GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 39

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

35 zijne leidingen in de gansche geschiedenis, de door Hem gestelde ordinantiën na te sporen. En dat is dan door de zonde wel veelszins belemmerd; zonder welke Gods bestel tot in alle bijzonderheden zou gezien worden, en door welke het nu telkens wordt voorbijgezien of miskend. Maar door zulke werking der zonde kan toch Gods ordinantie niet mede getroffen worden. Wat uit Hem is, heeft juist daardoor een karakter, dat van menschelijk gebrek onafhankelijk is. Op dit standpunt nu heeft het recht inderdaad eene Goddelijke majesteit. In zichzelf is het nooit iets onheiligs, heeft het nooit iets gebrekkigs, is het nooit onvolkomen. Wel kan het vaak zich zoo voordoen. Maar het is dan eigenlijk niet het recht zelf, dat aldus moet gekenmerkt worden : het is enkel zijne opvatting of wel zijne toepassing of wel zijne handhaving door de menschen. Het blijft zelf wat het isj en juist daarom kan zijn wezen, als van Goddelijken oorsprong, met het wezen der^kerk niet m tegenspraak zijn. Toch is in de afwijking, die dat stelt, nog een zeker element van waarheid. Indien enkel gezegd was, dat het kerkrecht uit het wezen der kerk nog niet voortvloeit, dan zou dat inderdaad kunnen worden toegestemd. Er zal eenmaal een tijd zijn, dat de geloovigen samenleven, zonder dat er iets formeel is te regelen. Waar de kerk triomfeert, daar wordt in den hemelschen toestand aan geen instituut met rechtsorde meer gedacht. En ook hier op aarde is die toestand een gevolg, niet van de natuur der kerk zelve, maar van de gesteldheid der menschen, in wier midden zij optreedt en uit wie zij vergaderd wordt. Daardoor is maar al te natuurlijk, dat er hypocrieten zgn, die zich bij de kerk voegen, en dat ook de geloovigen nog behept zijn met veelvuldig gebrek. Dat (zou men^' moeten zeggen) dat is eigenlijk met het wezen der kerk in^ ' besliste tegenspraak. Maar dan dient juist de rechtsorde, om die tegenspraak zooveel mogelijk te doen ophouden. En al hoort die dan^ook niet tot haar wezen, met haar wei-wezen is het anders. Daarmede hangt zij thans nog zóó samen, dat zij er vanzelf toe behoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1894

Rectorale redes | 52 Pagina's

Het kerkrecht in zoover het de kerk met het recht in verband brengt - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1894

Rectorale redes | 52 Pagina's