Prins Maurits, die al te lang het staatsbeleid aan Oldenbarneveld had overgelaten, trad nu, door zijn neef Lodewijk van Nassau daartoe aangespoord, als beschermer der vervolgden op. Hij liet den eed zich voorlezen, bij de aanvaarding van het Stadhouderschap afgelegd, dat hij , , de ware Gereformeerde religie zou handhaven en verdedigen tot den laatsten druppel bloeds toe", en aan dien eed getrouw koos hij de partij der Calvinisten door openlijk met zijn hofstoet bij hen in de Kloosterkerk ter preek te gaan. Straks trekt hij het land door, verzet de weerbarstige magistraten, dankt de waardgeldcrs .af en' opent de kerkgebouwen weer voor de Calvinisten. Maar Prins Maurits heeft meer gedaan dan dit. Hij voelde, dat niet staatsgeweld, maar alleen een wettige Synode der Kerken over dit geschil uitspraak had te doen en den vrede aan-de Kerken had te hergeven. Daarom rustte hij niet, voordat de Generale Staten een Nationale Synode hadden bijeengeroepen. Oldenbarnevelt, die tot het laatste toe tegen de saclmroeping der Synode zich verzet heeft, werd gevangen genomen met de leiders der Libertijnsche regentenpartij. Toen bogen de Staten van Holland eindelijk het hoofd en werd hun verzet gebroken.

Zoo kon onder hooge goedkeuring van 's Lande hooge Overheid eindelijk de Nationale Synode sa^mkomen. Hier zou het pleit worden beslist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Het derde eeuwfeest der Dordtsche Synode.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's