GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Volkenrecht - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volkenrecht - pagina 150

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

140

om Frankrijk geen aanstoot te geven? Voor het verlangen, om Frankrijk af te smeeken, dat het België niet aanstonds voor een deel van zijn Gebied verklare ? Is op deze wijze het zonderlinge schouwspel mogelijk geworden, dat 'op hetzelfde tijdstip, in hetwelk de Russische legers tot onderdrukking van Polen aanrukken, Rusland het oproerige België de zegekroon der vrijheid op het hoofd zet?" 158) Groen van Prinsterer, Adv. ijd. Tweede Kamer der S.-G.. dl. II, bl. 397. 159) T. a. p., bl. 32. 160) T. a. p., bl. 48/49. 161) T. a. p., dl. II, bl. 396. Zie ook bl. 407. 162) T. a. p., bl. 85. 163) De ministerieele Oesterreichische Correspondenz bevatte in Nov. 1852 een artikel, waarin met betrekking tot Frankrijk betoogd werd, dat de vijandschap tusschen het opperhoofd van den Staat en de partij der wanorde' een zedelijken waarborg opleverde voor het bestaan van het keizerrijk, maar ook recht gaf om hoop te voeden op het behoud van den vrede; — dat niet alleen de roem, maar ook de val van Napoleon een deel uitmaakte van de nalatenschap der keizerlijke overleveringen; — dat de staatkunde van Oostenrijk steeds had medegewerkt om de Fransche staatsvormeti te erkennen, zoodra die krachtig gevestigd wareti, en dat deze Staat daarbij zoude volharden., zonder daardoor in tegenspraak te komen met de beginselen der legitimiteit; dat de nieuwe beheerscher van Frankrijk voor den een zou zijn een uitverkorene des volks; voor den ander een erfgenaam des Keizers; voor een derde eene noodzakelijkheid; maar dat het voor hem ongeraden zoude wezen, om met het buitenland eenen strijd te beginnen, door titels aan te nemen, of zich eene bevoegdheid toe te kennen, die evenmin op daden als op rechten gegrond waren; — dat de roeping van stichters van dynastiën bestaat in het banen van den weg voor hunne nakomelingen. — wat is er van den zoon van Napoleon III geworden! — en geenszins in het opnemen van bezwaren, welke hun voorgangers hebben nagelaten. Echter schijnt in het artikel eenig voorbehoud doortestralen omtrent de door den nieuwen Keizer aan te nemen titels. Zie de Nederlander van 17 en die van 19 Nov. 1852 onder Buitenl. Nieuwstijdingen. 164) De Nederlander van 16 November 1852 bevat het volgende: „Zal he* Fransche Keizerrijk tot stand komen zonder tegenspraak der Europesche Diplomatiek „'Waarschijnlijk. „Men ontveinze zich niet wat die lijdelijkheid beteekent en wat ze voorspelt. „Het streven naar het Keizerschap is sedert 2 December 1851, welligt sedert 10 December 1848, onmiskenbaar geweest. „Menigwerf reeds, en vooral in de laatste maanden, werd gevraagd: welke zal, bij het herrijzen van den Napoleontischen zetel, in verband met de Tractaten van 1814 en 1815, de houding der Mogendheden zijn? „En wat was, nog weinig tijds geleden, doorgaans het antwoord?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907

Rectorale redes | 174 Pagina's

Volkenrecht - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1907

Rectorale redes | 174 Pagina's