De klassieke school in de economie - pagina 51
Rede, gehouden bij de aanvaarding van het Ambt van Hoogleeraar in de Economie en de Statistiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
52 81
) Het belangrijkst is Das Wesen und die Aufgaben der Nationalökonomie (Weenen, 1884), een boekje, dat in kort bestek diepzinnige gedachten geeft. 83
) Ueber einige Grundfragen wirtschaftslehre, blz. 384.
der Sozialpolitik
und der
Volks
85
) Geschichte der Volkswirtschaftslehre, geautoriseerde vertaling van E. Roslau, Tübingen, 1890, blz. 294. 3
*) Berlijn, 1903. Zie blz. VI.
86
) Men leze zijn Grundlagen der Volkswirtschaft, Leipzig, 3 druk, 1893, blz. 1 — blz. 286. In het voorwoord zegt hij, zich in den methodenstrijd aan te sluiten bij Menger en de Oostenrijksche school. Verweer tegen de jongere historische school is hem eene behoefte, daar hij zich ergert over de wijze, waarop zij alles behandelt,, wat haar niet aanstaat. Zijne uitlatingen omtrent de oude school kunnen bij opper vlakkige lezing gemakkelijk twijfel doen rijzen omtrent de houding door hem tegenover haar aangenomen. Zoo zegt hij op blz. 9 : „Allein auch der Smithianismus, auch der allgemeine ökonomische Individualismus und Liberalismus hat in Wissenschaft und Leben, in Theorie und Praxis seine Zeit gehabt". Op blzz. 18 en 19 heet h e t : „Die britische Oekonomik, die Theorie des ökonomischen Individualismus und Liberalismus hat sonach eine Krisis durch zumachen, welche alle ihre Grundlagen erschüttert. Daraus ergiebt sich in einer ersten Beziehung das Bedürfniss einer neuen Grundlegung". Geheel in overstemming daarmee omschrijft hij op blz. 36 als het doel van zijn werk : „die principielle Wider legung der „britischen Oekonomik," des „Systems der freien Concurrenz" und die Ersetzung dieser Lehre durch eine besser fundamentirte Socialökonomie, der individualrechtlichen durch eine social rechtliche Auffassung der wirthschaftlichen Rechts ordnung", i e
Schijnbaar is hiermede in tegenspraak het verwijt dat hij op blz. 46 tot de jongere historische school richt, waar hij beweert dat zij neigt „zu einer zu weitgehenden Ablehnung der älteren britischen Dogmatik als einer Grundlage für die eigentliche wirthschaftliche Theorie," en zijne lofspraak op de Britsche
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1904
Inaugurele redes | 65 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1904
Inaugurele redes | 65 Pagina's