GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

IX.

Komen we thans tot de vraag, hoc we dan over de Hervormde Kerk hebben te oordeeleij en onder welke categorie van Kerken zij is te rangschikken, zoo is deze vraag daarom zoo moeilijk te beantwoorden, omdat de Hervormde Kerk als zoodanig niet een geheel vormt en geen innerlijke eenheid vertoont, maar, een complex is, dat uit de meest' heterogene bestanddeelen is saamgesteld, die elkander te vuur en te zwaard bestrijden. En dit verschijnsel is niet 'toevallig; het is niet het gevolg daarvan, dat vreemde elementen in het lichaam dezer Kerk zijn ingedrongen, die haar normale levensontwikkeling belemmeren, maar voorzoover men bij een dergelijke karakterlooze Kerk nog van een karakter spreken kan, bestaat juist daarin haar eigenaardige karaktertrek, dat zij als volkskerk alle richtingen en stelsels in zich wil opnemen, al wat in het, volk gist, in zich wil laten nagisten, en daarom in haar saamstellende deelen de meest bonte staalkaart van allerlei overtuigingen en richtingen en ook van allerlei kerk de formaties u aanbiedt.

Evenmin nu als men van hutspot kan zeggen, of hetvleesch is, of aardappelen, of wortelen, of uien, orndat het een mengsel is van dit alles; of wil men, om een deftiger beeld > te gebruiken, evenmin als men van een gebouw, waarvoor de verschillende architecten allerlei stylen gebruikt hebben, zoodat de deuren en vensters in dén spitsboogvorm der "Gotbiek zijn gebouwd, de versierselen aan den Roccoccostijl ontleend zijn, de van buiten tegen, het gebouw aangebrachte pilaren aan den Renaissancestijl u herinneren en de driehoekige gevel met zijn architraaf in Griekschen stijl is opgetrokken, zeggen kan, welk een stijl dit gebouw representeert, zoo kunt ge dit ook niet varj de Hervormde Kerk. Ze is evenmin een ware Kerk van Christus te noemen, als dat men haar als geheel een valsche Kerk kan heeten. Zij is niet orthodox, want zij handhaaft hare belijdenis niet; maar ze is evenmin een kettersche Kerk, want ze heeft geen kettersch dogma, dat door haar voorgestaan wordt. Zij is niet een schijnkerk, want het Woord en de Sacramenten worden nog in tal van haar gemeenten bediend, maar evenmin kan van elk barer afdeelingen nog gezegd worden, dat deze nog wezenlijke en levende Kerken van Christus zijn. Bij een zoo volkomen gemis aan innerlijke eenheid, bij zulk ontstentenis van elke karakteristieke belijdenis, bij zulk een dooreenvloeiïng en dooreenmenging van allerlei richtingen als in dit Kerkgenootschap worden gevonden, kunt ge daarom geen juiste bepaling geven van hetgeen dit Kerkgenootschap is.

Neem de Roomsche Kerk, en ge behoeft geen oogenblik te aarzelen, hoe ge deze Kerk hebt te beoordéelen, want deze Kerk vormt èn' als geheel èn 'wat haar deelen betreft een vast aaneengesloten eenheid, in eenzelfden stijl opgetrokken en naar eenzelfde gronddenkbeeld uitgewerkt. De Roomsche Kerk houdt er een eigen belijdenis op na; ze heeft een eigen hiërarchisch regeerstelsel; ze bezit een eigen liturgie voor haar eeredienst; zeheeft een eigen vroomheidsleven en een eigen, ascetisch ideaal. Zoodra iemand u verklaart, dat hij tot deze Roomsche Kerk behoort, dan weet ge met wat voor persoon ge te doen hebt. Maar als iemand u zegt, dat hij een lidmaat is der Hervormde Kerk, dan weet ge nog niets van zijn geloof, dan alleen dat hij geen Jood en geen Roomsche is; maar verder kan de man evengoed een atheïst en godloochenaar zijn als een beslist belijder van den Drieëenigen God; hij kan een Boedda-vereerder wezen of een Theosoof, maar ook een aanbidder van Christus wezen als den eenigen Verlosser ons geschonken ; hij kan heel de Schrift als een fabelboek verwerpen, evengoed alsinootmoed zich buigen voor het gezag van Gods Woord; hij kan modern, ethisch, evangelisch, orthodox wezen. De naam Hervormd zegt, zonder meer, u niets omtrent iemands geloof. Het lidmaatschap dezer Kerk heeft voor zijn geestelijke signatuur geen de minste waarde.

