De invloed van het christendom op het Romeinsche recht - pagina 12
Rede ter gelegenheid van de 60e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
glossatoren. De humanisten met al hun geleerdheid zijn tot de beteekenis van de Justiniaansche wetgeving niet doorgedrongen. Hun voorliefde voor het archaïsche en hun bewondering voor de strenge structuur van het ius civile kwamen wel aan de kennis der oude rechtsgeschiedenis ten goede, maar brachten den grooten Faber ertoe, wanneer hij een interpolatie aanwees Tribonianus deswege te bespotten of te beschimpen, — miserum illum Tribonianum, zooals een der humanisten, graeculum semilatinum, zooals zelfs Huber hem aanduidde 2). Riccobono acht de taalkundige en archaeoJogische onderzoekingen der zestiende-eeuwsche juristen van weinig waarde. Hij stelt daartegenover de beteekenis der glossatoren, — tot de kennis van wier werk Meyers zoo belangrijke bijdragen leverde, — die, naar Riccobono schrijft, met het corpus iuris vertrouwd waren zooals niemand na hen; wier onkunde op het gebied der historie hun een juiste reconstructie der doctrine niet heeft belet; die het Romeinsche recht verstaanbaar hebben gemaakt; die de grondslagen gelegd hebben voor het gemeene recht; door wier arbeid het Romeinsche recht voortleeft in alle moderne wetboeken en metterdaad onverg'ankelijk is geworden. Koschaker, die juist ook op het gebied der oude rechtsgeschiedenis roem verwierf, is in 1938 Riccobono bijgevallen in een publicatie, die verschenen is als no. 1 van de Schriften der Akademie für deutsches Recht, Gruppe römisches Recht und fremde Rechte s). Hij klaagt bitter over de techniseering van de wetenschap van het Romeinsche recht. De generatie van romanisten der laatste decennia staat in richting en methode van onderzoek den historici, archaeologen en philosophen nader dan den juristen. Koschaker beaamt de klacht van van Oven, dat over Romeinsch recht tegenwoordig door romanisten slechts geschreven wordt voor romanisten, te technisch om bij andere juristen belangstelling te vinden. Het is goed dat tegen iedere eenzijdige behandeling van het Romeinsche recht de reactie niet uitblijft, al behoeft deze niet te leiden — gelijk zij bij Koschaker en Riccobono ook niet doet — tot de tegengestelde eenzijdigheid. De tweeslachtigheid, die
10
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's