GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Modernisme en Orthodoxie - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Modernisme en Orthodoxie - pagina 33

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 dreven naar de noodlottige scheiding tusschen wereld en kerk, tusschen wetenschap en geloof, tusschen wetenschappelijke en kerkelijke theologie. Alles een gevolg daarvan, dat het symbolisme, aan het pantheïsme verwant, den godsdienst met de kunst, de religieuze voorstellingen met de aesthetische aandoeningen verwart. In de kunst en tot zekere hoogte in den cultus is de symboliek op hare plaats, maar de religieuze voorstellingen kunnen zonder het geloof aan hare waarheid niet leven. De Christelijke theologie sloeg een anderen weg in. Wandelend in het voetspoor der H. Schrift, handhaafde zij tegelijkertijd de absolute verhevenheid Gods boven alle creatuur en zijne verwantschap aan alle schepselen, inzonderheid aan den mensch, die naar Zijn beeld was geschapen. Dit leidde al spoedig tot eene onderscheiding in de eigenschappen, die aan het Goddelijke Wezen werden toegekend. Er waren negatieve en positieve, quiescente en operatieve, onmededeelbare en mededeelbare' eigenschappen. Langs de via negatioiiiis werd Hem alles, wat in schepselen is, ontzegd, terwijl Hem dat alles toch langs de via eminentiae weer werd toegekend. Naast de apophatische theologie kwam de kataphatische te staan." Eenerzijds werd beleden, dat God de Oneindige is, wiens naam niet genoemd, wiens wezen niet gedefinieerd, wien geen enkele eigenschap, zelfs het zijn niet, univoce kon toegeschreven worden. En anderzijds werd toch met dezelfde verzekerdheid staande gehouden, dat Hij veelnamig is, dat allerlei deugden en volmaaktheden Hem naar waarheid worden toegekend, dat Hij genadig is en barmhartig en groot van goedertierenheid. Men zegge dus niet, dat de vroegere theologie van de absoluutheid Gods geen besef had, en dat deze eerst door -de kennis van de onmetelijkheid van het heelal aan het licht is gebracht. Want de quantitatieve uitgebreidheid der wereld, welke wij thans zeer zeker veel beter kennen dan de voorgeslachten, heeft niets te beduiden bij het qualitatief-oneindige onderscheid, dat tusschen den Schepper en zijn schepsel bestaat; en dat onderscheid werd in vorige eeuwen veel dieper dan in onze dagen gevoeld. Ook spreke men de goedkoope meening niet na, dat men, in de dagen der profeten en apostelen en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911

Rectorale redes | 60 Pagina's

Modernisme en Orthodoxie - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1911

Rectorale redes | 60 Pagina's