En hetzelfde wat voor de leden dezer Kerk geldt, geldt ook voor de plaatselijke afdeelingen of gemeenten, die tot dit Hervormde Kerkgenootschap behooren. Of ge in zulk een plaatselijke afdeeling of gemegnte nog te doen hebt met een Kerk van Christus, kunt ge zonder meer nooit zeggen, want ook deze gemeenten doorloopen weer het geheele kleurengamma van de meest verschillende tinten en schakeeringen, van het felste rood tot het zuiverste groen. Ge hebt gemeenten, waar het modernisme zoo verwoestend heeft gewerkt, dat er geen prediking des Woords en geen bediening der Sacramenten meer is en alle werkelijk kerkelijk leven geheel ophield, zoodat er niets anders dan een schijngestalte der Kerk overbleef; maar ge hebt daarnaast ook andere gemeenten, waar het geestelijk leven nog bloeit, waar de zuivere prediking des Woords en de reine bediening der Sacramenten nog gevonden worden en waarmede we ons van harte, wanneer de scheidsmuur der Synodale organisatie niet tusschenbeide stond, ons vereenigen zouden als met ware Kerken van Christus, die eenzelfde geloof met ons belijden.

Ook wat haar kerkinrichting betreft, vertoont de Hervormde Kerk hetzelfde cameleontische beeld. Hoeper de collegialistische vorm, waarin de Hervormde KerkdoorKoning Willem I gegoten is, haar heeft aangetast en verwoestend op haar heeft ingewerkt, toch zijn er onder de ruïnen nog altoos brokstukken van het aloude Gereformeerde kerkrechtelijke stelsel te ontwaren, waarnaar deze Kerken oorspronkelijk ware geformeerd. Men heeft een streng hierarchischen bovenbouw, waardoor het zelfstandige leven der plaatselijke Kerk aan banden gelegd en belemmerd wordt, maar geheel vernietigd is daarom het plaatselijke instituut nog niet. Voor het plaatselijke instituut toch komt het altoos daarop aan, dat hier door de gemeente zelve naar Christus ordening de door Hem aangewezen ambtsdragers worden gekozen, en waar in de Hervormde Kerk nog altoos de. ambten van Dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen worden gehandhaafd en deze ambtsdragers nog aangesteld worden niet door de Hoogere Besturen, maar door de gemeente zelve, bij wie daartoe de macht berusten blijft, daar heeft men dus naast deze hiërarchische besturen toch nog een overblijfsel van de plaatselijke Kerk met haar presbyteriaal ingerichte kerkeraden behouden. Zelfs de synode dezer Hervormde Kerk, hoe onwettig in haar geüsurpeerde macht over de Kerk, biedt volstrekt geen steeds zich zelf gelijk blijvend beeld, maar verandert telkens wat haar geestelijke richting betreft, naarmate de afvaardiging der provinciale besturen uitvalt, en is daarom nu eens modern, dan weder orthodox getint. En hoe zal men dan, zonder onbillijk te worden, over een gebouw, dat uit zoo verschillende elementen is samengesteld en dat uit zoo verschillende stijlen is opgebouwd, een generaal oordeel vellen ?

Het schijnt ons daarom even onjuist, om nu deze twee voorbeelden te kiezen, gelijk Ds. Netelenbos doet, op grond van de pluriformiteit der^Kerk, in de Hervormde Kerk nog een wezenlijke openbaring van Christus Kerk te zien, al mag deze openbaring dan een minder zuiver karakter dragen, als deze Hervormde Kerk met al haar onderafdeelingen voor een schijnkerk, een genootschap, dat elk kenmerk van Kerk verloren heeft, gelijk Prof. Fabius doet, te verklaren.

Wat we met de pluriformiteit der Kerk bedoelen, is niet, dat er allerlei vormen van Kerken zich allengs ontwikkeld hebben uit de oorspronkelijk ééne Kerk van Christus, maar dit, dat de Waarheid Gods aan de Gemeente geschonken, te rijk is aan inhoud om door ééne Kerk volkomen te worden opgevangen. Zooals de eene zonnestraal breekt door het prisma in zevenvoudige kleurenpracht, zoo breekt het licht vaii-de openbaring Gods door ons menschelijk bewustzijn in onderscheidene opvattingeri of belijdenissen der waarheid. Dat is de reden, waarom de eenheid der oorspronkelijke Kerk zich gesplitst heeft en zich splitsen moest in de veelheid der kerkelijke instituten. Maar die pluriformiteit • vindt dan ook alleen daarin haar bestaansgrond en haar bestaansrecht, dat ieder dezer Kerken als 't ware een eigen lichtschakeering toopt, een eigen opvatting der waarheid tot haar recht doet komen. Wat al deze instituten en kerkformaties dan sÊlambindt, is de ééne belijdenis van Christus, het ongetwijfeld Apostolisch geloof; en wat ze van elkaar onderscheidt en daarom hun afzonderlijk bestaan noodzakelijk maakt, is het verschil van inzicht, , hoe deze genade in Christus ons geschonken, tot ons moet worden gebracht. Al zal de eene Kerk zuiverder het licht van Gods Openbaring weergeven dan de andere en daarom de zuivetste Kerk altoos voor ons zelf te verkiezen zijn, zelfs de zuiverste Kerk vangt dit licht toch altoos min of meer eeiizijdig op, en door deze eenzijdigheid wordt het bestaansrecht der andere Kerken, al zijn deze dan ook minder zuiver, ons duidelijk gemaakt. Zelfs in de Roomsche Kerk' kunnen we daarom

