GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 53

Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

57 Wederzijdsche zelfstandigheid doet echter ten slotte onderlinge verwantschap en samenwerking niet teniet. Godsdienst en godgeleerdheid zijn twee; wie ze verwart of vermengt, berokkent schade aan beide. Maar desniettemin zijn ze ten nauwste aan elkander verbonden; zij bestaan elkander in den bloede. Wie de harmonie tusschen beide verbreekt en ze in vijandschap tegenover elkander plaatst, brengt beide om hare eere, maakt van de kerk een huis, dat tegen zichzelf verdeeld is en van de school een worstelperk van geharnaste stelsels. De w are wijsheid bestaat daarin, dat men beide in hare zelfstandigheid en in hare wederzijdsche verwantschap eert. Gelijk het zelfbewustzijn, dat ieder mensch eigen is en hem de zekerheid verschaft van zijn eigen en van der dingen bestaan, desniettemin door den psycholoog in zijn wezen en werking nagespeurd wordt; gelijk cle empirische kennis, door de aanschouwing van de natuur verkregen, voor het leven van de hoogste waarde is en toch in de natuurwetenschap opgenomen, uitgebreid en verhelderd wordt; zoo wordt de geloofsinhoud, die voor den eenvoudige volkomen zeker en tot zijn religieuze leven voldoende is, toch in de theologie voorwerp van wetenschappelijk nadenken. Beider verwantschap springt daarom duidelijk in het oog. Ze komen beide uit dezelfde principia op, n.1. uit de onderwijzing des Woords en de verlichting des Geestes; zij hebben beide qualitatief dezelfde materie, n.1. de kennisse Gods in het aangezicht van Christus; en zij stellen beide haar einddoel in de glorie van Gods naam. Binnen deze grenzen heeft elk haar eigen leven en beweging; maar door die grenzen worden zij ook beide in haar wezen en werking bepaald. Onontbeerlijk zijn ze daarom de eene voor de andere. De T

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's