GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 18

Rede bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleeraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20 sprak, terwijl Hij hem beschermde tegen de wraak van zijne omgeving en niet toeliet dat deze als handhaafster van het door Kaïn geschonden recht optrad: »Wát hebt gij gedaan? daar is eene stem des bloeds van uwen broeder, dat tot mij roept van den aardbodem. E n nu zijt gij vervloekt van den aardbodem die zijnen mond heeft opengedaan, om uws broeders bloed van uwe hand te ontvangen. " Tegenover het geweld van den een staat het recht van den ander, dat in zijn uiting wel door de physieke kracht kan onderdrukt en werkeloos gemaakt worden, maar dat als behoorende tot eene geheel andere sieer dan de kracht, nimmer door deze in haar wezen kan worden aangetast. De kracht moge het recht dienen in het verschaffen van zijn feitelijke basis of in de handhaving daarvan, maar wanneer zich de kracht tegen het recht keert, deert zij het recht in zich zelf niet. E n vragen wij, waarom dan lichamelijk geweld zich niet tegen het recht kan keeren, dan worden wij gedrongen tot een tweede vraag, namelijk deze: »Wáárom is de mensch rechtswezen?" Cicero zegt in zijn Tusculanae disputationes i) van den mensch: »neque nos corpora sumus", en in dienzelfden geest schrijft Preuss 2 ) : »Auch das Individuum ist nicht um seines Leibes willen Person". Ware het omgekeerde waar, dan zouden ook de dieren in het rechtsleven tehuis behooren. Men heeft getracht de onmogelijkheid, dat dieren deel uitmaken van de rechtsorde, wel langs een anderen weg te verklaren, door zich namelijk te beroepen op het den mensch ingeschapen egoïsme, dat hem zou dwingen de dieren buiten de rechtssfeer te houden. Een betoog dus, dat zich niet baseert op de eigenschappen van 1) L i b . I § 5 2 .

2 ) t. 7.. p . b l . 2 4 7 .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's

De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van maandag 3 november 1890

Inaugurele redes | 46 Pagina's