GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 65

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 65

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

59 Hoogleeraar-titulair onzer Stichting, op ruim 57-jarigen leeftijd was ontslapen. Hoezeer wij wisten, dat zijn zenuwgestel was aangetast, waardoor hij den laatsten tijd in het verrichten zijner werkzaamheden bemoeielijkt werd, was toch door niemand onzer zoo spoedig uiteinde verwacht. Van den aanvang der Stichting af was hij aan haar verbonden. 20 October 1880 was hij als lid van het Curatorium bij hare Inwijding tegenwoordig,, en juist heden vijftien jaar geleden, ontving ik ook zijn' gelukwensch na het uitspreken mijner inaugureele oratie. Twee jaar later kwam hij als Regent van het Hospitium, dat toen nog slechts in voorbereiding was, tot ons over, en verliet hij den werkkring van Dienaar des Woords, waarin hij velen ten zegen was en veler liefde won. Met den titel van Hoogleeraar kreeg hij aanstonds zitting in den Senaat met adviseerende stem, terwijl hij tevens met de college's in de Latijnsche taal en letterkunde voor het propaedeutisch examen, en met die in de exegese van het Nieuwe Testament werd belast. De opening van het Hospitium op 29 Januari 1885, waarbij de Regent eene rede hield over Het Doel en de Inrichting van Hospitiƫn, bracht hem tot zijn eigenlijken werkkring nader. Ook heeft hij van het daarop gevolgde tiental jaren een niet gering deel in het Hospitium doorgebracht, waar als kamer van den Regent eerst de binnen-, later de voorkamer aan de linkerzijde van den gang was ingericht, en hij zich de vriendelijke raadsman betoonde voor allen, die zich tot hem wendden. Uit dezen tijd zijn ook afkomstig de door hem uitgegeven Uitlegkundige wenken op den brief aan de gemeente van Efeze, de twee brieven aan Timotheus, en den eersten brief van den Apostel Petrus, welk laatste boekdeeltje ons na zijn dood als eene weemoedige gave der herinnering door zijne weduwe geschonken werd. In Arnold Hendrik de Hartog ging een man van ons, wiens vriendelijk wezen zoo vaak eene weldadige verkwikking was; een man van opgeruimden lach en tevens van de stille traan, die hij wegveegde van het oog; van vroolijke scherts en van heilig teedere taal; een man zeer eenvoudig in de verschijning, maar rijk in smaak en gevoel; iemand die heerlijke dingen had

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 65

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's