GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 35

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

29 Voorts zijn alleen de grondgedachten en voornaamste betrekkingen van het recht in Gods wereldorde gegrond, „gottlich nothwendig," maar de wijze van uitvoering, ofschoon zij toch ook genoemd wordt „von göttlichen Geboten bewegt und bestimmt," is aan de menschelijke vrijheid overgelaten; en dit niet alleen in laatste uitwerking, maar ook in het geheele plan van uitvoering. De eigendom zelve is „ein Gedanke und Gebot in Gottes Weltordnung." Of die instelling echter zal bestaan naar Romeinsche dan wel naar Germaansche opvatting, is aan menschelijke regeling overgelaten 64). Het recht is dus volgens Stahl geheel menschelijk en positief, al bestaan daarvoor ook geboden Gods, en is, wat den inhoud betreft, slechts voor een deel in zijne wereldorde gegrond. Stuit men, wat nu het laatste betreft, hier niet op eene Deïstische opvatting? Alsof de Heere slechts, eens voor altijd, een zeker plan ontwierp, dat echter geen rekening houdt met de bijzondere gesteldheid van plaats en tijd, en daarom zich tot hoofdtrekken bepaalt, terwijl de mensch het heeft uit te werken en aan te vullen naar de eischen van het bont geschakeerde en telkens wisselende leven. Geen Pantheïsme in het recht, maar ook geen Deïsme. Wat het eerste punt betreft, dat het recht zuiver menschelijk is, zoo valt niet te loochenen, dat ook Stahl grootelijks verschilt van wat in vroeger tijd, juist vóór het opkomen van het rationalisme in het recht, algemeen werd aangenomen, hoezeer men overigens in tal van vraagstukken uiteenging. Dat er een recht was, waarvoor allen, zoo Overheden als volken, hadden te buigen, stond vast. Zelfs werd geleerd, dat al wat daarmee streed, ipso iure nietig was 65). Naar de onderscheiding allengs gemaakt, viel in het recht, dat van hooger orde was, eene scheiding te maken tusschen natuurrecht (ius naturale), welke uitdrulcking echter tevens voor al het recht van goddelijken oorsprong werd gebezigd, goddelijk recht (ius divinum) en het gemeene volkenrecht (commune ius gentium). Het natuurrecht in engeren zin betreft aardsche doeleinden, en de kennis daarvan is in 's menschen natuurlijke rede geplant. Het goddelijk recht geldt hoogere belangen, en is den mensch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's