De hoogste vrijheid - pagina 32
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
30
DE HOOGSTE VRIJHEID
wezen aan het menschdom had getoond, en in wien zij een volkomen vrede hadden, „een vrede die alle verstand te boven gaat",, waarvoor zij al het andere bereidwillig prijs gaven. In hunne wereldlijke geschriften betoogden ook deze Christenen wel, gelijk de verdrukten van alle tijden hebben gedaan, dat gewetens- en godsdienstvrijheid aan ieder behoort te worden toegekend, en zij zullen dat ook wel even oprecht gemeend hebben als alle anderen, die vrijheid voor zich hebben geëischt. Maar toch, behoefte aan gewetensvrijheid was noch doel, noch grond van de worsteling. Zij streden alleen voor de eere huns Heeren, omdat deze hun Zaligmaker en Verlosser was. Niet alleen in de eerste eeuwen der Christenheid, maar alle eeuwen door zijn er zulke getuigen van den Heere Jezus Christus geweest, die, al werden zij door eene heerschende hiërarchie voor ketters gescholden, hun getuigenis, dat Jezus is de Zone Gods, en dat Hij alleen, maar nooit in Zijne plaats eene menschelijke macht mag regeeren, met hun gansche leven en met hun dood hebben bezegeld. Nooit, ook niet tijdens de Reformatie, was het die getuigen in de eerste plaats om geloofs- en gewetensvrijheid, maar wel om d e waarheid, om de belijdenis van den eenigen Heer en Zaligmaker Jezus Christus te doen. Slaan wij, om ons te bepalen tot de Reformatie der i6e eeuw, nog eenmaal de beroemde Protestation te Spiers op. Zij, de protesteerende vorsten, kunnen niet toegeven, zeggen zij, dat hunne christelijke leer onrecht was. „Was ware auch das anders, denn nicht allein stillschweigend, sondern öffentlich u n s e r e n Herrn u n d H e i l a n d Christus und sein heiliges Wort, das wir ohne allen Zweifel pur, lauter, rein und recht haben, v e r l e u g n e n u n d d e m H e r r n C h r i s t o U r s a c h e g e b e n , u n s vor s e i n e m h i m m l i s c h e n V a t e r a u c h z u v e r l e u g n e n , und nicht zu bekennen, dass er uns von den Sünden, Tod, Teufeln und der Holle erlöset hatte, wie er denn allen Denen, die i h n u n d s e i n h e i l i g W o r t n i c h t frei und ö f f e n t l i c h vor den M e n s c h e n b e k e n n e n , im Evangelio erschrecklich drauet" i). l) Wat zou dat ook anders zijn, dan niet alleen stilzwijgend maar ook openlijk onzen Heer en Heiland Christus en zijn heilig Woord, dat wij zonder eenigen twijfel zuiver, louter, rein en recht bezitten, verloochenen, en den Heere Christus oorzaak geven ook ons voor zijnen hemelschen Vader te verloochenen, en niet te bekennen, dat Hij-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1887
Rectorale redes | 56 Pagina's