zonder aarzeling nog een openbaring van Christus Kerk erkennen. Bij de Hervormde Kerk kan echter van een erkenning van haar bestaansrecht op grond dezer door God gewilde pluriformiteit der Kerk geen sptake wezen, omdat de Hervormde Kerkjuist tegen deze pluriformiteit lijnrecht ingaat. Ze wil niet een eigen type van het Christendom, niet een zelfstandige kleurschakéering van het licht vertoonen, maar ze wil belijdenisloos en kleurloos zijn. Ze wil de uitwendige eenheid der Kerk handhaven, die de pluriformiteit verbreekt, en ze wil in die ééne Kerk allerlei richtingen en geloofsmeeningen vereenigen, die de pluri-, formiteit jui^t elk in een eigen kerkinstituut tot uiting en ontwikkeling heeft te brengen. Aan een krachtige, gezonde en natuurlijke ontwikkeling van het geestelijk leven, dat zich in verschillende banen bewegen wil, doet de Hervormde Kerk daarom nameloos, veel kwaad, omdat ze al deze vogels van diverse pluimage in één kooi wil opsluiten, al deze heterogene elementen wil dwingen om in één kerkelijk kader saam zich te voegen. Wie een voorstander is van de pluriformiteit der Kerk, moet juist krachtens die pluriformiteit toornen tegen een Kerk, die deze pluriforme ontwikkeling der Kerk kunstmatig beletten wil.

Maar al heeft Prof. Fabius daarom volkomen gelijk, wanneer hij er op wijst, dat deze erkenning van andere Kerken op grond van de door God gewilde pluriformiteit alleen dan gewettigd is, wanneer zulk een Kerk een eigen type vertoont, of wil men, een eigen belijdenis heeft, terwijl de Herrormde Kerk haar, kracht juist in de beJijdenisloosheid zoekt, toch gaat ook hij zelf te ver, wanneer hij om deze losiating van den band aan de belijdenis de Hervormde Kerk niet alleen • als geheel, maar ook wat haar plaatselijke afdeelingen betreft, voor een schijnkerk verklaart. Het synodale instituut, het Genootschap, dat aan de plaatselijke Kerken in ISIÖ is opgedrongen en waarin deze Kerken ingelijfd zijn geworden, mag daarom toch niet met deze plaatselijke gemeenten vereenzelvigd worden. Deze plaatselijke gemeenten bestonden als Kerken van Christus voordat Koning Willem I dit instituut oprichtte, en ze hebben niet opgehouden te zijn wat ze waren, omdat zij onder de macht van deze Synodale organisatie zijn gesteld. Dat door de fatale werking van dit instituut verschillende van deze plaatselijke gemeenten zoo ontaard, verbasterd en tenslotte geheel verwoest zijn geworden, dat zij niet anders dan als schijnkerken kunnen beschouwd worden, stemmen we gaarne toe, en we zullen daarop nog nader terugkomen. Maar dit geldt zeker niet voor elk dezer plaatselijke afdeelingen of gemeen ten; er bevinden'zich onder deze plaatselijke gemeenten nog vele, Gode zij dank, waar nog een overblijfsel der genade gevonden wordt, waar de Geest des Heeren nog werkt, waar het Woord en de Sacramenten nog bediend worden, en zulke Kerken voor schijnkerken te verklaren, mogen we niet. Waar nog bij komt, dat men ook niet zeggen kan, dat deze'gemeenten geen belijdenis hebben. Al wordt de aloude Belijdenis der Gereformeerde Kerken door de Synode der Hervormde Kerk niet meer gehandhaafd, toch is het niet juist daarom dat deze Belijdenis als een dood kapitaal in den kelder van dit Genootschap ligt opgesloten. Die Belijdenis, hoezeer-door de Synode onderdrukt, leeft nog altoos in de harten van tal van geloovigen, die tot de Hervormde Kerk behooren, . wordt nog volmondig beaamd en beleden door tal van predikanten en ambtsdragers in deze Kerk en is nog altoos de geloofsuiting van menige gemeente in haar midden.

Dr. H. H. K,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Is de Hervormde Kerk een schijnkerk?

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's