Het doel en de inrichting van hospitiën - pagina 13
Rede, gehouden bij de inwijding van het hospitium der Vrije Universiteit te Amsterdam op den 29 Januari 1885
15 de droomerijen en dichterlijke aspiratien van het oude Grieken land , deze treurige werkelijkheid ons verkondigd wordt. Cicero klaagt er o m , als hij hoort van een die in Athene om zijne studiën gebrek geleden
heeft
a).
In
de dagen der middel
eeuwen trekken arme studenten «welche Noth zum Pilgern zwang» b), het land door, met aanbevelingsbrieven der k e r k , opdat zij niet van nood en kommer omkwamen. zelfs t o e ,
dat
zij «ad
Men liet
solatium vescendi causa ad
aliquid 2
luderent» ' ) a). Uit die tijden is het erbarmelijk «exsul ego» ) waarvan,
naar duitsche vertaling, een paar coupletten
ons
den inhoud kunnen doen kennen.
Dem gelehrten Studium Möcht' ich gerne leben; Leider dass der Mangel mich Zwingt es auf zu geben. Ach! was ist mein Mäntelein Dünne zum Erbarmen; Bittre Kälte steh' ich aus Kann oft kaum erwarmen. Heyne waren de tranen zijner moeder, «die für ihre Kinder kein Brot wusste» 6), de eerstelingen van het tranenbrood, dat hij lang gegeten heeft. Een Thomas a Kempis heeft door *) Tot troost, om 'tlieve brood, zich tot eenig spel zouden begeven. 2
) Ik arme zwerveling!
a) Epist. ad Atticum. 15. 4. b) von Raumer. Gesch. der Hohenstaufen. VI, pag. 342. a) von Savigny. Gesch. des Rom. Rechts, pag. 399. b) v. Schmidt, pag. 742.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1885
Inaugurele redes | 49 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1885
Inaugurele redes | 49 Pagina's