GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 40

Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

43 zou

trachten,

en daartoe maant mij dan ook met ernst reeds die

goede meening. En toch is waarlijk zelfs deze prikkel de eenige niet. Of werd mij niet afgebakend een kring van werkzaamheid, die reeds op zich zeiven de

toewijding

slotte

alleen

mijner om

krachten

de practijk

eischen te doen.

kan?

Gewis, het

is ten

Maar, was ik al niet zeer

lang in wat men noemt een practisehe betrekking, toch lang genoeg om het weder meer te verstaan, dat iedere practijk de toepassing is van eene theorie; de waardij der eerste daarom in hoofdzaak door de deugdelijkheid der laatste wordt bepaald, en geene goede practijk duurzaam

mogelijk

is, zoo zij zich niet telkens late indompelen in

de frissche wateren der wetenschap. En eindelijk mag wel niet het minst de ernstige toewijding mijner krachten

aan

de

mij opgedragen taak worden verwacht

met het

oog op de zeer hooge beleekenis, die ook ik aan het antirevoluti­ onaire vouwen, En

beginsel

zoeken.

zoo in

wezen

wel kan ik er

in den

Dit beginsel voor anderen te mogen ont­ als toepassing,

bekoorlijk

verschiet.

dankbaar voor zijn, dat dit beginsel

zich mij

weg heeft gesteld aan eene, zij het al niet door eene, van

's Lands Hoogescholen.

Nu toch zou ik mij schuldig

houden aan

een

verzoeken

Gods, zoo ik niet daarnaar streefde de wegen,

tot

de kennis

van het

antirevolutionaire

die

Staatsrecht leiden, meer

te effenen, en het liet aankomen op eene samenvoeging der omstan­ digheden, zoo kennelijk door Hooger Hand bewerkt, als die, welke voor mij de schatkameren van dat Staatsrecht heeft ontsloten. Moge Heeren,

de zegen

Gods, mij op den arbeid geschonken, U, Mijne

een

zijn van ook bij het doen dezer voordracht op

blijk

een Gode welgevalligen weg te zijn gegaan. $

Ten laatste wende ik mij lot U, hooggeachte amblgenooten. Niet zonder

schroom

neem ik onder olieden zitting. Mijne meerderen

toch zijt Gij, zoo in jaren als in wetenschap. Maar wat mij aarzelen doet ter eenre zij, is aan den anderen kant juist steun. Van LI, zeer gewaardeerde ambtgenoot, voor dit jaar met het ree-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's

Het goddelijk karakter van het recht - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880

Inaugurele redes | 41 Pagina's