GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het calvinisme en de kunst - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het calvinisme en de kunst - pagina 23

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

21 making is eerst uit ons Calvinistisch Nederland haar toegekomen, en het is in niet geringe mate aan Calvijns opvatting van de verhouding tusschen de kerk eenerzijds en den staat en de maatschappij anderzijds, dat ze deze vrijmaking dankt. De grond voor deze juistere opvatting lag in zijn onderscheiding tusschen een a l g e m e e n e en b i j z o n d e r e genade. Acht men dat enkel binnen de omtuining der kerk Gods heerlijkheid gezien wordt, en dat hetgeen onder de volken b u i t e n het kerkelijk erf doorleefd wordt, een schier uitsluitend demonisch karakter draagt, dan natuurlijk moet wel het pogen ontstaan, om heel het leven kerkelijk te maken, en is exor cism u s het geboden middel, om iets van het onheilige op het heilig terrein over te brengen. Maar daartegen juist kwam de Calvinist op. Hij weet niets van een exorcisme. Hij acht, dat ook het aardsche leven op z i c h z e l f beteekenis heeft; bekent, dat er vonken van hoogere gratie ook in de heidenwereld gloorden; en belijdt, dat God de Heere na den zondeval, ook buiten de quaestie der zaligheid om, genadegaven aan dit menschelijk geslacht schonk, ten einde een eerbaar „menschelijk leven" mogelijk te maken. „Eeuwige zaligheid" is den Calvinist geen vrucht van een kerkelijk-maken der wereld, maar eeniglijk van uitverkiezing; en deze uitverkiezing, die op het eeuwige doelt, en de algemeene genade, die voor dit leven aan ons geslacht verleend is, zijn twee. Dit ging door voor de volken in hun tegenstelling tot Israel^ maar ging natuurlijk ook door voor de onderscheiding van kerk- en volksleven in elk Christenland. En zoo is het geschied, dat de Calvinist de kerk binnen haar eigen perk terugwees, en n a a s t en b u i t e n die Kerk aan magistraat en volk den eisch stelde, om op eigen verantwoordelijkheid, buiten kerkelijk bemoeien om, een vrij en eigen leven t o t Gods eere te leiden. ") Kerk en Maatschappij gingen dus uiteen, In de kerk wierd geen andere bekoring gezocht, dan die uit de mysteriën des lieils vloeide, en derhalve alle wereldsch ornament opzijgezet; maar ook op de maatschappij wierd niet langer het strenge kerkelijk stempel gedrukt. Beide, kerk en maatschappij leidden van nu voortaan een eigen leven, hadden zich te ontwikkelen, elk naar e i g e n a a r d . In RuXbens en Rembrandt kenteekent zich deze overgang. In het van Calvinisme straks gezuiverd Zuid-Nederland blijft Rubbens wonder kunsttalent, hoe het ook perse en dringe, nog in den kerkelijken band; maar in het Calvinistisch Noord-Nederland weet Rembrandts goddelijk genie zelfs zijn Bijbelsche doe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's

Het calvinisme en de kunst - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's